ECLI:NL:RBDHA:2024:6294
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- H. Hanssen - Telman
- R.E.J. Jansen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag wegens verantwoordelijkheid Duitsland
In de zaak tussen verzoekster en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 25 april 2024 uitspraak gedaan. Verzoekster had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door de Staatssecretaris niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat de Bondsrepubliek Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 22 april 2024, samen met een andere zaak (NL24.13406). Tijdens de zitting was verzoekster aanwezig, bijgestaan door haar gemachtigde, terwijl de Staatssecretaris zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, gezien de uitspraak in de andere zaak, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.
De uitspraak is gedaan door mr. H. Hanssen - Telman, met mr. R.E.J. Jansen als griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.