ECLI:NL:RBDHA:2024:4398

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
27 februari 2024
Publicatiedatum
28 maart 2024
Zaaknummer
NL24.3336 en NL24.3337
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag Somalië en voorlopige voorziening

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres, een Somalische vrouw, heeft op 16 oktober 2022 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel ingediend, welke op 26 januari 2024 als kennelijk ongegrond is afgewezen. De rechtbank behandelt ook het verzoek om een voorlopige voorziening. Eiseres stelt dat zij gedwongen is om te trouwen met een volgeling van Al Shabaab en dat haar leven in gevaar is. De rechtbank heeft op 16 februari 2024 de zaak behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de verweerder.

De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris de problemen van eiseres met Al Shabaab ongeloofwaardig heeft mogen vinden. Hoewel de identiteit en nationaliteit van eiseres geloofwaardig zijn, heeft de rechtbank geoordeeld dat de gestelde problemen met Al Shabaab niet voldoende zijn onderbouwd. De rechtbank concludeert dat eiseres een binnenlands beschermingsalternatief heeft in Mogadishu, waar zij eerder heeft verbleven en familie heeft. De rechtbank wijst het beroep van eiseres af en verklaart de aanvraag als kennelijk ongegrond, omdat eiseres een identiteitsdocument heeft vernietigd dat haar identiteit kon vaststellen. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af en er wordt geen proceskostenvergoeding toegekend.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummers: NL24.3336 en NL24.3337
uitspraak van de enkelvoudige kamer en de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[eiseres] , V-nummer: [v-nummer] , eiseres/verzoeker (hierna: eiser)

(gemachtigde: mr. A.H.A. Kessels),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. S. Imami).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag en beoordeelt de voorzieningenrechter het verzoek van eiseres om een voorlopige voorziening. Eiseres heeft op 16 oktober 2022 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. Verweerder heeft met het bestreden besluit van 26 januari 2024 deze aanvraag in de verlengde procedure afgewezen als kennelijk ongegrond. [1]
1.1.
De rechtbank heeft het beroep en het verzoek om een voorlopige voorziening op 16 februari 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres, Y. Abdiqadir als tolk en de gemachtigde van verweerder.

