Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam verzoeker] , verzoeker
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker, die tijdelijk bescherming genoot, heeft tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld. Dit besluit beëindigde zijn recht op tijdelijke bescherming per 4 september 2023. Verzoeker heeft verzocht om een voorlopige voorziening, zodat de rechtsgevolgen van het bestreden besluit opgeschort zouden worden totdat op het beroep was beslist. Op 25 september 2023 trok verzoeker zijn verzoek om een voorlopige voorziening in, maar vroeg hij wel om een proceskostenveroordeling voor de staatssecretaris.
De voorzieningenrechter heeft op basis van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en het Besluit proceskosten bestuursrecht geoordeeld dat verzoeker recht heeft op een proceskostenvergoeding. De voorzieningenrechter overwoog dat verzoeker op het moment van intrekking van zijn verzoek om voorlopige voorziening nog een connexe beroepsprocedure had, omdat de uitspraak op het beroep pas op 12 december 2023 was gedaan. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de staatssecretaris verzoeker alsnog tegemoet is gekomen door te bepalen dat hij een langer verblijfsrecht heeft, wat betekent dat de rechtsgevolgen van het bestreden besluit feitelijk zijn opgeschort.
De voorzieningenrechter heeft de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 875, gebaseerd op de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van mr. E.C. Jacobs, griffier, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.