ECLI:NL:RBDHA:2024:5488
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit college van burgemeester en wethouders Den Haag inzake bijstandsverlening op grond van Bbz 2004
In deze zaak heeft eiser, een zelfstandige ondernemer, beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Den Haag. Het college had eiser bijstand op grond van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004) toegekend voor een bepaalde periode, maar had zijn bezwaren tegen eerdere besluiten niet-ontvankelijk verklaard en de bezwaren tegen het laatste besluit ongegrond verklaard. Eiser stelde dat zijn bedrijf levensvatbaar was en dat hij recht had op een langere uitkeringsperiode vanwege externe omstandigheden van tijdelijke aard. De rechtbank heeft de zaak op 3 april 2024 behandeld en op 9 april 2024 uitspraak gedaan. De rechtbank oordeelde dat de door eiser aangevoerde omstandigheden niet als externe omstandigheden van tijdelijke aard konden worden aangemerkt. De rechtbank concludeerde dat het college op goede gronden had geweigerd eiser nogmaals bijstand te verlenen. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, wat betekent dat hij geen gelijk kreeg en geen vergoeding van proceskosten ontving.