Beoordeling door de rechtbank
3. De rechtbank beoordeelt of verweerder eisers aanvraag voor een GVVA op goede gronden heeft afgewezen. Zij doet dat aan de hand van wat eiser tegen het afwijzende besluit heeft aangevoerd: de beroepsgronden.
4. De rechtbank is van oordeel dat het beroep ongegrond is. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
5. Eiser is geboren op [Geboortedatum] en heeft de Britse nationaliteit. Eerder heeft hij gewerkt voor restaurant [Naam restaurant] in [Woonplaats] (hierna: de werkgever). Vervolgens heeft de Brexit plaatsgevonden en is eiser voor langere tijd weg geweest uit Nederland, waardoor hij niet in aanmerking komt voor een verblijfsdocument op basis van het Terugtrekkingsakkoord.
6. Op 1 november 2022 heeft eiser een GVVA aangevraagd om (weer) in Nederland te kunnen verblijven en te werken voor de werkgever. Om na te gaan of eiser voldoet aan de voorwaarden, heeft verweerder advies gevraagd aan het UWV.Het UWV heeft op 30 januari 2023 een negatief advies uitgebracht. Dit negatieve advies steunt op het bepaalde in artikel 8, eerste lid, aanhef en onder a, b en c, van de Wav.Volgens het UWV is er voldoende prioriteitgenietend aanbod aanwezig, heeft de werkgever geen (goede) vacaturemelding gedaan en heeft de werkgever onvoldoende gezocht naar kandidaten. Verweerder heeft dit advies gevolgd en heeft de aanvraag van eiser met het primaire besluit afgewezen. Eiser heeft daar bezwaar tegen gemaakt.
7. Naar aanleiding van het bezwaarschrift heeft verweerder het UWV nogmaals om advies gevraagd. Op 9 november 2023 heeft het UWV geadviseerd het bezwaar van eiser ongegrond te verklaren. Verweerder heeft ook dit advies gevolgd en heeft het bezwaar van eiser met het bestreden besluit ongegrond verklaard.
8. Eiser voert aan dat hij er samen met de werkgever alles aan heeft gedaan om de aanvraag te onderbouwen. Volgens eiser is relevant dat hij voor de Brexit al in dienst is geweest bij de werkgever. Hij is dus al eerder geschikt geacht en voldoet aan alle functie-eisen. De werkgever heeft volgens eiser ook op een juiste wijze geworven, maar dit heeft niet geleid tot geschikte kandidaten.
9. De door eiser aangevraagde vergunning kan worden verleend als wordt voldaan aan artikel 3.31, eerste lid, van het Vb.Op grond van dit artikel kan de vergunning worden verleend indien geen afwijzingsgrond van toepassing is uit artikel 16 van de Vw en de artikelen 8 en 9 van de Wav.
10. Op grond van artikel 8, eerste lid, van de Wav weigert Onze Minister van Justitie en Veiligheid een gecombineerde vergunning:
a. indien voor de desbetreffende arbeidsplaats prioriteitgenietend aanbod op de arbeidsmarkt aanwezig is;
b. indien het een arbeidsplaats betreft waarvan de beschikbaarheid niet ten minste vijf weken voor het indienen van de aanvraag aan het UWV is gemeld;
c. indien de werkgever niet kan aantonen voldoende inspanningen te hebben gepleegd de arbeidsplaats door prioriteitgenietend aanbod op de arbeidsmarkt te vervullen.
11. De rechtbank stelt voorop dat een advies van het UWV kan worden aangemerkt als een deskundigenadvies. Volgens vaste jurisprudentie van de Afdelingmoet verweerder, indien hij een deskundigenadvies aan zijn besluitvorming ten grondslag legt, zich op grond van artikel 3:2 van de Awbervan vergewissen dat dit advies naar wijze van totstandkoming zorgvuldig en naar inhoud inzichtelijk en concludent is.Als aan deze eisen is voldaan, dan mag verweerder bij de beoordeling van een aanvraag van het advies uitgaan, tenzij concrete aanknopingspunten aanwezig zijn voor twijfel aan de juistheid of volledigheid ervan. Naar het oordeel van de rechtbank zijn de UWV-adviezen in dit geval naar wijze van totstandkoming zorgvuldig en naar inhoud inzichtelijk en concludent. Eiser heeft dit niet betwist.
Prioriteitgenietend aanbod (artikel 8, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wav)
12. Zoals het UWV in het advies van 9 november 2023 heeft omschreven wordt onder prioriteitgenietend aanbod verstaan: Nederlandse werkzoekenden die voor de desbetreffende functie in aanmerking kunnen worden gebracht en degenen die op grond van EU wet- en regelgeving op gelijke voet als Nederlanders toegang hebben tot de Nederlandse arbeidsmarkt. Uit paragraaf 8.1.a.1. van de RuWav 2022volgt dat ook niet vergunningplichtige vreemdelingen in Nederland en uit de overige EER-landen en Zwitserland behoren tot het prioriteitgenietend aanbod. Er is ook sprake van prioriteitgenietend aanbod indien werkzoekenden pas na een inwerkperiode of na enige scholing aan de functie-eisen kunnen voldoen.
13. De werkgever zoekt in dit geval een zelfstandig werkend kok. Voor deze functie wordt een horeca/koksopleiding verlangd. Van de kandidaat vraagt de werkgever dat deze voldoende werkervaring heeft in een vergelijkbare functie. Volgens het UWV kan voor het beroep van zelfstandig werkend kok een opleiding gevolgd worden op mbo-niveau 3. In het werkzoekendenbestand van het UWV staan kandidaten ingeschreven als zelfstandig werkend kok, die de opleiding tot kok op mbo-niveau 3 hebben gevolgd en die (enige) ervaring hebben. Het is bovendien aan de werkgever om kandidaten geschikt te maken, mochten zij nog niet aan de functie-eisen voldoen. Eiser heeft de aanwezigheid van prioriteitgenietend aanbod niet betwist. Daarbij komt dat niet is aangetoond dat eiser zelf over de gevraagde kwalificatie en werkervaring beschikt. Hieruit volgt dat verweerder terecht artikel 8, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wav aan eiser heeft tegengeworpen en alleen al om die reden de gevraagde vergunning heeft kunnen weigeren.
Vacaturemelding (artikel 8, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wav)
14. Uit artikel 3 van de UWV Beleidsregels uitvoering Wav 2018 volgt dat de verplichte vacaturemelding kan plaatsvinden door middel van melding van de vacature bij een Werkgeversservicepunt van het UWV of op www.werk.nl. Bij de aanvraag dient de werkgever aan te tonen dat en op welke wijze hij de vacature bij UWV heeft gemeld. De vacaturemelding moet vijf weken vóór de aanvraag zijn gedaan.
15. De rechtbank stelt vast dat eiser geen stukken heeft overgelegd waaruit blijkt dat de werkgever de vacature tijdig bij een Werkgeversservicepunt of op www.werk.nl heeft gemeld. Verweerder heeft daarom ook artikel 8, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wav terecht aan eiser tegengeworpen.
Voldoende inspanningen (artikel 8, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wav)
16. Uit paragraaf 8.1.c. van de RuWav 2022 volgt dat van de werkgever wordt verwacht dat hij alle mogelijkheden benut om aan voldoende niet-vergunningsplichtig personeel te komen. De werkgever dient bij de aanvraag bij het UWV zijn wervingsinspanningen aan te tonen en verslag te doen van de resultaten van die werving.
17.
Op het aanvraagformulier heeft de werkgever vermeld dat hij alleen via zijn netwerk en via de gemeente naar kandidaten heeft gezocht. Er zijn verder geen stukken van wervingsinspanningen overgelegd, zodat niet is aangetoond dat de werkgever voldoende inspanningen heeft verricht om de arbeidsplaats door middel van prioriteitgenietend aanbod op de arbeidsmarkt te vervullen. Ook artikel 8, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wav is daarmee terecht door verweerder aan eiser tegengeworpen.
18. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de drie afwijzingsgronden genoemd in artikel 8, aanhef en onder a, b en c, van de Wav terecht zijn tegengeworpen. Deze gronden kunnen het besluit ieder voor zich dragen. Wat eiser in beroep heeft aangevoerd, kan hier naar het oordeel van de rechtbank niet aan afdoen. Het enkele feit dat eiser in het verleden al bij de werkgever werkzaam is geweest en hierdoor voor hem de meest ideale kandidaat is, maakt immers niet dat voorbij kan worden gegaan aan het aanwezige prioriteitgenietend aanbod. Ook ontslaat dit de werkgever niet van het verrichten van voldoende wervingsinspanningen om prioriteitgenietend aanbod vanuit Nederland en/of de EER of Zwitserland aan te trekken en van het doen van de verplichte vacaturemelding. Nu niet is voldaan aan de voorwaarden van artikel 3.31, eerste lid, van het Vb, heeft verweerder eisers aanvraag voor een GVVA terecht afgewezen.