ECLI:NL:RBDHA:2024:6218
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag Somaliër met Jemenitische verblijfsvergunning
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, die stelt de Somalische nationaliteit te hebben, heeft een Griekse verblijfsvergunning op basis van zijn Jemenitische nationaliteit. De rechtbank oordeelt dat verweerder de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiser ongeloofwaardig heeft mogen achten, omdat eiser geen identificerende documenten heeft overgelegd. De rechtbank verwijst naar een eerdere uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarin is gesteld dat de bewijslast bij de vreemdeling ligt om aan te tonen dat de registratie in een andere EU-lidstaat onjuist is. Eiser heeft niet aangetoond dat zijn registratie in Griekenland niet klopt en heeft onvoldoende inspanningen geleverd om dit te bewijzen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af. Eiser krijgt echter een vergoeding van zijn proceskosten vanwege gebreken in de voorbereiding van het bestreden besluit.