ECLI:NL:RBDHA:2024:5065
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H. Hanssen - Telman
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag met betrekking tot overdracht aan Oostenrijk
Op 10 april 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een eiser die in beroep ging tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid om zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel niet in behandeling te nemen. De staatssecretaris had dit besluit genomen op basis van de Dublinverordening, waarbij Oostenrijk als verantwoordelijk land voor de asielaanvraag was aangewezen. De rechtbank heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard, omdat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij bij overdracht aan Oostenrijk in een situatie van zeer verregaande materiële deprivatie zou komen, zoals bedoeld in het arrest Jawo. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris zich op het interstatelijk vertrouwensbeginsel mocht baseren en dat er geen concrete aanwijzingen waren dat de asielprocedure in Oostenrijk niet aan de internationale verplichtingen zou voldoen.
De rechtbank heeft de argumenten van de eiser, die vreesde voor schending van zijn rechten onder het Vluchtelingenverdrag en het EVRM, zorgvuldig gewogen. Eiser stelde dat hij in Oostenrijk geen adequate opvang en toegang tot medische voorzieningen zou krijgen, maar de rechtbank vond deze stellingen onvoldoende onderbouwd. De rechtbank benadrukte dat het aan de eiser was om aan te tonen dat er reële risico's bestonden, wat hij niet heeft gedaan. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris terecht had geoordeeld dat de overdracht aan Oostenrijk niet in strijd was met de internationale verplichtingen en dat er geen aanknopingspunten waren voor indirect refoulement.
De uitspraak werd gedaan door mr. H. Hanssen - Telman, met mr. J.A. Hessels als griffier. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding en kan binnen een week hoger beroep aantekenen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.