Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 februari 2024 in de zaak tussen
[eiser], uit [woonplaats], eiser
de ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, verweerder
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Indien het beroep van eiser wel ontvankelijk is, is een verlengde beslistermijn gerechtvaardigd omdat sprake is van een bijzonder geval. [4] Er moet een beslissing worden genomen over de openbaarmaking van chatberichten die eerder niet konden worden betrokken bij de beslissing op het Wob-verzoek omdat die berichten nog niet verzameld en gerubriceerd waren. Het gaat om een zeer groot aantal berichten, afkomstig van een groot aantal personen en betreft een omvangrijk, technisch complex proces, onder meer vanwege de niet gestructureerde aard van de informatiestroom. Er moest tijdrovend onderzoek worden uitgevoerd over het bewaren en archiveren van chatberichten. Chatberichten over bijvoorbeeld privéaangelegenheden en partijpolitiek, alsmede dubbele berichten, moesten eerst worden uitgefilterd. Bovendien is verweerder geconfronteerd met veel verschillende door rechtbanken opgelegde beslistermijnen. Dat belemmert verweerder in het voeren van regie wat betreft het kunnen aanbrengen van prioritering. Beroepen ingesteld wegens niet tijdig beslissen hebben daardoor hun onderscheidend vermogen helemaal verloren. Daarbovenop heeft verweerder te kampen met een beperkte capaciteit en bemoeilijkt de krapte op de arbeidsmark de aanwas van nieuwe collega’s. Verweerder verzoekt de rechtbank vanwege deze bijzondere omstandigheden een verlengde beslistermijn te bepalen, en wel tot 1 april 2024 en bij het bepalen van de hoogte van een eventueel op te leggen dwangsom ook rekening te houden met deze bijzondere omstandigheden .
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- draagt verweerder op om uiterlijk
- bepaalt dat verweerder aan eiser een dwangsom van € 100,- verbeurt voor elke dag waarmee hij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-;
- draagt verweerder op het door eiser betaalde griffierecht van € 184,- te vergoeden.