ECLI:NL:RBDHA:2024:5480
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- S. Ketelaars - Mast
- M.J. Tijnagel
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In de zaak tussen verzoeker en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 16 april 2024 uitspraak gedaan. Verzoeker had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke op 26 februari 2024 door de staatssecretaris was afgewezen als kennelijk ongegrond. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 2 april 2024 behandeld, waarbij zowel verzoeker als de staatssecretaris vertegenwoordigd waren door hun gemachtigden.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in een andere zaak (NL24.8224) die betrekking heeft op het beroep van verzoeker. Aangezien er inmiddels een uitspraak is gedaan, is er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. S. Ketelaars - Mast, in aanwezigheid van griffier mr. M.J. Tijnagel, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.