Uitspraak
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam verzoeker] , verzoeker,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Inleiding
Beoordeling door de voorzieningenrechter
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 3 mei 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. E.S. van Aken, had een asielaanvraag ingediend die op 4 april 2024 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. Tegen deze afwijzing had verzoeker beroep ingesteld, maar daarnaast vroeg hij de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, zodat hij tijdens de behandeling van het beroep in Nederland kon blijven en opvang kon behouden.
De voorzieningenrechter heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat er op dezelfde dag in een andere zaak (NL24.15656) uitspraak is gedaan op het beroep van verzoeker. Aangezien de uitspraak in die zaak al was gedaan, was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek als kennelijk ongegrond afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. M.L. Weerkamp, in aanwezigheid van griffier mr. J. de Winter, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.