ECLI:NL:RBDHA:2024:4428

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 maart 2024
Publicatiedatum
28 maart 2024
Zaaknummer
C/09/663037 / FA RK 24-1887
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor een minderjarige

Op 18 maart 2024 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel voor een minderjarige, geboren in 2008. De officier van justitie had op 15 maart 2024 verzocht om deze voortzetting, na een eerdere crisismaatregel die op 14 maart 2024 was opgelegd. De minderjarige verblijft momenteel in de accommodatie Youz en heeft aangegeven dat het goed met hem gaat, maar dat hij trauma's heeft opgelopen door eerdere insluiting. De advocaat van de minderjarige pleitte voor afwijzing van het verzoek, omdat zorg op vrijwillige basis mogelijk zou zijn. De arts bevestigde dat de minderjarige nog niet klaar is om naar huis te gaan en dat er een rechterlijke beslissing nodig is om zijn verblijf te waarborgen.

De rechter heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de minderjarige, waaronder levensgevaar en ernstige psychische schade. De rechter heeft besloten dat verplichte zorg noodzakelijk is, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechter verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken, tot en met 8 april 2024. De beschikking is gegeven door mr. S.J. Huizenga, bijgestaan door mr. K. Ouwersloot als griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/663037 / FA RK 24-1887
Datum beschikking: 18 maart 2024

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel

Beschikkingnaar aanleiding van het op 15 maart 2024 door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[minderjarige] ,

hierna te noemen: [minderjarige] ,
geboren op [geboortedatum] 2008 te [geboorteplaats] ,
wonende te Pijnacker,
thans verblijvende in de accommodatie Youz te [plaats 1] ,
advocaat: mr. J.B. Peters te Zoetermeer.

Procesverloop

Bij verzoekschrift heeft de officier van justitie verzocht om voortzetting van de op 14 maart 2024 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Delft tot het nemen van de crisismaatregel;
  • een op 14 maart 2024 ondertekende medische verklaring van K. de Jong, psychiater, die [minderjarige] heeft onderzocht maar niet bij zijn behandeling betrokken was;
- een brief van het Openbaar Ministerie van 15 maart 2024 dat er van [minderjarige] geen justitiële documentatie is;
- een afschrift van de politiemutaties.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 18 maart 2024. Daarbij zijn de volgende personen gehoord:
- [minderjarige] , bijgestaan door zijn advocaat;
- de arts, [naam] ;
- de ouders van [minderjarige] .
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht door de officier van justitie, is de officier van justitie niet gehoord.

Standpunten ter zitting

[minderjarige] heeft ter zitting naar voren gebracht dat het goed met hem gaat. Hij vond het vreselijk bij [accomodatie] in [plaats 2] . Hij heeft een trauma overgehouden aan de insluiting daar en is heel blij dat hij onlangs is overgeplaatst naar Youz. Hij vindt de mensen hier heel aardig. Hij wil graag behandeld worden voor zijn PTSS-klachten. [minderjarige] is van mening dat hij eigenlijk wel naar huis kan als hij de triggers kan vermijden. Hij mist zijn broers en zijn hond. [minderjarige] staat ook open voor een vrijwillige opname als de arts een andere mening heeft. De advocaat van [minderjarige] heeft gepleit voor afwijzing van het verzoek, omdat de zorg op vrijwillige basis verleend kan worden. Subsidiair is door de advocaat verzocht om bij toewijzing van het verzoek de vorm insluiten niet op te nemen als vorm van verplichte zorg, omdat het [minderjarige] eerder bij [accomodatie] alleen maar kwaad heeft gedaan dat hij werd ingesloten.
Door de arts is ter zitting naar voren gebracht dat het steeds beter gaat met [minderjarige] . Hij verblijft nog in een prikkelarme omgeving en heeft daarbij weinig contact met zijn medebewoners. De bedoeling is dat het steeds meer opgebouwd wordt, zodat gekeken kan worden hoe dit gaat. Het is nog te vroeg voor [minderjarige] om naar huis te gaan. Het is belangrijk dat hij voldoende stabiel is voordat die stap wordt gezet. Hoewel het de voorkeur heeft dat [minderjarige] op vrijwillige basis bij Youz verblijft en zijn houding enorm positief is, hecht de arts eraan dat er een rechterlijke beslissing ligt om het verblijf te verzekeren. Er zijn namelijk twijfels over moeilijke momenten waarop [minderjarige] het wellicht niet eens is met opname, verblijf en behandeling.

