9.5.Verder heeft de staatssecretaris in negatieve zin mogen laten meewegen in de geloofwaardigheidsbeoordeling dat eisers verklaringen over contacten met LHBTI- organisaties in Nederland vaag en onpersoonlijk zijn, terwijl eiser heeft verklaard vaak bij bijeenkomsten te zijn geweest en dat deze belangrijk voor hem waren. Ook heeft de staatssecretaris in negatieve zin mogen laten meewegen dat eiser de kleuren van de regenboogvlag niet kan benoemen, nu hij heeft verklaard T-shirts en een armband met de vlag te hebben gedragen. Ook in negatieve zin heeft de staatssecretaris mogen laten meewegen dat eiser niet heeft geprobeerd contact te zoeken met het ziekenhuis en de politie om aan bewijsstukken te komen in verband met de mishandeling vanwege zijn seksuele geaardheid in Nederland, waarover hij heeft verklaard. Ook heeft de staatssecretaris eiser mogen tegenwerpen dat hij wisselend heeft verklaard over de positie van LHBTI in Nigeria.
10. Gelet op de niet ten onrechte ongeloofwaardig geachte biseksualiteit heeft de staatssecretaris ook niet ten onrechte geen geloof gehecht aan de door eiser gestelde problemen als gevolg van zijn gestelde biseksualiteit. De rechtbank gaat daarom niet in op de beroepsgronden die betrekking hebben op deze gestelde problemen.
11. Verder heeft de staatssecretaris niet ten onrechte geen geloof gehecht aan eisers verklaringen over zijn lidmaatschap van Black Axe. Dat eiser geïntroduceerd zou zijn bij Black Axe door een lid dat ervan op de hoogte was dat jongens niet met hem wilden omgaan door de manier waarop hij jongens aanraakte, heeft de staatssecretaris niet aannemelijk hoeven achten, nu er van kan worden uitgegaan dat dit lid wist dat Black Axe tegen homoseksualiteit is. Verder heeft de staatssecretaris eiser mogen tegenwerpen dat hij geen verklaring heeft gegeven voor zijn verschillende verklaringen over de duur van zijn lidmaatschap van Black Axe. De staatssecretaris heeft er niet ten onrechte op gewezen dat eiser met zijn verklaring in de correcties en aanvullingen dat zijn lidmaatschap tien jaar heeft geduurd, geen verklaring heeft gegeven waarom hij ook heeft verklaard dat het lidmaatschap één jaar, drie jaar en vijf a zes jaar was. Ook heeft de staatssecretaris zich niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat eiser wisselend heeft verklaard over het lidmaatschapssysteem van Black Axe en over zijn eigen lidmaatschap. Zo heeft hij wisselende woorden gebruikt om een basislid, FM-lid aan te duiden, namelijk floormember, familiary member en fellow member. Ook heeft hij wisselende verklaringen gegeven van de betekenis van een VIP-lid. Ook heeft hij zowel verklaard dat hij VIP-lid was als dat hij geen VIP-lid was. Verder heeft de staatssecretaris eiser mogen tegenwerpen dat hij zowel heeft verklaard veel contactmomenten met Black Axe te hebben gehad, als dat hij er na de inwijding maar een paar keer is geweest. De staatssecretaris heeft erop mogen wijzen dat eiser voor voormelde tegenstrijdigheden geen (afdoende) verklaring heeft gegeven. Ook heeft de staatssecretaris eisers verklaringen dat hij door middel van het betalen van geld kon afzien van deelname aan de criminele activiteiten niet overtuigend kunnen vinden. De staatssecretaris heeft het niet aannemelijk mogen achten dat Black Axe eiser voor de kleine bedragen die eiser heeft genoemd volwaardig lid liet zijn en eiser daarmee toegang had tot bescherming, feestjes en kennis over de groepering die enkel voor ingewijden beschikbaar zijn. Nu Black Axe een criminele organisatie is, heeft de staatssecretaris het ook niet ten onrechte ongeloofwaardig geacht dat eiser tien jaar lang volwaardig lid heeft kunnen zijn, zonder aan een enkele actie mee te doen.
De rijke, vooraanstaande man
12. Ten slotte heeft de staatssecretaris naar het oordeel van de rechtbank ook eisers verklaringen over de rijke, vooraanstaande man niet ten onrechte ongeloofwaardig geacht. De staatssecretaris heeft zich, gelet op de niet ten onrechte ongeloofwaardig geachte verklaringen van eiser over zijn biseksualiteit, op het standpunt mogen stellen dat het niet geloofwaardig is dat de man eiser onder zijn hoede nam, borg voor hem betaalde en hem uiteindelijk geld leende om het land te verlaten. Verder heeft de staatssecretaris eiser mogen tegenwerpen dat eiser wisselend heeft verklaard over het ritueel dat werd uitgevoerd door de man voor de belofte die eiser moest maken, namelijk zowel over het knippen van nagels als het afnemen van bloed. Eisers verklaring dat er tijdens de belofte verschillende handelingen werden verricht, heeft de staatssecretaris gelet op de door eiser tijdens de gehoren afgelegde verklaringen niet afdoende hoeven achten. Ook heeft de staatssecretaris het vreemd mogen achten dat eiser een overeenkomst, inclusief een ritueel, aangaat terwijl hij niet op de hoogte is wat deze overeenkomst precies behelst. Eiser weet niet groot het bedrag is dat hij heeft geleend, niet welk bedrag hij moet terugbetalen en ook niet hoe hij het geld had moeten terugbetalen, ook niet nadat de man bij zijn vader langs was gegaan om over de schuld te praten, zoals eiser heeft verklaard. Eisers stelling dat de man eiser voor altijd aan het lijntje kan houden door geen bedrag te noemen, heeft de staatssecretaris als verklaring onvoldoende mogen achten. Verder heeft de staatssecretaris eiser mogen tegenwerpen dat hij geen concrete informatie heeft verschaft over de man en de dreiging die er van hem uit zou gaan in verband met het moeten terugbetalen van geld. Eisers stelling dat zijn familie na het overlijden van zijn ouders het contact met eiser heeft verbroken en dat hij dus niets meer aan zijn familie kan vragen over het risico van de man, heeft de staatssecretaris niet tot een ander standpunt hoeven brengen.
13. Voor zover eiser heeft gesteld dat hij bij terugkeer een risico loopt op schending van artikel 3 EVRM in verband met mensenhandel, onder verwijzing naar informatie in het ambtsbericht over Nigeriaen naar de uitspraak van de Afdelingvan 23 november 2023, overweegt de rechtbank als volgt. Eisers beroep slaagt niet, reeds omdat de staatssecretaris zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat eisers relaas over de rijke, vooraanstaande man en de schuld voor de reis niet geloofwaardig is en eiser daarmee, anders dan in de zaak bij de Afdeling, niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij slachtoffer is van mensenhandel.