ECLI:NL:RBDHA:2024:609

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
16 januari 2024
Publicatiedatum
22 januari 2024
Zaaknummer
NL23.32067
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Somalische eiseres met betrekking tot dreiging door Al-Shabaab en geloofwaardigheid van haar relaas

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van een Somalische eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres, geboren in 1993, heeft op 12 oktober 2022 een aanvraag ingediend, die op 9 oktober 2023 werd afgewezen als ongegrond. De rechtbank heeft de zaak op 3 november 2023 behandeld, waarbij zowel eiseres als haar gemachtigden aanwezig waren. Eiseres stelt dat haar man door Al-Shabaab is ontvoerd nadat hij weigerde wapens te vervoeren. Na zijn verdwijning is eiseres zelf ook bedreigd door Al-Shabaab, wat haar heeft doen besluiten te vluchten naar Mogadishu.

De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de afwijzing van de asielaanvraag terecht heeft gedaan. De staatssecretaris achtte de identiteit en nationaliteit van eiseres geloofwaardig, maar de bedreigingen door Al-Shabaab en de ontvoering van haar man ongeloofwaardig. De rechtbank stelt dat eiseres niet voldoende bewijs heeft geleverd voor haar relaas en dat de staatssecretaris niet ten onrechte heeft geconcludeerd dat er een vestigingsalternatief voor eiseres in Somalië is. De rechtbank wijst erop dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij als alleenstaande vrouw moet worden beschouwd bij terugkeer naar Somalië, aangezien zij eerder bescherming heeft kunnen krijgen van haar stamgenoten in Mogadishu. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de asielaanvraag.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.32067

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 januari 2024 in de zaak tussen

[eiseres], v-nummer: [nummer], eiseres

(gemachtigde: mr. H.M. Schurink-Smit),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

(gemachtigde: C.D.G van IJzendoorn).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag. Eiseres stelt van Somalische nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [geboortedatum] 1993. Zij heeft op 12 oktober 2022 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaald tijd ingediend. De staatssecretaris heeft met het bestreden besluit van 9 oktober 2023 deze aanvraag afgewezen als ongegrond.
1.1.
De rechtbank heeft het beroep op 3 november 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van de staatssecretaris.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt de afwijzing van de asielaanvraag van eiseres. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
3. Het beroep is ongegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Het asielrelaas
4. Eiseres legt aan haar asielaanvraag het volgende ten grondslag. De man van eiseres is benaderd door Al-Shabaab om wapens en munitie te vervoeren in Somalië. Haar man weigerde dit, waarop hij is meegenomen door Al-Shabaab. Nadat haar man was meegenomen is eiseres tweemaal door Al-Shabaab benaderd bij haar thuis. Eiseres moest binnen 48 uur haar man naar Al-Shabaab brengen anders zou eiseres worden uitgehuwelijkt aan een strijder van Al-Shabaab. Eiseres is gevlucht – nadat haar vader dat had gevraagd – naar de wijk [wijk] in Mogadishu. In Mogadishu is eiseres gebeld door een Al-Shabaab-strijder die vertelde dat Al-Shabaab haar vader zou hebben gedood. Eiseres vreest bij terugkeer voor Al-Shabaab.

