ECLI:NL:RBDHA:2024:5847
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig nemen van besluit op aanvraag machtiging tot voorlopig verblijf
In deze zaak heeft eiser Soubhi Shaaban op 4 september 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op zijn aanvraag van 13 oktober 2022 voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) in het kader van nareis. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder niet heeft gereageerd op het verzoek om stukken in te dienen en heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank heeft het verzoek van eiser om vrijstelling van griffierecht toegewezen, omdat dit voldoende onderbouwd was. Verder heeft de rechtbank vastgesteld dat het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld moet worden met een besluit, zoals bepaald in artikel 6:2 van de Awb. Eiser heeft verweerder rechtsgeldig in gebreke gesteld, maar tot op heden is er geen besluit genomen. Hierdoor is het beroep kennelijk gegrond.
De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen acht weken na de uitspraak alsnog een besluit bekend te maken op de aanvraag van eiser. Tevens is er een dwangsom van €100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van €7.500,-. Daarnaast is verweerder een bestuurlijke dwangsom van €1.442,- verschuldigd, omdat meer dan 42 dagen zijn verstreken zonder besluit. Eiser is ook in de proceskosten vergoed, vastgesteld op €437,50. De uitspraak is gedaan door mr. M.L. Weerkamp, rechter, en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.