Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[Naam 1] en [Naam 2], eisers
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
Procesverloop
Overwegingen
.Dat eiser zelf niet een direct verband heeft gelegd met discriminatie vanwege zijn afkomst komt omdat de discriminatie van Roma in Moldavië zo wijdverspreid en algemeen is, dat zij de discriminatie niet eens als zodanig herkennen. Voorts blijkt uit de overgelegde landeninformatie duidelijk welke problemen Roma ondervinden bij de toegang tot onderwijs en medische zorg. Het standpunt van verweerder dat eiseres wel toegang zou hebben tot gezondheidszorg als zij zou betalen en dat het probleem dus niet wordt veroorzaakt door discriminatie maar armoede gaat eraan voorbij dat Roma ten gevolge van discriminatie geen werk vinden, geen inkomen hebben en dus niet kunnen betalen voor die gezondheidszorg. Het feit dat eiseres eerder wel was ingeschreven en dat zij is uitgeschreven door haar zus is juist, maar eiseres heeft ook verklaard dat zij zich bij haar tante wilde inschrijven maar dat dat door de autoriteiten is geweigerd ondanks de medewerking van haar tante. Dat zij deze problemen heeft ondervonden is het gevolg van haar Roma etniciteit. Voorts kunnen eisers niet klagen bij de Moldavische autoriteiten. Hierbij verwijzen eisers wederom naar het rapport van Holzapfel. Eisers voeren bovendien aan dat het besluit onzorgvuldig tot stand is gekomen omdat verweerder onvoldoende rekening heeft gehouden met hun beperkte opleiding en ontwikkeling. Tot slot is het terugkeerbesluit en de vertrektermijn van nul dagen op formele gronden opgelegd en gebaseerd op de bewaringsjurisprudentie en niet op de individuele situatie en het gedrag van eisers. Ten slotte is het inreisverbod onrechtmatig omdat ten onrechte is geoordeeld dat er een nul-dagen vertrektermijn kon worden opgelegd. Ter zitting hebben eisers de beroepsgrond betreffende de oorlog in Oekraïne ingetrokken.