ECLI:NL:RBDHA:2024:6292
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- H. Hanssen - Telman
- R.E.J. Jansen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met betrekking tot verantwoordelijkheidskwestie Kroatië
Op 25 april 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaken NL24.13412, NL24.13414 en NL24.13419, waarbij verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. H.J. Janse, een voorlopige voorziening vroegen in het kader van hun asielaanvragen. De aanvragen waren door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. A.A. Wildeboer, niet in behandeling genomen, omdat Kroatië als verantwoordelijk land voor de behandeling van de aanvragen werd aangemerkt.
De verzoekers hebben tegen deze besluiten beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 22 april 2024, waar de verzoekers en hun gemachtigde aanwezig waren, terwijl de verweerder zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, gezien de uitspraak van dezelfde rechtbank op 25 april 2024 in de zaken NL24.13411, NL24.13413 en NL24.13418, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. De verzoeken om voorlopige voorziening zijn dan ook afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. H. Hanssen - Telman, in aanwezigheid van griffier mr. R.E.J. Jansen, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.