Beoordeling door de rechtbank

Waar gaat deze zaak over?
2. Eiseres stelt dat zij de Somalische nationaliteit heeft en dat zij geboren is op
[geboortedatum] 1994. Eiseres is afkomstig uit de provincie [provincie] . Eiseres heeft aan haar asielaanvraag ten grondslag gelegd dat zij door een Al Shabaab leider gedwongen werd om te trouwen met een van zijn volgelingen. De oom van eiseres heeft haar daarom geholpen om te vluchten naar haar oma in Mogadishu. Twee dagen later is de oma van eiseres telefonisch bedreigd door Al Shabaab. Ook is aan de oma van eiseres verteld dat Al Shabaab de oom van eiseres heeft vermoord, omdat hij haar heeft geholpen om te vluchten. Dit is voor eiseres de aanleiding geweest om Somalië vijftien dagen later te verlaten.
3. Volgens verweerder bevat het asielrelaas van eiseres de volgende relevante elementen:
  • identiteit, nationaliteit en herkomst;
  • uithuwelijking aan Al Shabaab lid en problemen hieromtrent.
Verweerder heeft de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiseres geloofwaardig gevonden maar de uithuwelijk aan een Al Shabaab lid en de hieruit voortvloeiende problemen niet. Verweerder neemt wel aan dat eiseres een reëel risico loopt op ernstige schade in de zin van artikel 3 van het EVRM [2] indien zij moeten terugkeren naar haar voormalige woonplaats [plaats] , in de provincie [provincie] , omdat het mogelijk is dat dit gebied onder controle staat van Al Shabaab. Echter, uit de verklaringen van eiseres blijkt dat zij een binnenlands beschermingsalternatief heeft en zich kan vestigen in Mogadishu.
Waarom is eiseres het niet eens met het bestreden besluit?
4. Volgens eiseres heeft verweerder haar problemen als gevolg van de gedwongen uithuwelijking aan een volgeling van Al Shabaab ten onrechte ongeloofwaardig gevonden. Eiseres heeft namelijk een goede reden gegeven voor haar wisselende verklaringen over de naam van de Al Shabaab leider. Verweerder stelt verder ten onrechte dat eiseres wisselend heeft verklaard over de plaats waar haar oom is vermoord en van wie zij heeft vernomen dat hij is vermoord. Ook heeft verweerder ten onrechte tegengeworpen dat eiseres ongerijmd heeft verklaard over de telefonische bedreiging die haar oma heeft ontvangen. Verweerder heeft daarnaast Mogadishu niet mogen aanmerken als binnenlands beschermingsalternatief. Eiseres heeft namelijk slechts zeventien of achttien dagen verbleven in Mogadishu. Omdat dit geen substantiële periode betreft kan verweerder niet tegenwerpen dat eiseres eerder verblijf heeft gehad in Mogadishu. Bovendien kan de oma van eiseres haar niet beschermen vanwege haar hoge leeftijd en heeft de schoonzoon van haar oma geen enkele verplichting naar eiseres toe. Eiseres zal bij terugkeer niet terug kunnen vallen op een sociaal netwerk of een clan en zal zich daarom als alleenstaande vrouw met minderjarige kinderen niet staande kunnen houden. Verweerder had bovendien bij de beoordeling van Mogadishu als binnenlands beschermingsalternatief rekening moeten houden met de omstandigheden waaronder eiseres daar heeft verbleven. Eiseres heeft de gehele periode in Mogadishu ondergedoken gezeten waardoor het niet redelijk is om van haar te verlangen dat zij zich daar vestigt. Eiseres heeft verder verwezen naar een rapport van EUAA waarin wordt vermeldt dat de situatie in Mogadishu zich aan het ontwikkelen is in de richting van een 15c-situatie en dat Mogadishu alleen in uiterst bijzonder gevallen kan worden tegengeworpen als binnenlands beschermingsalternatief. De aanvraag van eiseres had daarnaast niet afgewezen mogen worden als kennelijk ongegrond, omdat zij het valse paspoort waarmee zij heeft gereisd heeft afgegeven aan de reisagent. Eiseres heeft namelijk niet te kwader trouw gehandeld, omdat zij noodgedwongen haar paspoort moest inleveren om Nederland te kunnen bereiken. Verweerder had ook geen terugkeerbesluit mogen opleggen omdat er op dit moment geen gedwongen uitzettingen plaatsvinden. Als een terugkeerbesluit wordt opgelegd dan moet verweerder ervoor zorgen dat de vreemdeling daadwerkelijk terugkeert naar het land van herkomst.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
Geloofwaardigheid problemen uithuwelijking
