Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiser] , eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 mei 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een maatregel van bewaring die aan eiser was opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, die de Syrische nationaliteit heeft, heeft tegen het besluit van 25 april 2024 beroep ingesteld, waarbij hij tevens een verzoek om schadevergoeding indiende. Tijdens de zitting op 1 mei 2024 was eiser aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde, en werd er een tolk ingeschakeld. De rechtbank heeft het onderzoek gesloten na het indienen van aanvullende stukken door verweerder.
Eiser betwistte de rechtsgeldigheid van de maatregel van bewaring, met name de digitale handtekening van de maatregel en het proces-verbaal van gehoor. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat beide documenten voorzien zijn van een geldige digitale handtekening. Eiser voerde ook aan dat het Openbaar Ministerie (OM) geen bezwaar had gemaakt tegen zijn overdracht, wat volgens hem noodzakelijk was. De rechtbank heeft vastgesteld dat het OM op 26 april 2024 geen bezwaar heeft gemaakt en dat dit geen belemmering vormt voor de geplande overdracht van eiser op 7 mei 2024.
De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen een week na bekendmaking.