Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.Inleiding
2.De procedure
- de dagvaarding van 22 maart 2023;
- het exploot van 11 april 2023, houdende een vermindering van eis;
- de akte overlegging producties van 19 april 2023, met producties 1 tot en met 12;
- de conclusie van antwoord van 31 mei 2023, met producties 1 tot en met 16;
- het tussenvonnis van 19 juli 2023 waarin een datum voor de mondelinge behandeling is bepaald;
- de akte uitlating en overlegging producties 13 tot en met 19 tevens akte vermeerdering van eis van 14 november 2023;
- de akte uitlating producties tevens uitlating vermeerdering eis van NN van 29 november 2023, met producties 17 en 18.
3.De feiten
AKTE BENOEMING VAN EXPERTS
RAPPORT VAN EXPERTISE
SCHADEVASTSTELLING
Wij bieden dekking voor de brand van 26 oktober 2021.
Ik zal van de week ook de advocaat van verzekerde formeel berichten.
De CAR-verzekering komt op voor de reparatie- en vervangingskosten.
waaruit een akkoord komt”.
aangepaste begroting Van [Naam 5] voor opstal en CAR” aan Maan gestuurd, met het verzoek dit door te sturen aan de opstalexpert.
akkoord.
akkoord.
aangepast.
Eruit gehaald.
De hernoemde post is neem ik aan het opstellen van de begroting voor opstal, [Naam 5] had hier per ongeluk CAR getypt, was dus fout in eerdere begroting, klopt nu dus wel. Onderbouwing van [Naam 5] is in jouw bezit.
Jawel. Gaat om technische tekeningen van de gevels (bestaand-opstal).
Ja. akkoord.
de waarde voor etc” en dat hoogstwaarschijnlijk kan worden volstaan met enkel een schadesom. Hij vraagt of [expert 1] daarmee akkoord is en ook of hij de akte kan opstellen. [expert 1] schrijft dezelfde dag dat hij akkoord is en dat hij de taxatieakte met belangstelling tegemoetziet.
5.De beoordeling
- de experts onder de opstalpolis niet tot overeenstemming zijn gekomen en er (dus) nog geen taxatie is conform artikel 2 van de benoemingsakte;
- de schade onder de opstalpolis (dus) nog niet is vastgesteld;
- en (dus) niet is voldaan aan de voorwaarden om tot uitkering aan Leune te kunnen overgaan.
- i) wat is de totale omvang van de schade en;
- ii) onder welke polis (de opstal- of de CAR-polis) moet welk deel van de schade worden uitgekeerd?
de schade-experts (vanuit de opstal- en CAR-polis) hierin een coördinerende rol te laten nemen en om in onderling overleg met partijen een splitsing hierin aan te brengen.” Hoewel de experts het gesprek zouden coördineren, was het aanbrengen van de uiteindelijke splitsing dus niet aan hen maar aan partijen zelf.
zou verdwijnen” en dat zij NN daarom steeds heeft gezegd dat (grotendeels) onder de opstalpolis moest worden uitgekeerd – dus: aan haar en niet aan Leune. Uitkering aan Leune onder de CAR-polis en herstel door Leune van de schade was wat haar betreft prima, voor zover voldoende gewaarborgd was dat Leune de volledige uitkering niet in één keer zou ontvangen; daarom heeft Maan NN verzocht om uitkering in termijnen aan Leune althans storting van de uitkering in een bouwdepot, wat NN niet heeft gedaan.
datde schade zou worden verdeeld onder de opstal- en de CAR-polis, maar dat nog niet duidelijk was
hoeer moest worden verdeeld. Dit betekent dat Maan zich niet alsnog kan beroepen op artikel 18 van de opstalpolis. Haar betoog dat alle (betwiste) schade (alsnog) volledig moet worden uitgekeerd onder de opstalpolis, gaat dus niet op. Evengoed geldt dat het betoog van NN dat zij niet gehouden is nader uit te keren aan Maan “omdat zij al heeft uitgekeerd”, gelet op het voorgaande ook niet opgaat.
- partijen wel bindende afspraken hebben gemaakt over de vaststelling van de hoogte van de totale schade, maar niet over de verdeling van die schade over de brand-/opstalpolis van Maan en de CAR-polis van de aannemer;
- Maan geen akkoord heeft gegeven op uitbetaling van het leeuwendeel van de schade onder de CAR-polis (en dus: aan de aannemer), zodat NN voor de schade die door de brand-/opstalverzekering gedekt werd niet bevrijdend kon betalen aan de aannemer;
- partijen wel afspraken hebben gemaakt over de hoogte van de schade en de wijze waarop zij tot afspraken over een verdeling van de schadepenningen over de polissen zouden gaan komen, zodat Maan geen onverkorte toepassing van de daarop ziende polisbepalingen meer kan vorderen.
6.De beslissing
14 februari 2024voor het nemen van een akte door Maan over de in rechtsoverweging 5.14 omschreven onderwerpen, waarna NN gelegenheid heeft tot het nemen van een antwoordakte op de rol van
13 maart 2024;