ECLI:NL:RBDHA:2024:5700

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 april 2024
Publicatiedatum
19 april 2024
Zaaknummer
NL23.34325
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • S. Ketelaars - Mast
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Nigeriaanse eiser op grond van ongeloofwaardigheid van biseksualiteit en lidmaatschap van Black Axe

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van een Nigeriaanse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. De eiser, die stelt biseksueel te zijn, heeft op 26 oktober 2021 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag op 13 november 2023 afgewezen, omdat de staatssecretaris de verklaringen van de eiser ongeloofwaardig achtte. De rechtbank heeft op 9 februari 2024 de zaak behandeld, waarbij zowel de eiser als zijn gemachtigde en de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren.

De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat de verklaringen van de eiser over zijn biseksualiteit en zijn lidmaatschap van de criminele organisatie Black Axe niet geloofwaardig zijn. De eiser heeft tegenstrijdige verklaringen afgelegd over zijn seksuele geaardheid, zijn relatie met zijn vriend en zijn ervaringen in Nigeria. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris voldoende rekening heeft gehouden met de medische klachten van de eiser, maar dat deze niet afdoende zijn onderbouwd. De rechtbank wijst erop dat de staatssecretaris niet ten onrechte heeft geconcludeerd dat de eiser geen geloofwaardige basis heeft gelegd voor zijn asielaanvraag.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de eiser geen recht heeft op een verblijfsvergunning en geen vergoeding van proceskosten ontvangt. De uitspraak is openbaar gemaakt en de eiser heeft de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.34325

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam eiser] , V-nummer: [V-nummer] , eiser

(gemachtigde: mr. S.R. Nohar),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

(gemachtigde: mr. B.W. Zagers).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van de asielaanvraag van eiser. Eiser stelt van Nigeriaanse nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [geboortedatum] . Hij heeft op 26 oktober 2021 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De staatssecretaris heeft met het bestreden besluit van 13 november 2023 deze aanvraag afgewezen als ongegrond.
1.1.
De rechtbank heeft het beroep op 9 februari 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van de staatssecretaris.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt of de staatssecretaris de asielaanvraag van eiser terecht heeft afgewezen als ongegrond. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiser.
3. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de staatssecretaris het bestreden besluit terecht en op goede gronden genomen. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Het asielrelaas
4. Eiser legt aan zijn asielaanvraag het volgende ten grondslag. Hij is biseksueel. Hij en zijn vriend zijn betrapt. Eiser en zijn vriend werden meegenomen naar de markt om daar publiekelijk ter verantwoording te worden geroepen. Een rijke, vooraanstaande man heeft hen gered door hen mee te nemen. Eiser en zijn vriend hebben bij deze man een belofte moeten afleggen en toen heeft de man de reis van eiser en zijn vriend naar Europa geregeld. Eisers vriend is onderweg verdronken. Eiser vreest voor de man, omdat hij geen contact heeft opgenomen na de reis en hem geld is verschuldigd voor de reis. Verder vreest eiser voor Black Axe, omdat hij zich heeft onttrokken aan de organisatie en vanwege zijn biseksualiteit. Ook vreest hij voor de Nigeriaanse regering, omdat homoseksualiteit verboden is in Nigeria.
Het bestreden besluit
5. Het asielrelaas van eiser bevat volgens de staatssecretaris de volgende relevante elementen:
1. Identiteit, nationaliteit en herkomst
2. Biseksuele gerichtheid
3. Problemen vanwege eisers biseksuele gerichtheid
4. Lidmaatschap Black Axe
5. Schuld bij [naam]
5.1.
De staatssecretaris gaat, hoewel eiser zijn identiteit, nationaliteit en herkomst niet heeft onderbouwd, bij de beoordeling van eisers asielaanvraag uit van de door eiser verstrekte gegevens. De staatssecretaris hecht geen geloof aan eisers biseksuele gerichtheid, de door eiser gestelde problemen als gevolg van deze gerichtheid, zijn lidmaatschap van Black Axe en zijn schuld bij de rijke, vooraanstaande man. De staatssecretaris vindt eisers verklaringen tegenstrijdig, vaag, summier en onpersoonlijk. De staatssecretaris concludeert daarom dat de asielaanvraag ongegrond is.
