ECLI:NL:RBDHA:2024:6565

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
1 mei 2024
Publicatiedatum
1 mei 2024
Zaaknummer
NL24.15560
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak betreffende verblijfsvergunning

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 1 mei 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. De zaak betreft een verzoekster van Ugandese nationaliteit die een aanvraag had ingediend voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd. Het primaire besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, gedateerd 24 november 2023, om deze aanvraag af te wijzen, leidde tot bezwaar van de verzoekster. Dit bezwaar werd bij een bestreden besluit van 7 februari 2024 kennelijk ongegrond verklaard, waarna verzoekster beroep heeft ingesteld, geregistreerd onder zaaknummer NL24.9972.

De rechtbank heeft in haar uitspraak van 1 mei 2024 het beroep ongegrond verklaard. Aangezien het beroep ongegrond is verklaard, was er geen aanleiding voor de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen. Het verzoek om een voorlopige voorziening is dan ook afgewezen. De voorzieningenrechter heeft tevens geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, in aanwezigheid van griffier R. de Boer, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.15560

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] , verzoekster,

geboren op [geboortedatum] ,
van Ugandese nationaliteit,
V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. I.M. Hidding),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. S.J. de Vries).

Inleiding

1. Met het primaire besluit van 24 november 2023 heeft verweerder de (ambtshalve) aanvraag om verlening van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd voor het doel “
tijdelijke humanitaire gronden” afgewezen. Hiertegen heeft verzoekster bezwaar gemaakt.
1.1.
Bij bestreden besluit van 7 februari 2024 is het bezwaar (kennelijk) ongegrond verklaard. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld. Dit beroep is geregistreerd onder zaaknummer NL24.9972. Tevens heeft verzoeker de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen.
1.2.
Bij uitspraak van heden heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard.

Overwegingen

2. Aangezien de rechtbank het beroep met zaaknummer NL24.9972 ongegrond heeft verklaard, bestaat er geen aanleiding een voorlopige voorziening te treffen.
3.
Het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening zal worden afgewezen.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van R. de Boer, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.