5. De rechtbank is van oordeel dat verweerder de problemen die verband houden met de uithuwelijking van eiseres aan een Al Shabaab lid. ongeloofwaardig heeft mogen vinden en overweegt hiertoe als volgt.
5.1.
Verweerder heeft bij die conclusie mogen betrekken dat eiseres summier heeft verklaard over de Al Shabaab leider en zijn volgeling nu dit de personen zijn waar eiseres voor stelt te vrezen en die veel macht en invloed hebben in haar voormalige woonplaats. Het ligt ook voor de hand dat eiseres meer weet te verklaren over de volgeling gelet op de verklaringen van eiseres dat hij zijn oog op haar had laten vallen en verliefd op haar was. Tegen die achtergrond heeft verweerder het opmerkelijk mogen vinden dat eiseres wisselend heeft verklaard over de naam van de Al Shabaab leider. Verweerder heeft het standpunt van eiseres dat niet van haar verwacht kan worden dat zij op dit punt consistent verklaart vanwege haar opleidingsniveau en haar emotionele toestand tijdens het gehoor niet hoeven volgen. Dit verklaart namelijk onvoldoende waarom eiseres in het nader gehoor een concrete naam noemt en vervolgens in het aanvullend gehoor aangeeft niet zeker te zijn van de naam en daarbij andere namen noemt.
5.2.
Verweerder heeft ook mogen tegenwerpen dat eiseres wisselend en summier heeft verklaard over de moord op haar oom. Daarbij heeft verweerder mogen betrekken dat eiseres wisselend heeft verklaard over de plaats waar haar oom vermoord is. Verweerder heeft niet hoeven volgen dat eiseres eigenlijk bedoelde te verklaren dat haar oom voor het huis is vermoord en niet is opgehaald en naar een plein gebracht en vervolgens vermoord waar heel veel mensen bij waren. Het nader gehoor geeft hier geen aanknopingspunten voor. Eiseres heeft verklaard dat zij de tolk goed heeft verstaan en zij eveneens niet heeft verklaard waarom zij op dit punt geen correctie of aanvulling heeft ingebracht. Ten aanzien van de verklaring van de weduwe van de oom van eiseres, tante [naam] , die eiseres ter onderbouwing in beroep heeft overgelegd, heeft verweerder zich op het standpunt mogen stellen dat deze verklaring dit deel van het relaas niet alsnog aannemelijk kan maken omdat uit het document niet valt op te maken door wie de verklaring is opgesteld en hoe betrouwbaar de inhoud is.
5.3.
Tot slot, heeft verweerder mogen meewegen dat eiseres ongerijmd heeft verklaard over de telefonische bedreiging die haar oma heeft ontvangen. De rechtbank volgt eiseres niet in haar standpunt dat verweerder niet heeft mogen concluderen dat de wisselende verklaringen over de uithuwelijking en de moord op haar oom afdoen aan de geloofwaardigheid van de telefonische bedreiging omdat dit onderdeel van haar relaas op zijn eigen merites beoordeeld dient te worden. De telefonische bedreiging hangt immers samen met de gestelde uithuwelijking en de moord op haar oom. Verweerder heeft bovendien ongerijmd mogen vinden dat eiseres na de telefonische bedreiging nog 15 dagen zonder problemen bij haar oma heeft verbleven. De verklaring van eiseres dat zij die hele tijd alleen maar binnen heeft gezeten maakt het voorgaande niet anders omdat de telefonische bedreiging erop duidt dat Al Shabaab op de hoogte was van waar zij verbleef. Al het voorgaande in samenhang bezien heeft tot de conclusie mogen leiden dat de problemen van eiseres met Al Shabaab ongeloofwaardig zijn.
Binnenlands beschermingsalternatief
6. Niet in geschil is tussen partijen dat eiseres bij terugkeer naar haar voormalige woonplaats in de provincie [provincie] , een reëel risico loopt op ernstige schade. In geschil is tussen partijen of verweerder Mogadishu als binnenlands beschermingsalternatief heeft mogen aanmerken.
6.1.
