Op 13 maart 2024 heeft de kinderrechter in de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling van drie minderjarigen, [minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 3]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er ernstige zorgen zijn over de ontwikkeling van de kinderen, die de afgelopen periode te maken hebben gehad met onrust en instabiliteit in hun thuissituatie. De ouders zijn uit elkaar gegaan en de vader heeft het huis verlaten, wat de situatie voor de kinderen heeft verbeterd. De kinderrechter heeft de verlenging van de ondertoezichtstelling voor een jaar toegewezen, omdat het van belang is dat de kinderen de nodige ondersteuning en hulp krijgen in deze kwetsbare periode.
Daarnaast heeft de gecertificeerde instelling verzocht om een machtiging tot gesloten jeugdhulp voor [minderjarige 1], maar dit verzoek is ter zitting ingetrokken. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat er op dit moment geen beslissing meer hoeft te worden genomen over de gesloten jeugdhulp, omdat de situatie thuis is verbeterd en de kinderen nu bij de moeder verblijven. De kinderrechter heeft benadrukt dat het belangrijk is dat de kinderen veilig contact kunnen hebben met hun vader, maar dat dit moet gebeuren op een manier die aansluit bij wat de kinderen kunnen dragen. De kinderrechter heeft ook de positieve ontwikkeling van [minderjarige 1] onderstreept, die zich wil inzetten voor zijn toekomst en weer naar school wil gaan.