Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam verzoeker] , verzoeker,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 26 april 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, wiens naam niet is vermeld, heeft beroep ingesteld tegen een terugkeerbesluit dat op 21 februari 2024 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid is genomen. Dit besluit houdt in dat de tijdelijke bescherming van verzoeker, zoals bedoeld in de Richtlijn 2001/55/EG, eindigt. Verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen in afwachting van de uitkomst van het beroep.
De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) de zaak beoordeeld. In de uitspraak van dezelfde datum, met zaaknummer NL24.14959, heeft de rechtbank het beroep van verzoeker afgewezen. Gezien deze uitspraak heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van mr. J. de Winter als griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie en is bekendgemaakt op 2 mei 2024. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.