Beroepsgronden
6. Eiser stelt, samengevat, dat de staatssecretaris ten onrechte geen geloof hecht aan zijn verklaringen. Eiser vindt dat hij moet worden aangemerkt als vluchteling en dat zijn terugkeer naar Nigeria in strijd is met artikel 3 EVRM.
Beoordeling
7. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de staatssecretaris niet ten onrechte het asielrelaas van eiser ongeloofwaardig geacht.
Medische klachten en referentiekader
8. Voor zover eiser heeft gesteld dat de staatssecretaris bij de beoordeling onvoldoende rekening heeft gehouden met zijn medische klachten en met zijn referentiekader, overweegt de rechtbank als volgt. De staatssecretaris heeft zich terecht op het standpunt gesteld dat eiser zijn psychische klachten niet heeft onderbouwd. Verder heeft de staatssecretaris er op mogen wijzen dat bij de gehoren rekening is gehouden met eisers referentiekader door bijvoorbeeld het stellen van korte vragen en het herhalen van vragen. Ook is de rechtbank van oordeel dat de staatssecretaris bij de motivering in het bestreden besluit voldoende heeft betrokken dat eiser bij het medisch onderzoek door Medifirst heeft aangegeven dat hij zich geen exacte data kan herinneren omtrent zijn asielrelaas en dat hij dit bij benadering kan aangeven (maanden, seizoenen en jaartallen). De staatssecretaris heeft zich naar het oordeel van de rechtbank, zoals hierna onder 9.2 overwogen, terecht op het standpunt gesteld dat het niet kunnen geven van exacte data geen afdoende verklaring is voor de tegenstrijdige verklaringen die eiser heeft afgelegd.
Biseksualiteit
9. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de staatssecretaris zich niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat geen geloof wordt gehecht aan eisers verklaringen over zijn biseksualiteit.
9.1.
De staatssecretaris heeft eiser mogen tegenwerpen dat hij tegenstrijdig heeft verklaard over zijn gevoelens voor vrouwen. De staatssecretaris heeft erop mogen wijzen dat uit eisers verklaringen volgt dat hij in zijn land van herkomst een relatie heeft gehad met een vrouw gedurende ongeveer zeven maanden waarbij zij elkaar meerdere keren in de week zagen. Eiser heeft zowel verklaard dat hij haar leuk vond als dat het contact alleen van haar uit tot stand kwam, omdat zij achter hem aanliep en dat hij er alleen op in ging omdat hij als elektricien een klus voor haar deed en het geld dat hij daarmee verdiende nodig had. Verder heeft eiser ook verklaard dat hij soms behoefte heeft om met een vrouw te zijn. De staatssecretaris heeft er op mogen wijzen dat eiser ook heeft verklaard dat hij in Nederland, toen hij op straat leefde, alleen voor een overnachtingsplaats en een douche seks had met vrouwen. De staatssecretaris heeft eisers verklaring dat hij wel kan genieten van seks met vrouwen, maar dat hij niet verliefd op ze kan worden, als verklaring onvoldoende mogen achten. Voor zover eiser heeft aangegeven dat hij zich tijdens het aanvullend gehoor ongelukkig heeft uitgedrukt over het al dan niet vallen op vrouwen, mede doordat hij zich toen niet op zijn gemak voelde en dat hij daarom correcties en aanvullingen op het rapport van het aanvullend gehoor heeft ingediend, die als een essentieel onderdeel van de asielprocedure moeten worden aangemerkt, is de rechtbank van oordeel dat de staatssecretaris erop heeft mogen wijzen dat de correcties en aanvullingen niet zijn bedoeld om een nieuw asielrelaas naar voren te brengen. De staatssecretaris heeft eisers verklaringen dat hij seks met vrouwen wel leuk vindt, maar dat hij dan geen liefdesgevoelens heeft, dat zijn voorkeur niet uitgaat naar seks met vrouwen, maar als hij door omstandigheden toch seks met ze moet hebben hij dat niet erg vindt, onvoldoende mogen achten voor de tegenstrijdigheden in zijn asielrelaas over zijn gestelde biseksualiteit.
