ECLI:NL:RBDHA:2024:7047

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 mei 2024
Publicatiedatum
8 mei 2024
Zaaknummer
NL24.15657
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 3 mei 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. E.S. van Aken, had een asielaanvraag ingediend die op 4 april 2024 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. Tegen deze afwijzing had verzoeker beroep ingesteld, maar daarnaast vroeg hij de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, zodat hij tijdens de behandeling van het beroep in Nederland kon blijven en opvang kon behouden.

De voorzieningenrechter heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat er op dezelfde dag in een andere zaak (NL24.15656) uitspraak is gedaan op het beroep van verzoeker. Aangezien de uitspraak in die zaak al was gedaan, was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek als kennelijk ongegrond afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. M.L. Weerkamp, in aanwezigheid van griffier mr. J. de Winter, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.15657

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam verzoeker] , verzoeker,

V-nummer: [V-nr.]
(gemachtigde: mr. E.S. van Aken),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Inleiding

In het besluit van 4 april 2024 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker afgewezen.
Verzoeker heeft beroep (NL24.15656) ingesteld tegen het bestreden besluit. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, die inhoudt dat hij tijdens de behandeling van het beroep in Nederland mag blijven en opvang behoudt.
De voorzieningenrechter doet uitspraak buiten zitting op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

1. Bij uitspraak van vandaag in de zaak met nummer NL24.15656 heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep waarop dit verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening betrekking heeft. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. Om die reden wordt het verzoek als kennelijk ongegrond afgewezen.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.L. Weerkamp, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. J. de Winter, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.