In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 april 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een terugkeerbesluit en een inreisverbod, alsook tegen een maatregel van bewaring. Eiser, die de Ghanese nationaliteit heeft en geen rechtmatig verblijf in Nederland, heeft tegen de besluiten van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris voldoende redenen heeft gegeven voor het uitvaardigen van het terugkeerbesluit en het inreisverbod, en dat eiser niet heeft aangetoond dat hij op de juiste wijze Nederland is binnengekomen. De rechtbank oordeelt dat de zware gronden voor de maatregel van bewaring, waaronder het risico op onttrekking aan het toezicht, gerechtvaardigd zijn. Eiser heeft geen bewijs geleverd voor zijn stelling dat hij rechtmatig in Nederland verbleef. De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak is openbaar gemaakt en er zijn mogelijkheden voor hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.