ECLI:NL:RBDHA:2024:4575
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag mvv nareis op basis van niet aannemelijk gemaakt huwelijk en feitelijke gezinsband
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) in het kader van nareis. De aanvraag was ingediend door referent, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had. De rechtbank behandelt de zaak op 5 maart 2024, waarbij zowel de gemachtigde van eiseres als de gemachtigde van verweerder aanwezig zijn.
Eiseres, geboren in 1999 met de Egyptische nationaliteit, heeft een huwelijk met referent, geboren in 1995, dat volgens hen op 7 oktober 2021 is voltrokken. De aanvraag werd afgewezen omdat verweerder het huwelijk niet aannemelijk achtte. Bureau Documenten concludeerde dat de huwelijksakte waarschijnlijk onbevoegd is opgemaakt. Eiseres betwist deze conclusie en stelt dat verweerder ten onrechte eist dat er vóór de inreis van referent sprake moet zijn van een feitelijk huwelijksleven.
De rechtbank oordeelt dat verweerder op goede gronden de aanvraag heeft afgewezen. Er was geen feitelijke gezinsband tussen eiseres en referent ten tijde van de inreis van referent in Nederland. De rechtbank stelt vast dat de relatie voornamelijk telefonisch en via internet werd onderhouden en dat er geen bewijs is van een intieme relatie vóór de inreis. De rechtbank concludeert dat de aanvraag om een mvv in het kader van nareis op goede gronden is afgewezen en verklaart het beroep ongegrond. Er is geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding.