ECLI:NL:RBDHA:2024:5430

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 april 2024
Publicatiedatum
16 april 2024
Zaaknummer
NL24.14285
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen de ophouding van een Ghanese vreemdeling op grond van de Vreemdelingenwet

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 april 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen de ophouding van een Ghanese vreemdeling. De eiser, die op 29 maart 2024 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was opgehouden, stelde dat zijn ophouding onterecht was omdat zijn nationaliteit niet onmiddellijk vastgesteld kon worden. Hij beschikte niet over documenten om zijn identiteit aan te tonen, behalve een kopie van zijn paspoort. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser eerder was overgenomen na een strafrechtelijke heenzending, waardoor de verbalisanten wisten wie hij was. De rechtbank oordeelde dat de verbalisanten de identiteit van de eiser als voldoende vaststaand mochten aannemen, wat maakte dat het onderzoek naar zijn verblijfsrechtelijke positie noodzakelijk was. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.14285

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam] , eiser,

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. A. Dogan),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,

(gemachtigde: mr. H. Toonders).

Procesverloop

Verweerder heeft eiser op 29 maart 2024 opgehouden. [1] Eiser is vervolgens op 29 maart 2024, dezelfde dag nog, weer in vrijheid gesteld.
Eiser heeft beroep ingesteld tegen de ophouding.
Eiser heeft zich akkoord verklaard met schriftelijke afdoening van het beroep. Eiser heeft op 7 april 2024 de gronden van het beroep ingediend. Verweerder heeft op 8 april 2024 een verweerschrift ingediend. De rechtbank heeft op 9 april 2024 het onderzoek gesloten.

Overwegingen

1. Eiser stelt te zijn geboren op [geboortedag] en de Ghanese nationaliteit te hebben.
2. Eiser stelt dat hij op een onjuiste grondslag is opgehouden, omdat zijn nationaliteit niet onmiddellijk vastgesteld kon worden. Hij beschikte niet over enige documenten om zijn identiteit aan te tonen, dus had hij op grond van artikel 50, tweede lid, van de Vb [2] opgehouden moeten worden. Hij verwijst daarbij ook naar het proces-verbaal van de ophouding, waaruit blijkt dat hij heeft verklaard enkel te beschikken over een kopie van zijn paspoort en geen ander identificerend document.
3. De rechtbank stelt vast dat eiser is overgenomen en opgehouden na een strafrechtelijke heenzending. Dit maakt dat de verbalisanten wisten welke persoon het betrof. Eiser was ten tijde van de ophouding in het bezit van een kopie van een paspoort en reeds was bekend dat in het verleden verblijfsprocedures hebben gespeeld. De verbalisanten mochten eisers identiteit dan ook als voldoende vaststaand aannemen, wat maakt dat onderzoek naar eisers verblijfsrechtelijke positie vereist was. Eiser is dan ook terecht opgehouden op grond van artikel 50, derde lid, van de Vw.
4. Het beroep is ongegrond. Daarom wordt het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.J. Govaers, rechter, in aanwezigheid van mr. J. de Winter, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Voetnoten

1.Op grond van artikel 50, tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
2.Vreemdelingenbesluit.