ECLI:NL:RBDHA:2024:7050
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 3 mei 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. D. de Heuvel, had op 12 april 2024 een besluit ontvangen van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin zijn asielaanvraag werd afgewezen. In reactie hierop heeft de verzoeker beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij tijdens de behandeling van het beroep in Nederland kon blijven en opvang kon behouden.
De voorzieningenrechter heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat er op dezelfde dag in een andere zaak (NL24.16313) uitspraak is gedaan op het beroep dat verband houdt met het verzoek om voorlopige voorziening. Aangezien de rechtbank in die zaak al een beslissing heeft genomen, is het verzoek om een voorlopige voorziening niet meer nodig. De voorzieningenrechter heeft het verzoek dan ook als kennelijk ongegrond afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. M.L. Weerkamp, in aanwezigheid van mr. A.S. Hamans, griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.