ECLI:NL:RBDHA:2024:5282
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak
In de zaak tussen [Naam], verzoekster, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 9 april 2024 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster had eerder een asielaanvraag ingediend, welke door de staatssecretaris op 30 augustus 2023 was afgewezen als ongegrond. Tegen deze afwijzing heeft verzoekster beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat de rechtsgevolgen van het bestreden besluit opgeschort zouden worden totdat er op het beroep was beslist.
De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. In een andere zaak, met nummer NL24.27822, heeft de rechtbank op dezelfde dag beslist op het beroep dat verband houdt met dit verzoek om voorlopige voorziening. Aangezien er inmiddels een beslissing op het beroep was genomen, was een voorlopige voorziening niet meer nodig. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek als kennelijk ongegrond afgewezen.
De voorzieningenrechter heeft ook overwogen dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van mr. E.C. Jacobs, griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.