ECLI:NL:RBDHA:2024:6692
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtmatigheid van de plaatsing in een Handhaving- en Toezichtlocatie en de vrijheidsbeperkende maatregel voor een asielzoeker met psychische klachten
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 mei 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een asielzoeker en het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa) en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De asielzoeker, van Syrische nationaliteit, had beroep ingesteld tegen besluiten van het COa en de staatssecretaris, waarbij hij was geplaatst in een Handhaving- en Toezichtlocatie (HTL) en een vrijheidsbeperkende maatregel was opgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat het COa en de staatssecretaris onvoldoende rekening hebben gehouden met de psychische situatie van de eiser, die onder grote druk staat en eerder psychische hulp heeft geweigerd. De rechtbank oordeelde dat de gedragingen van de eiser, waaronder brandstichting, niet kunnen worden gerechtvaardigd door zijn psychische klachten, en dat deze gedragingen voor zijn rekening komen. De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard en de verzoeken om schadevergoeding afgewezen. Tevens zijn de proceskosten voor de helft toegewezen aan het COa en de staatssecretaris. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige afweging van de psychische toestand van asielzoekers bij het nemen van besluiten die hun vrijheid beperken.