ECLI:NL:RBDHA:2024:6406

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
23 april 2024
Publicatiedatum
29 april 2024
Zaaknummer
NL24.9073
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • C.G. Matze
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak betreffende tijdelijke bescherming

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, op 23 april 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. C.G. Matze, heeft beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Dit besluit, dat op 31 januari 2024 aan verzoekster is medegedeeld, houdt in dat haar tijdelijke bescherming, zoals bedoeld in de Richtlijn 2001/55/EG, eindigt. Verzoekster heeft daarnaast de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen in afwachting van de uitkomst van het beroep.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat er inmiddels een uitspraak is gedaan op het beroep, onder zaaknummer NL24.9082. Hierdoor is de noodzaak voor een voorlopige voorziening komen te vervallen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, wat betekent dat de kosten van de procedure niet op de verweerder worden verhaald.

De uitspraak is op 23 april 2024 bekendgemaakt en tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open. Dit betekent dat de beslissing van de voorzieningenrechter definitief is en verzoekster zich moet schikken naar de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.9073

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[Naam], verzoekster

V-nummer: [Nummer]
(gemachtigde: mr. C.G. Matze),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Inleiding

In de brief van 31 januari 2024 heeft verweerder aan verzoekster meegedeeld dat haar tijdelijke bescherming zoals bedoeld in de Richtlijn 2001/55/EG eindigt.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft bepaald dat het onderzoek ter zitting verder achterwege blijft. Vervolgens is het onderzoek gesloten.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.9082, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling is geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.