Het bestreden besluit

5. Het asielrelaas van eiseres bevat volgens de staatssecretaris de volgende relevante elementen: (1) identiteit, nationaliteit en herkomst, (2) benadering Al-Shabaab, de daaropvolgende ontvoering en verdwijning van haar man en (3) de problemen naar aanleiding van de verdwijning van haar man.
5.1.
De staatssecretaris heeft het eerste relevante element geloofwaardig geacht. De staatssecretaris heeft echter de benadering door Al-Shabaab, de daaropvolgende ontvoering en verdwijning van de man van eiseres en de problemen van eiseres naar aanleiding van de verdwijning van haar man ongeloofwaardig bevonden.
De staatssecretaris neemt wel aan dat eiseres bij terugkeer naar haar dorp, [dorp], een reëel risico loopt op ernstige schade, omdat dat dorp onder controle staat van Al-Shabaab. De staatssecretaris vindt echter dat er een vestigingsalternatief binnen Somalië is. Eiseres kan volgens de staatssecretaris niet beschouwd worden als een alleenstaande vrouw bij terugkeer naar Somalië.
Mocht de staatssecretaris de benadering door Al-Shabaab en de daaropvolgende ontvoering en verdwijning van de man van eiseres ongeloofwaardig achten?
6. Eiseres betoogt dat de staatssecretaris ten onrechte het standpunt inneemt dat de benadering van haar man door Al-Shabaab en zijn verdwijning ongeloofwaardig zijn. Volgens eiseres is haar man benaderd door Al-Shabaab, waarna Al-Shabaab haar man heeft laten gaan en hem twee uur later – vanuit zijn huis – alsnog hebben meegenomen. Deze handelswijze door Al-Shabaab is wel degelijk mogelijk. Ter onderbouwing van haar betoog voert eiseres aan dat het bekend is dat Al-Shabaab werkt op verschillende regionale onderdelen die zelfstandig opereren, waarbij gebruik wordt gemaakt van gedwongen rekrutering. [1] Het is volgens eiseres goed in te denken dat de jongens die in de organisatie van Al-Shabaab werkzaam zijn niet direct zelf beslissingen mogen nemen, maar eerst moeten overleggen met hun meerderen. Gelet op het feit dat niet uit landeninformatie blijkt dat Al-Shabaab direct overgaat tot het inrekenen van personen, valt door eiseres niet in te zien waarom de vermoedens van de staatssecretaris juist zijn en die van eiseres niet. Tevens gaat de staatssecretaris uit van een bepaalde werkwijze door Al-Shabaab zonder aan te geven op grond waarvan de staatssecretaris meent dat Al-Shabaab op de gestelde wijze werkt en zonder te verwijzen naar externe landeninformatie waaruit blijkt dat de werkwijze omschreven door eiseres niet juist is.
Daarnaast betoogt eiseres dat niet van haar verwacht kan worden dat zij een concrete toelichting kan geven over wat er met haar man is gebeurd nadat hij is meegenomen door Al-Shabaab. Zij heeft, nadat hij is meegenomen, niets meer van hem vernomen. Alleen van Al-Shabaab heeft eiseres begrepen dat haar man niet meer bij hen verblijft. Hieruit kan door eiseres alleen de conclusie worden getrokken dat het haar man gelukt is om zich aan Al-Shabaab te onttrekken. Volgens eiseres is het niet onmogelijk om te vluchten van Al-Shabaab en heeft de staatssecretaris vaker vluchtverhalen gehoord van mensen die van Al-Shabaab zijn ontsnapt. Het enkele feit dat de man van eiseres kennelijk is ontsnapt maakt niet dat haar asielrelaas ongeloofwaardig is.
Tot slot merkt eiseres over de tegenstrijdige verklaringen van de verblijfplaats van haar man op dat sprake is van een misverstand en dat zij dit misverstand bij de correcties en aanvullingen heeft aangegeven. Volgens eiseres is er wellicht sprake van vertalingsproblemen of heeft de tolk haar niet goed begrepen. Eiseres heeft altijd gedetailleerd over haar asielrelaas verklaard. Haar verklaringen zijn niet tegenstrijdig en consistent met externe informatie. [2]
6.1.
