ECLI:NL:RBDHA:2024:6139

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 maart 2024
Publicatiedatum
24 april 2024
Zaaknummer
C/09/662910 / JE RK 24-449
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen

In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 25 maart 2024, wordt een machtiging verleend voor gesloten jeugdhulp aan een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige]. De zaak betreft een verzoek van de Stichting Jeugdbescherming West Haaglanden, die als gecertificeerde instelling optreedt. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige verblijft in een hybride groep, waar vrijheidsbeperkende maatregelen kunnen worden toegepast, ondanks het open leefklimaat. De moeder van de minderjarige is belast met het ouderlijk gezag en heeft ingestemd met het verzoek tot gesloten jeugdhulp.

De procedure begon met een eerdere beschikking op 13 maart 2024, waarin een spoedmachtiging werd afgewezen. Op 21 maart 2024 zijn aanvullende documenten ingediend, waarna de mondelinge behandeling op 25 maart 2024 plaatsvond. De kinderrechter heeft de minderjarige en zijn advocaat gehoord, evenals vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige, die sinds november 2023 in de groep verblijft, positieve ontwikkelingen doormaakt, maar ook nog steeds worstelt met gedragsproblemen.

De kinderrechter oordeelt dat de gesloten jeugdhulp noodzakelijk is om de minderjarige te beschermen tegen zichzelf en om zijn ontwikkeling naar volwassenheid te bevorderen. De kinderrechter heeft besloten de machtiging te verlenen voor de duur van de ondertoezichtstelling, tot 15 juli 2024, en benadrukt het belang van continuïteit in de zorg en ondersteuning voor de minderjarige. De beslissing is mondeling gegeven en op schrift gesteld op 11 april 2024, met de mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer: C/09/662910 / JE RK 24-449
Datum uitspraak: 25 maart 2024
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden, gevestigd te Den Haag,
hierna te noemen de gecertificeerde instelling,
over
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2008 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen [minderjarige] ,
advocaat mr. C.J. Berghout te Den Haag.
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:
[de moeder],
hierna te noemen de moeder,
wonende in [woonplaats] .

1.Het verdere verloop van de procedure

1.1.
Bij beschikking van 13 maart 2024 van de kinderrechter in deze rechtbank is het verzoek tot het verlenen van een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp afgewezen. Het verzoek is voor het overige aangehouden.
1.2.
Op 21 maart 2024 zijn twee nagezonden bijlagen ontvangen: de instemmende verklaring van de gedragswetenschapper van 20 maart 2024 en een document van iHUB (Horizon).
1.3.
De mondelinge behandeling (zitting) met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 25 maart 2024. Daarbij waren aanwezig:
  • [naam 1] en [naam 2] namens de gecertificeerde instelling;
  • [minderjarige] met zijn advocaat;
- de moeder.
1.4.
Voorafgaand aan de zitting heeft de kinderrechter ook apart met [minderjarige] gesproken, in het bijzijn van zijn advocaat.

2.De feiten

2.1.
De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige] .
2.2.
[minderjarige] verblijft bij [accomodatie] in [plaatsnaam] .
2.3.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 14 juli 2023 de ondertoezichtstelling van [minderjarige] verlengd tot 15 juli 2024. Bij die beschikking is ook een machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder verleend tot 15 juli 2024.
2.4.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 30 oktober 2023 een machtiging gesloten jeugdhulp voor [minderjarige] verleend tot 3 februari 2024.

