Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam] , eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 april 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen de ophouding van een Ghanese vreemdeling. De eiser, die op 29 maart 2024 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was opgehouden, stelde dat zijn ophouding onterecht was omdat zijn nationaliteit niet onmiddellijk vastgesteld kon worden. Hij beschikte niet over documenten om zijn identiteit aan te tonen, behalve een kopie van zijn paspoort. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser eerder was overgenomen na een strafrechtelijke heenzending, waardoor de verbalisanten wisten wie hij was. De rechtbank oordeelde dat de verbalisanten de identiteit van de eiser als voldoende vaststaand mochten aannemen, wat maakte dat het onderzoek naar zijn verblijfsrechtelijke positie noodzakelijk was. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.