9.2.
Verder heeft de staatssecretaris eiser niet ten onrechte tegengeworpen dat eiser wisselend heeft verklaard over de duur van zijn relatie met zijn vriend in het land van herkomst. Zo heeft hij verklaard dat de relatie een jaar en een paar maanden duurde als ook dat de relatie meer dan drie jaar heeft geduurd, terwijl uit andere verklaringen van eiser volgt dat de duur van de relatie ongeveer acht jaar was. Eisers verklaring dat hij niet meer precies weet hoe lang de relatie heeft geduurd omdat het ontstaan van de relatie inmiddels lange tijd geleden is, heeft de staatssecretaris onvoldoende mogen achten. Ditzelfde geldt voor eisers verklaring dat hij dichtklapt als er over zijn vriend in het land van herkomst wordt gesproken, nu zijn vriend onderweg op zee is omgekomen en eiser dit zichzelf verwijt en eiser getraumatiseerd is door deze gebeurtenis. De staatssecretaris heeft er op mogen wijzen dat eiser geen correcties en aanvullingen heeft ingediend op de rapporten van de gehoren wat betreft de duur van de relatie en verder ook dat in het rapport van Medifirst staat dat eiser heeft aangegeven dat hij wel bij benadering data kan noemen (maanden, seizoenen, jaartallen). De staatssecretaris heeft zich op het standpunt mogen stellen dat eiser gelet hierop geen afdoende verklaring heeft gegeven voor de grote verschillen in zijn verklaringen over de duur van zijn relatie.
9.3.
Ook heeft de staatssecretaris eiser mogen tegenwerpen dat hij zijn verklaringen over de aard van de aanrakingen van jongens, waaronder zijn (latere) vriend, op het voetbalveld, heeft aangepast. De staatssecretaris heeft erop mogen wijzen dat eiser de verklaringen over de aanrakingen en zoenen in eerste instantie deed om zijn gestelde biseksualiteit te onderbouwen, maar later heeft verklaard dat de aanrakingen en zoenen normaal waren in de omstandigheden en niet seksueel waren. Verder heeft de staatssecretaris erop mogen wijzen dat eiser zijn seksuele gevoelens geheim wilde houden, maar tegelijkertijd doorging met de aanrakingen op het voetbalveld van de jongens en later zijn vriend en dit in negatieve zin opviel bij de jongens.
9.4.
Ook heeft de staatssecretaris zich op het standpunt mogen stellen dat eiser summier heeft verklaard over zijn relatie met zijn vriend in Nederland. Eiser is in de gelegenheid gesteld inzicht in de relatie te geven, maar de staatssecretaris heeft zijn verklaringen niet afdoende mogen achten. De staatssecretaris heeft zich op het standpunt mogen stellen dat eiser geen inzicht heeft gegeven in de wijze waarop hij en zijn vriend met elkaar omgaan en hoe zij invulling aan de relatie geven, en dat eiser ook niet inzichtelijk kan maken wat zijn mooiste herinnering van zijn relatie is en wat hij aantrekkelijk vindt aan zijn vriend. Verder heeft de staatssecretaris de overgelegde verklaring van eisers vriend dat zij een relatie hebben, zij van elkaar houden en zij een leven willen opbouwen, te summier en onpersoonlijk mogen achten om eisers eigen verklaringen over de relatie anders te beoordelen. Eisers stelling dat zijn vriend er geen belang bij heeft om te liegen, omdat hij dan zijn verblijfsvergunning kan kwijtraken, maakt dit niet anders. De staatssecretaris heeft erop mogen wijzen dat dat het aan eiser is om zijn relaas aannemelijk te maken en dat dit aannemelijk maken niet gebeurt aan de hand van een verklaring van zijn vriend. Verder heeft de staatssecretaris wat betreft de waarde van de verklaring van eisers vriend mogen laten meewegen dat eisers vriend belang heeft bij een verblijfsvergunning voor eiser. Hieruit volgt dat de staatssecretaris geen noodzaak heeft hoeven zien om eisers vriend en eiser (aanvullend) te horen.
