ECLI:NL:RBDHA:2024:7083

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 april 2024
Publicatiedatum
10 mei 2024
Zaaknummer
NL24.2233 en NL24.2235
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • G.A. Bouter - Rijksen
  • T.M.M. Plukaard
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van verzoeken om voorlopige voorzieningen in asielzaken

Op 24 april 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaken NL24.2233 en NL24.2235, waarin verzoekers, bestaande uit een gezin met minderjarige kinderen, een verzoek om voorlopige voorzieningen hebben ingediend. De verzoekers hadden eerder aanvragen ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 19 januari 2024 als kennelijk ongegrond zijn afgewezen. Hierop hebben verzoekers beroep ingesteld en verzocht om voorlopige voorzieningen.

De voorzieningenrechter heeft de verzoeken op 22 maart 2024 behandeld, waarbij verzoekers, hun gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de verweerder aanwezig waren. Tijdens de zitting is duidelijk geworden dat er al een uitspraak was gedaan in de aan de verzoeken gerelateerde zaken NL24.2232 en NL24.2234. Aangezien de rechtbank in die zaken al had beslist, was er geen mogelijkheid meer voor het treffen van voorlopige voorzieningen.

De voorzieningenrechter heeft daarom de verzoeken om voorlopige voorzieningen afgewezen en aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. G.A. Bouter - Rijksen, in aanwezigheid van griffier mr. T.M.M. Plukaard, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Rotterdam
Bestuursrecht
zaaknummers: NL24.2233 en NL24.2235

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[verzoeker], verzoeker,

V-nummer: [nummer 1], en
[verzoekster], verzoekster,
V-nummer: [nummer 2],
mede namens hun minderjarige kinderen: [minderjarige 1], geboren op [geboortedatum 1] 2013 en
[minderjarige 2], geboren op [geboortedatum 2] 2018,
(gemachtigde: mr. W.A. Berghuis),
gezamenlijk te noemen ‘verzoekers’
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: [naam 1]).

Procesverloop

Bij besluiten van 19 januari 2024 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de aanvragen van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoekers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld en de voorzieningenrechter verzocht om voorlopige voorzieningen te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaken NL24.2232 en NL24.2234 (de beroepen), op 22 maart 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoekers, de gemachtigde van verzoekers, [naam 2] als tolk en de gemachtigde van verweerder.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummers NL24.2232 en NL24.2234, heeft de rechtbank op de beroepen beslist. Voorlopige voorzieningen zijn daarom niet meer mogelijk. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorzieningen af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.A. Bouter - Rijksen, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.T.M.M. Plukaard, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.