De rechtbank is van oordeel dat verweerder Mogadishu heeft mogen tegenwerpen als binnenlands beschermingsalternatief. Uit artikel 3.37d van het Voorschrift Vreemdelingen (VV) volgt dat een binnenlands beschermingsalternatief wordt aangenomen als de vreemdeling in een deel van het land van het herkomst geen vrees heeft voor een reëel risico op ernstige schade. Daarbij dienen zowel de algemene omstandigheden in dat deel van het land als de persoonlijke omstandigheden van de vreemdeling te worden betrokken. In paragraaf C7/30.5.2 van de Vreemdelingencirculaire (Vc) is het beleid voor Somalië nader uitgewerkt. Hieruit volgt dat een binnenlands beschermingsalternatief voor Somalië wordt aangenomen als er sprake is van concrete aanknopingspunten op basis waarvan in individuele gevallen geconcludeerd kan worden dat de persoon zich buiten het gebied van herkomst kan vestigen. Daarbij dient te worden betrokken of de vreemdeling eerder in het gebied verbleef en of hij daar naaste familie heeft. Omdat er geen minimum periode is bepaald waaraan een eerder verblijf moet voldoen, heeft verweerder het standpunt van eiseres niet hoeven volgen dat hij het eerdere verblijf in Mogadishu niet kan tegenwerpen omdat het geen substantiële periode betrof. Daarnaast is niet in geschil dat eiseres meerdere familieleden in Mogadishu heeft wonen, waaronder de tante waar zij eerder bij heeft verbleven en haar oma en diens schoonzoon waar zij heeft verbleven vlak voordat zij uit Somalië vertrok. Ten aanzien van de omstandigheden waaronder het eerdere verblijf heeft plaatsgevonden, heeft verweerder niet hoeven volgen dat eiseres ondergedoken heeft gezeten nu hij de problemen in verband met de uithuwelijking niet geloofwaardig heeft mogen vinden. Dit geldt ook voor het standpunt van eiseres dat haar oma haar niet zou kunnen beschermen en dat de schoonzoon van haar oma geen verplichting heeft om haar te beschermen. Dit kan dus niet tot een ander oordeel leiden. De verwijzing naar het EUAA rapport is onvoldoende om te onderbouwen dat verweerders huidige beleid onredelijk is. Hieruit volgt immers niet dat de situatie in Mogadishu dusdanig is verslechterd dat dit niet langer als beschermingsalternatief kan worden tegengeworpen. Nu eiseres familie heeft in Mogadishu waar zij eerder bij heeft verbleven, kan het standpunt van eiseres dat zij zal moeten terugkeren zonder sociaal netwerk eveneens niet worden gevolgd.
Kennelijk ongegrond
7. De rechtbank is van oordeel dat verweerder de aanvraag heeft mogen afwijzen als kennelijk ongegrond omdat eiseres een identiteits- of reisdocument heeft vernietigd of weggemaakt dat ertoe kon bijdragen dat haar identiteit of nationaliteit werd vastgesteld. [3] Eiseres heeft immers het paspoort waarmee zij heeft gereisd afgegeven aan de reisagent toen zij zich al in de Europese Unie bevond. Eiseres had de mogelijkheid om bij de grens om internationale bescherming te verzoeken en heeft haar paspoort dus toerekenbaar afgegeven. Uit artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder d, van de Vreemdelingenwet volgt niet dat vast dient te staan dat eiseres daarbij opzettelijk en te kwader trouw heeft gehandeld. Dit dient enkel waarschijnlijk te zijn. Eiseres kan dan ook niet gevolgd worden in de stelling dat verweerder de aanvraag niet heeft mogen afwijzen, omdat zij stelt niet te kwader trouw te hebben gehandeld.
Terugkeerbesluit
8. De rechtbank volgt eiseres ook niet in haar standpunt dat geen terugkeerbesluit opgelegd had mogen worden. Dat er op dit moment geen gedwongen uitzettingen plaatsvinden betekent immers niet dat verweerder geen terugkeerbesluit had mogen opleggen.

Conclusie en gevolgen

9. Verweerder heeft de aanvraag terecht afgewezen als kennelijk ongegrond.
Het beroep is ongegrond.
10. Omdat op het beroep is beslist, bestaat er geen aanleiding meer om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter wijst het verzoek daarom af.
10. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.J.L. van der Waals, (voorzieningen)rechter, in aanwezigheid van mr. J.J. Yilmaz, griffier.
De beslissing is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak op het beroep, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen een week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.
Tegen de uitspraak op het verzoek om een voorlopige voorziening staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Op grond van artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder d, van de Vreemdelingenwet (Vw).
2.Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.
3.Op grond van artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder d, van de Vreemdelingenwet (Vw).