Op 13 maart 2024 heeft de kinderrechter in de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven over de ondertoezichtstelling en de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren op [geboortedatum] 2023. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de ondertoezichtstelling van de minderjarige voor een jaar en een machtiging tot uithuisplaatsing in een pleegzorgvoorziening voor negen maanden. De ouders van de minderjarige zijn belast met het ouderlijk gezag, maar hebben te maken met eigen problematiek, waaronder verslaving. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige momenteel in een pleeggezin verblijft en zich daar goed ontwikkelt. De ouders zijn nog niet in staat om de zorg voor de minderjarige op zich te nemen, ondanks hun liefdevolle intenties. De kinderrechter heeft de zorgen van de Raad onderschreven en geoordeeld dat de ondertoezichtstelling en de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing noodzakelijk zijn voor de veiligheid en ontwikkeling van de minderjarige. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de ondertoezichtstelling is vastgesteld tot 13 maart 2025, terwijl de machtiging tot uithuisplaatsing is verlengd tot 14 december 2024.