Dit betoog slaagt niet. De rechtbank stelt voorop dat het in beginsel aan eiseres is om haar asielrelaas aannemelijk te maken. Zoals de staatssecretaris op de zitting heeft toegelicht is externe landeninformatie betrokken bij de beoordeling van het asielrelaas van eiseres, waaronder het gegeven dat Al-Shabaab een terroristische organisatie is die heerst met harde hand, zoals ook eiseres zelf heeft verklaard. De staatssecretaris wijst er niet ten onrechte op dat uit het algemeen ambtsbericht uit 2023 blijkt dat gedwongen rekrutering door Al-Shabaab voorkomt, maar met name van kinderen. De man van eiseres valt niet in die groep. Het grootste deel van de rekruten meldt zich bovendien op vrijwillige basis aan bij Al-Shabaab, zo blijkt uit het ambtsbericht. Een weigering om jongeren af te staan aan Al-Shabaab leidt tot repercussies van Al-Shabaab. [3] De staatssecretaris stelt zich tegen deze achtergrond niet ten onrechte op het standpunt dat het opmerkelijk is dat Al-Shabaab de man van eiseres na de weigering om mee te werken heeft laten gaan en hem twee uur later thuis heeft opgehaald om hem alsnog mee te nemen. De enkele stelling dat gerekruteerde leden van Al-Shabaab wellicht eerst moeten overleggen met hun meerderen maakt dit niet anders. De staatssecretaris stelt zich niet ten onrechte op het standpunt dat dit gebaseerd is op vermoedens en dat dat, gelet op de genoemde landeninformatie over Al-Shabaab, niet aannemelijk is.
Ook heeft de staatssecretaris niet ten onrechte overwogen dat de stelling dat de man van eiseres is ontsnapt van Al-Shabaab een vermoeden is. Dit kan niet worden geconcludeerd uit het enkele (gestelde) feit dat Al-Shabaab aangeeft dat de man van eiseres niet meer bij hen verblijft.
Daarnaast legt eiseres in haar beroepsgronden niet uit waar het misverstand over de tegenstrijdige verklaringen van de verblijfplaats van de man van eiseres op ziet. De enkele stelling dat het kan voorkomen dat eiseres alle vragen van de tolk goed heeft begrepen, maar de tolk wellicht de vraag verkeerd heeft vertaald of niet heeft begrepen, is onvoldoende, bovendien niet geconcretiseerd en gebaseerd om vermoedens. Om die reden stelt de staatssecretaris zich terecht op het standpunt dat eiseres niet consistent heeft verklaard over de verblijfplaats van haar man. Gezien het voorgaande heeft de staatssecretaris niet ten onrechte geconcludeerd dat het asielrelaas van eiseres op dit punt ongeloofwaardig is.
Mocht de staatssecretaris de problemen van eiseres na de verdwijning van haar man ongeloofwaardig achten?
7. Eiseres betoogt vervolgens dat de staatssecretaris ten onrechte het standpunt inneemt dat de problemen van eiseres na de verdwijning van haar man ongeloofwaardig zijn. Volgens eiseres heeft Al-Shabaab het uithuwelijken gebruikt als dreigement zodat eiseres haar man zou uitleveren aan hen. Om die reden heeft Al-Shabaab eiseres niet direct uitgehuwelijkt. De man van eiseres wordt door Al-Shabaab aangemerkt als afvallige en daarmee wordt eiseres door hen gezien als ongetrouwde vrouw. Daarom zou Al-Shabaab haar kunnen toe-eigenen. [4] Tevens is het bekend dat Al-Shabaab vaak vrouwen uithuwelijkt. [5] Volgens eiseres gaat ook hier de staatssecretaris uit van een bepaalde werkwijze door Al-Shabaab die niet op landeninformatie is gebaseerd en stelt de staatssecretaris zijn eigen vermoedens en aannames boven die van eiseres. Daarnaast ziet eiseres niet in waarom de staatssecretaris vindt dat zij meer details over het overlijden van haar vader moet kunnen geven. Dit zijn gruwelijke details die niemand over zijn vader zou willen weten en eiseres wilde haar moeder niet met deze vragen lastigvallen. Voor eiseres is het niet van belang op welke wijze haar vader is overleden, enkel dat hij is overleden. Zij heeft gehoord dat haar vader is vermoord en op straat is gevonden. Volgens eiseres is het evident dat haar vader door Al-Shabaab om het leven is gebracht.
7.1.
Ook dit betoog slaagt niet. De staatssecretaris werpt eiseres ten eerste niet ten onrechte tegen dat, omdat eiseres de verdwijning en vermissing van haar man niet aannemelijk heeft gemaakt, dit afdoet aan de geloofwaardigheid van de problemen die uit die verdwijning voortvloeien. Ten tweede strookt het betoog van eiseres dat het uithuwelijken is gebruikt als dreigement door Al-Shabaab en zij daarom niet direct is uitgehuwelijkt niet met haar verklaringen in het nader gehoor. Eiseres verklaart in het nader gehoor namelijk dat Al-Shabaab direct zei dat haar man als afvallige werd beschouwd, dat zij hierdoor niet meer getrouwd is met haar man en dat zij met een van de strijders van Al-Shabaab gaat trouwen. Dat heeft de staatssecretaris niet ten onrechte ongerijmd gevonden