ECLI:NL:RBDHA:2024:6809
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag en verzoek voorlopige voorziening van erkende vluchteling in Irak
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 26 april 2024, wordt het beroep van eiseres, een erkende vluchteling in Irak, tegen de afwijzing van haar asielaanvraag beoordeeld. Eiseres heeft op 7 maart 2024 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel ingediend, maar deze werd op 22 maart 2024 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank behandelt ook het verzoek om een voorlopige voorziening. Eiseres is geboren in 1979 in Syrië en heeft in Irak, waar zij met haar gezin als vluchteling is geregistreerd, meer dan tien jaar verbleven. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris het juiste toetsingskader heeft gehanteerd en dat Irak voldoet aan de verdragsverplichtingen, waaronder het beginsel van non-refoulement. Eiseres heeft onvoldoende bewijs geleverd dat zij bij terugkeer naar Irak niet voldoende bescherming zal genieten. De rechtbank concludeert dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een ander oordeel rechtvaardigen. Het beroep wordt ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen. Eiseres krijgt geen proceskostenvergoeding.