In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres, een Somalische vrouw, heeft op 16 oktober 2022 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel ingediend, welke op 26 januari 2024 als kennelijk ongegrond is afgewezen. De rechtbank behandelt ook het verzoek om een voorlopige voorziening. Eiseres stelt dat zij gedwongen is om te trouwen met een volgeling van Al Shabaab en dat haar leven in gevaar is. De rechtbank heeft op 16 februari 2024 de zaak behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de verweerder.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris de problemen van eiseres met Al Shabaab ongeloofwaardig heeft mogen vinden. Hoewel de identiteit en nationaliteit van eiseres geloofwaardig zijn, heeft de rechtbank geoordeeld dat de gestelde problemen met Al Shabaab niet voldoende zijn onderbouwd. De rechtbank concludeert dat eiseres een binnenlands beschermingsalternatief heeft in Mogadishu, waar zij eerder heeft verbleven en familie heeft. De rechtbank wijst het beroep van eiseres af en verklaart de aanvraag als kennelijk ongegrond, omdat eiseres een identiteitsdocument heeft vernietigd dat haar identiteit kon vaststellen. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af en er wordt geen proceskostenvergoeding toegekend.