9.5.
Verder heeft de staatssecretaris in negatieve zin mogen laten meewegen in de geloofwaardigheidsbeoordeling dat eisers verklaringen over contacten met LHBTI- organisaties in Nederland vaag en onpersoonlijk zijn, terwijl eiser heeft verklaard vaak bij bijeenkomsten te zijn geweest en dat deze belangrijk voor hem waren. Ook heeft de staatssecretaris in negatieve zin mogen laten meewegen dat eiser de kleuren van de regenboogvlag niet kan benoemen, nu hij heeft verklaard T-shirts en een armband met de vlag te hebben gedragen. Ook in negatieve zin heeft de staatssecretaris mogen laten meewegen dat eiser niet heeft geprobeerd contact te zoeken met het ziekenhuis en de politie om aan bewijsstukken te komen in verband met de mishandeling vanwege zijn seksuele geaardheid in Nederland, waarover hij heeft verklaard. Ook heeft de staatssecretaris eiser mogen tegenwerpen dat hij wisselend heeft verklaard over de positie van LHBTI in Nigeria.
10. Gelet op de niet ten onrechte ongeloofwaardig geachte biseksualiteit heeft de staatssecretaris ook niet ten onrechte geen geloof gehecht aan de door eiser gestelde problemen als gevolg van zijn gestelde biseksualiteit. De rechtbank gaat daarom niet in op de beroepsgronden die betrekking hebben op deze gestelde problemen.
Black Axe
11. Verder heeft de staatssecretaris niet ten onrechte geen geloof gehecht aan eisers verklaringen over zijn lidmaatschap van Black Axe. Dat eiser geïntroduceerd zou zijn bij Black Axe door een lid dat ervan op de hoogte was dat jongens niet met hem wilden omgaan door de manier waarop hij jongens aanraakte, heeft de staatssecretaris niet aannemelijk hoeven achten, nu er van kan worden uitgegaan dat dit lid wist dat Black Axe tegen homoseksualiteit is. Verder heeft de staatssecretaris eiser mogen tegenwerpen dat hij geen verklaring heeft gegeven voor zijn verschillende verklaringen over de duur van zijn lidmaatschap van Black Axe. De staatssecretaris heeft er niet ten onrechte op gewezen dat eiser met zijn verklaring in de correcties en aanvullingen dat zijn lidmaatschap tien jaar heeft geduurd, geen verklaring heeft gegeven waarom hij ook heeft verklaard dat het lidmaatschap één jaar, drie jaar en vijf a zes jaar was. Ook heeft de staatssecretaris zich niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat eiser wisselend heeft verklaard over het lidmaatschapssysteem van Black Axe en over zijn eigen lidmaatschap. Zo heeft hij wisselende woorden gebruikt om een basislid, FM-lid aan te duiden, namelijk floormember, familiary member en fellow member. Ook heeft hij wisselende verklaringen gegeven van de betekenis van een VIP-lid. Ook heeft hij zowel verklaard dat hij VIP-lid was als dat hij geen VIP-lid was. Verder heeft de staatssecretaris eiser mogen tegenwerpen dat hij zowel heeft verklaard veel contactmomenten met Black Axe te hebben gehad, als dat hij er na de inwijding maar een paar keer is geweest. De staatssecretaris heeft erop mogen wijzen dat eiser voor voormelde tegenstrijdigheden geen (afdoende) verklaring heeft gegeven. Ook heeft de staatssecretaris eisers verklaringen dat hij door middel van het betalen van geld kon afzien van deelname aan de criminele activiteiten niet overtuigend kunnen vinden. De staatssecretaris heeft het niet aannemelijk mogen achten dat Black Axe eiser voor de kleine bedragen die eiser heeft genoemd volwaardig lid liet zijn en eiser daarmee toegang had tot bescherming, feestjes en kennis over de groepering die enkel voor ingewijden beschikbaar zijn. Nu Black Axe een criminele organisatie is, heeft de staatssecretaris het ook niet ten onrechte ongeloofwaardig geacht dat eiser tien jaar lang volwaardig lid heeft kunnen zijn, zonder aan een enkele actie mee te doen.
