ECLI:NL:RBDHA:2024:5135

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 april 2024
Publicatiedatum
11 april 2024
Zaaknummer
NL24.974
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • S. Ketelaars - Mast
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met betrekking tot verblijfsvergunning voor arbeid als zelfstandige

Op 11 april 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, die een verblijfsvergunning voor arbeid als zelfstandige had aangevraagd, kreeg op 15 december 2023 te horen dat zijn aanvraag was afgewezen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Hierop heeft verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 12 maart 2024, waar verzoeker en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals een tolk. De gemachtigde van de Staatssecretaris was eveneens aanwezig.

Tijdens de zitting is het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld, maar de voorzieningenrechter heeft op dezelfde dag uitspraak gedaan in een andere zaak (NL24.973) die verband hield met het beroep van verzoeker. Aangezien er inmiddels een uitspraak was gedaan op het beroep, was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Daarnaast is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.974

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , V-nummer: [nummer], verzoeker

(gemachtigde: mr. B.D. Lit),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de staatssecretaris

(gemachtigde: mr. J.D. Alberda).

Procesverloop

Bij besluit van 15 december 2023 (het bestreden besluit) heeft de staatssecretaris de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning met verblijfsdoel arbeid als zelfstandige afgewezen als ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL24.973, en de zaken van de echtgenote van verzoeker met nummers NL24.984 en NL24.985, op 12 maart 2024 op zitting behandeld. Verzoeker alsmede zijn gemachtigde zijn verschenen. Tevens is een tolk verschenen. Namens de staatssecretaris is zijn gemachtigde verschenen.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.973, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S. Ketelaars - Mast, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.J. Tijnagel, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.