3.Het verzoek

3.1.
De gecertificeerde instelling verzoekt een machtiging te verlenen om [minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van de ondertoezichtstelling.
3.2.
Aan het verzoek ligt het volgende ten grondslag. Voor de zogenaamde hybride groep ( [naam groep] ) waar [minderjarige] verblijft, is een machtiging gesloten jeugdhulp noodzakelijk. Op deze groep leert [minderjarige] vanuit geslotenheid omgaan met vrijheden en verantwoordelijkheid. [minderjarige] verblijft hier sinds november 2023 en laat een positieve ontwikkeling zien. Om die reden zijn afgelopen februari afspraken met hem gemaakt, zodat het niet meer nodig was om zijn vrijheid te beperken. Echter is groep [naam groep] in de basis een gesloten groep, met een gesloten voordeur, waarvoor een machtiging gesloten jeugdhulp noodzakelijk is. Het is van belang dat [minderjarige] op deze groep kan blijven. Als hij zou moeten worden overgeplaatst omdat hij geen gesloten machtiging heeft, is het risico groot dat de positieve ontwikkelingen en de vertrouwensband die [minderjarige] heeft opgebouwd met de begeleiders teniet worden gedaan. Daarnaast wordt gezien dat [minderjarige] soms nog moeite heeft met het nakomen van de afspraken en dan terugvalt in oud gedrag, waaronder blowen, impulsief gedrag, in conflict komen met anderen en onderpresteren op school. Dit onderschrijft ook de noodzaak van voortzetting van zijn verblijf. De bedoeling is dat de huidige afspraken over vrijheden van kracht blijven en dat [minderjarige] op termijn doorstroomt naar het Trainingshuis, een (open) locatie op hetzelfde terrein waar hij kan toewerken naar zelfstandigheid en volwassenheid.

4.De standpunten

4.1.
Door en namens [minderjarige] is geen verweer gevoerd. Hij wil graag op de huidige groep blijven en als daar een machtiging gesloten jeugdhulp voor nodig is dan verzet hij zich daar niet tegen. Hij heeft een goede klik met de begeleiders en werkt hard aan zijn toekomst. Hij wil wel dat de huidige afspraken, die hem ondanks de gesloten machtiging een zekere mate van vrijheid geven, blijven gelden.
4.2.
De moeder is het ermee eens dat [minderjarige] op de huidige groep blijft wonen met de afspraken die zijn gemaakt.

5.De beoordeling

5.1.
De kinderrechter is van oordeel dat jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [minderjarige] naar volwassenheid ernstig belemmeren. Deze problemen maken dat het verblijf in een gesloten accommodatie noodzakelijk en geschikt is om te voorkomen dat [minderjarige] zich onttrekt aan de jeugdhulp die hij nodig heeft of daaraan door anderen wordt onttrokken. Het is niet gebleken dat er minder ingrijpende mogelijkheden zijn om deze problemen te behandelen (artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet (Jw)).
5.2.
Op basis van de informatie en het gesprek met [minderjarige] is de kinderrechter ervan overtuigd dat het voor [minderjarige] het beste is om voorlopig op groep [naam groep] te verblijven. [minderjarige] heeft verteld dat hij zich daar prettig en gehoord voelt. De kinderrechter onderschrijft het uitgangspunt dat vanuit een voor [minderjarige] stabiele en bekende omgeving gewerkt wordt aan continuïteit van zorg en onderwijs. [minderjarige] heeft een lange en ingrijpende weg afgelegd om op het punt te komen waar hij nu is. Naar eigen zeggen is zijn blik op de toekomst gericht en de kinderrechter heeft gehoord en gelezen dat [minderjarige] zijn potentie beter benut (en zelfs een 10 heeft gehaald voor een toets op de dag van de zitting). Evenals de gedragswetenschapper gunt de kinderrechter [minderjarige] dat hij de positieve ontwikkeling kan voortzetten en verder aan zijn toekomst kan bouwen, waaronder het behalen van een diploma. Bij die ontwikkelingen is de vertrouwde en steunende omgeving die [minderjarige] nu ervaart belangrijk. De plaatsing bij groep [naam groep] heeft een zogenaamd hybride karakter, maar dat is iets wat de wet niet kent. De wet spreekt van gesloten jeugdhulp als er vrijheidsbeperkende maatregelen kunnen worden toegepast en dat is, hoewel de groep een open leefklimaat nastreeft, het geval op groep [naam groep] . Dat met [minderjarige] is afgesproken dat hij bewegingsvrijheid heeft, zoals de afspraak dat hij altijd de deur uit mag als hij dit vraagt, doet daar niet aan af. De kinderrechter zal daarom de machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlenen voor de duur van de ondertoezichtstelling.

6.De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 25 maart 2024 tot 15 juli 2024, zijnde de duur van de ondertoezichtstelling.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 25 maart 2024 door mr. S.J. Huizenga, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. S.T. Viezee als griffier, en op schrift gesteld op 11 april 2024.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.