De rijke, vooraanstaande man
12. Ten slotte heeft de staatssecretaris naar het oordeel van de rechtbank ook eisers verklaringen over de rijke, vooraanstaande man niet ten onrechte ongeloofwaardig geacht. De staatssecretaris heeft zich, gelet op de niet ten onrechte ongeloofwaardig geachte verklaringen van eiser over zijn biseksualiteit, op het standpunt mogen stellen dat het niet geloofwaardig is dat de man eiser onder zijn hoede nam, borg voor hem betaalde en hem uiteindelijk geld leende om het land te verlaten. Verder heeft de staatssecretaris eiser mogen tegenwerpen dat eiser wisselend heeft verklaard over het ritueel dat werd uitgevoerd door de man voor de belofte die eiser moest maken, namelijk zowel over het knippen van nagels als het afnemen van bloed. Eisers verklaring dat er tijdens de belofte verschillende handelingen werden verricht, heeft de staatssecretaris gelet op de door eiser tijdens de gehoren afgelegde verklaringen niet afdoende hoeven achten. Ook heeft de staatssecretaris het vreemd mogen achten dat eiser een overeenkomst, inclusief een ritueel, aangaat terwijl hij niet op de hoogte is wat deze overeenkomst precies behelst. Eiser weet niet groot het bedrag is dat hij heeft geleend, niet welk bedrag hij moet terugbetalen en ook niet hoe hij het geld had moeten terugbetalen, ook niet nadat de man bij zijn vader langs was gegaan om over de schuld te praten, zoals eiser heeft verklaard. Eisers stelling dat de man eiser voor altijd aan het lijntje kan houden door geen bedrag te noemen, heeft de staatssecretaris als verklaring onvoldoende mogen achten. Verder heeft de staatssecretaris eiser mogen tegenwerpen dat hij geen concrete informatie heeft verschaft over de man en de dreiging die er van hem uit zou gaan in verband met het moeten terugbetalen van geld. Eisers stelling dat zijn familie na het overlijden van zijn ouders het contact met eiser heeft verbroken en dat hij dus niets meer aan zijn familie kan vragen over het risico van de man, heeft de staatssecretaris niet tot een ander standpunt hoeven brengen.
Mensenhandel
13. Voor zover eiser heeft gesteld dat hij bij terugkeer een risico loopt op schending van artikel 3 EVRM in verband met mensenhandel, onder verwijzing naar informatie in het ambtsbericht over Nigeria [1] en naar de uitspraak van de Afdeling [2] van 23 november 2023 [3] , overweegt de rechtbank als volgt. Eisers beroep slaagt niet, reeds omdat de staatssecretaris zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat eisers relaas over de rijke, vooraanstaande man en de schuld voor de reis niet geloofwaardig is en eiser daarmee, anders dan in de zaak bij de Afdeling, niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij slachtoffer is van mensenhandel.

Conclusie en gevolgen

14. De staatssecretaris heeft de aanvraag terecht afgewezen als ongegrond.
Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat eiser geen gelijk krijgt. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S. Ketelaars - Mast, rechter, in aanwezigheid van
mr. M.J.C. ten Hoopen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 4 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.het algemeen ambtsbericht Nigeria van het ministerie van Buitenlandse Zaken van januari 2023
2.Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State