met de verklaring van eiseres dat Al-Shabaab haar en haar vader 48 uur de tijd gaven om de man van eiseres aan Al-Shabaab te overhandigen anders zou eiseres met een van de strijders van Al-Shabaab trouwen. [6] Tevens blijkt uit het door eiseres aangehaalde algemeen ambtsbericht over Somalië dat Al-Shabaab met name ontheemden vrouwen, leden van minderheidsclans of de vrouwen van families en subclans die niet aan de financiële eisen van Al-Shabaab konden voldoen slachtoffer werden van een gedwongen huwelijk. Niet is gebleken dat eiseres onder deze groepen valt. Ook maakt het enkele feit dat uit het algemeen ambtsbericht blijkt dat Al-Shabaab vrouwen dwingt tot een huwelijk niet dat eiseres aannemelijk maakt dat zij op dat moment door Al-Shabaab is uitgehuwelijkt.
Daarnaast merkt de staatssecretaris niet ten onrechte op dat het opmerkelijk is dat de dood van de vader van eiseres de reden is dat zij het land heeft verlaten, maar zij niet inzichtelijk kan maken hoe haar vader is overleden. Dat het voor eiseres niet van belang is hoe haar vader is overleden is in dat verband niet aannemelijk. De staatssecretaris wijst er ook terecht op dat eiseres heeft verklaard dat ze het over de dood van haar vader nog heeft gehad met haar moeder. Ook in dat verband heeft de staatssecretaris meer details van eiseres mogen verwachten op dit punt.
Zwaarwegendheid
8. Eiseres voert aan dat, nu haar vader is overleden en haar man is vermist, zij beschouwd moet worden als een alleenstaande vrouw bij terugkeer naar Somalië. Bij haar familie kan eiseres niet terecht, omdat zij het risico loopt door Al-Shabaab gevonden te worden. Op zitting voegt eiseres hieraan toe dat zij ook niet terecht kan bij de stamgenoten waar haar zoon verblijft in de wijk [wijk] in Mogadishu, omdat deze stamgenoten te ver van eiseres afstaan. Bij terugkeer zal eiseres afhankelijk zijn van de willekeur van mensen. Ook is het voor haar niet mogelijk om zich elders in Somalië te vestigen.
8.1.
De rechtbank is van oordeel dat de staatssecretaris terecht heeft geconcludeerd dat eiseres bij terugkeer naar Somalië geen alleenstaande vrouw is in de zin van paragraaf C7/30.4.3 van de Vreemdelingencirculaire 2000 (Vc 2000). Eiseres heeft immers de verdwijning en vermissing van haar man en het overlijden van haar vader niet aannemelijk gemaakt. Tevens heeft eiseres in het nader gehoor verklaard dat haar zoon nog in de wijk [wijk] in Mogadishu woont bij stamgenoten. [7] Eiseres heeft zelf ook tijdelijk bij deze stamgenoten gewoond. Eiseres heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij bij de stamgenoten in Mogadishu niet (opnieuw) bescherming kan krijgen. Het betoog van eiseres op zitting dat de stamgenoten te ver van haar afstaan gaat niet op, nu is gebleken dat eiseres al eerder bescherming bij hen heeft kunnen krijgen. Nu eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij een alleenstaande vrouw is en zij geen bescherming kan krijgen in Mogadishu bij haar zoon of stamgenoten stelt de staatssecretaris zich terecht op het standpunt dat voor eiseres een vestigingsalternatief bestaat in Mogadishu.

Conclusie en gevolgen

9. De staatssecretaris heeft de aanvraag terecht afgewezen als ongegrond.
Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat de afwijzing van de asielaanvraag in stand blijft. Eiseres krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S. Kompier, rechter, in aanwezigheid van mr. C.G.H. van der Holst, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Ter onderbouwing verwijst eiseres naar het algemeen ambtsbericht over Somalië juni 2023, p. 36.
2.Ter onderbouwing verwijst eiseres naar de Werkinstructie 2014/10, p. 8 en 9.
3.Zie het algemeen ambtsbericht over Somalië juni 2023, p. 36-37.
4.Ter onderbouwing verwijst eiseres naar “The Suna Times, a Mogadishu-based "privately held news media company" (n.d.), reports that, according to Al-Shabaab, the wives of men who are regarded as enemies and who have fled Somalia should be forcibly married to foreign Al-Shabaab fighters (24 Oct. 2010).”
5.Ter onderbouwing verwijst eiseres naar het algemeen ambtsbericht over Somalië juni 2023, p. 60.
6.Zie verslag nader gehoor, p. 4.
7.Zie verslag nader gehoor, p. 12, 14 en 16.