Beoordeling

Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er ten aanzien van [minderjarige] sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in:
- levensgevaar;
- ernstige psychische schade;
- maatschappelijke teloorgang;
- de situatie dat [minderjarige] met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept;
- de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
[minderjarige] is behoorlijk agressief geweest richting materiaal en richting de politie, waarbij hij drie keer getaserd is om de situatie onder controle te krijgen. Ook probeerde hij een wapenstok af te pakken van een agent. [minderjarige] heeft aangegeven dat dit gedrag plots kan ontstaan en dat hij daar geen controle over heeft.
Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, te weten autisme en PTSS. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht. [minderjarige] heeft echt hulp en zorg nodig.
De rechter vindt dat, anders dan de in de crisismaatregel genoemde zorg, de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden, te weten:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat [minderjarige] iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
Van de overige in de crisismaatregel vermelde vormen van zorg is – door de toelichting van de arts – ter zitting gebleken dat de toepassing niet voorzienbaar en noodzakelijk is. De rechter volgt de toelichting van de arts en zal het verzoek in zoverre dan ook afwijzen
[minderjarige] is het over het algemeen eens met deze zorg. Maar het risico bestaat dat hij het er op bepaalde momenten niet mee eens is. Dat heet verzet en dat komt dan door zijn stoornis. De rechter en [minderjarige] hebben op de zitting afgesproken dat het belangrijk is dat hij ook op die momenten zorg krijgt. De beslissing van de rechter is niet nodig als [minderjarige] zorg accepteert. Voor de momenten dat het hem niet lukt, vindt de rechter het belangrijk en noodzakelijk dat hij ook dan hulp en zorg krijgt. Daarom zal zij ervoor zorgen dat dat dan ook gebeurt. De rechter vindt verder dat [minderjarige] om deze redenen nog niet naar huis kan. Hij moet eerst nog wat verder geholpen worden, zodat hij stevig op twee benen komt te staan. De rechter is ervan overtuigd dat het goedkomt met [minderjarige] . Gelukkig hoeft hij dat niet alleen te doen, maar zijn er bij Youz mensen die hem kunnen en willen helpen op een manier die bij hem past. Daarna kan hij dan weer naar zijn ouders, zijn broers en zijn hond.
Er zijn op dit moment geen minder ingrijpende opties voor [minderjarige] die naar hetzelfde resultaat toewerken. De voorgestelde verplichte zorg past bij [minderjarige] en de verwachting is dat hem dit gaat helpen. Er is rekening gehouden met de voorwaarden die belangrijk zijn voor [minderjarige] om zo snel mogelijk weer deel uit te maken van het normale leven vanuit huis. Daarbij is ook naar zijn veiligheid gekeken.
Gelet op dit alles zal de rechter een beslissing nemen in het belang van [minderjarige] . Volgens de wet heet dit een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel. Die machtiging duurt drie weken vanaf de zitting gerekend.

Beslissing

De rechter:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van:

[minderjarige] ,

geboren op [geboortedatum] 2008 te [geboorteplaats] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat [minderjarige] iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 8 april 2024;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. S.J. Huizenga, rechter, bijgestaan door mr. K. Ouwersloot als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 18 maart 2024.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING SECRETARIS!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING RECHTER!
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 28 maart 2024.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR STEMPELS!