ECLI:NL:RBDHA:2024:7088

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 mei 2024
Publicatiedatum
10 mei 2024
Zaaknummer
NL24.4442
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag Somaliër met vrees voor Al-Shabaab en problemen door Midgan-stam

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 10 mei 2024, wordt het beroep van eiser, een Somaliër, tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser had op 9 augustus 2022 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de staatssecretaris op 12 januari 2024 als ongegrond werd afgewezen. De rechtbank heeft de zaak op 5 april 2024 behandeld, waarbij zowel eiser als zijn gemachtigde, alsook de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren.

De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de asielaanvraag terecht heeft afgewezen. Eiser stelt dat hij bedreigd wordt door Al-Shabaab, maar de rechtbank oordeelt dat zijn verklaringen hierover niet geloofwaardig zijn. Eiser heeft verklaard dat hij tijdens zijn werk als schoenpoetser in een restaurant drie mannen van Al-Shabaab heeft horen zeggen dat zij een klant zouden doden. Ondanks deze verklaring, heeft de rechtbank vastgesteld dat eiser niet voldoende bewijs heeft geleverd om zijn vrees voor Al-Shabaab aannemelijk te maken. De staatssecretaris heeft bovendien opgemerkt dat de problemen die eiser ondervindt vanwege zijn afkomst van de Midgan-stam niet leiden tot vluchtelingschap of een reëel risico op schending van artikel 3 van het EVRM bij terugkeer naar Somalië.

De rechtbank heeft ook de beroepsgronden van eiser, waaronder zijn identiteit, nationaliteit en de problemen met Al-Shabaab en de Midgan-stam, beoordeeld. Eiser heeft geen overtuigend bewijs kunnen leveren dat zijn asielrelaas geloofwaardig is. De rechtbank heeft de afwijzing van de asielaanvraag door de staatssecretaris bevestigd en het beroep ongegrond verklaard. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.4442

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam eiser] , V-nummer: [V-nummer] , eiser

(gemachtigde: mr. E.J.P. Cats),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

(gemachtigde: mr. D. Gökcan).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. Hij heeft op 9 augustus 2022 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De staatssecretaris heeft met het bestreden besluit van 12 januari 2024 deze aanvraag afgewezen als ongegrond.
1.1.
De rechtbank heeft het beroep op 5 april 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van de staatssecretaris.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt of de staatssecretaris de asielaanvraag van eiser terecht heeft afgewezen als ongegrond. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiser.
3. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de staatssecretaris het bestreden besluit terecht en op goede gronden genomen. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Het asielrelaas
4. Eiser legt - kort samengevat - aan zijn asielaanvraag het volgende ten grondslag.
4.1.
Eiser is afkomstig uit Somalië. Tijdens zijn werk als schoenpoetser in een restaurant heeft hij drie mannen van Al-Shabaab horen zeggen dat zij [naam] , een vaste klant van eiser, zouden doden. Hij heeft dit aan [naam] verteld. De drie mannen van Al-Shabaab zijn vervolgens doodgeschoten. Eiser is daarom bang te worden gedood door Al-Shabaab. Hij is met hulp van [naam] op 11 december 2021 uit Somalië vertrokken.
4.2.
Verder is eiser in Somalië gediscrimineerd omdat hij tot de Midgan-stam behoort. Het is hierdoor erg moeilijk om werk te vinden om zijn gezin te onderhouden. Ook is eiser mishandeld door zijn stiefvader.
Het bestreden besluit
5. Het asielrelaas van eiser bevat volgens de staatssecretaris de volgende relevante elementen:
identiteit, nationaliteit en herkomst;
problemen met Al-Shabaab;
problemen vanwege het behoren tot de Midgan-stam.
Eiser stelt van Somalische nationaliteit te zijn en te zijn geboren op 31 december 2002. De staatssecretaris gaat voor deze procedure uit van de door eiser gestelde identiteit, nationaliteit en herkomst, maar merkt op dat eiser die niet heeft aangetoond. Verder acht de staatssecretaris de door eiser gestelde problemen met Al-Shabaab niet geloofwaardig. Eisers gestelde problemen vanwege het behoren tot de Midgan-stam acht de staatssecretaris wel geloofwaardig. Maar deze problemen leiden volgens de staatssecretaris niet tot vluchtelingschap dan wel een reëel risico op schending van artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) bij terugkeer naar Somalië. De staatssecretaris concludeert daarom tot afwijzing van de asielaanvraag als ongegrond.
Beroepsgronden
6. Eiser stelt dat de staatssecretaris zijn asielrelaas ten onrechte heeft afgewezen als ongegrond.
6.1.
Eiser vindt dat de staatssecretaris ten onrechte geen geloof hecht aan zijn verklaringen over zijn problemen met en vrees voor Al-Shabaab.
Anders dan de staatssecretaris, vindt eiser dat hij concreet, gedetailleerd en consistent heeft verklaard over zijn problemen met Al-Shabaab. Zeker nu hij door de gebeurtenis getraumatiseerd is geraakt moeten zijn verklaringen als voldoende gedetailleerd worden beschouwd. Inmiddels heeft eiser ook een afspraak met een psycholoog.
In de zienswijze heeft eiser al op de volgende punten gewezen. Hij heeft de drie voor hem onbekende mannen horen zeggen dat [naam] een afvallige is. Dit heeft hij ook tegen [naam] gezegd. Daarnaast is het gebruik van het woord ‘afvallige’ kenmerkend voor Al-Shabaab. Verder concludeerde [naam] dat de mannen van Al-Shabaab waren en dat dit ook aannemelijk is nu Al-Shabaab ter plaatse heel actief is. Ook het feit dat de mannen zich bij eisers vrouw bekend maakten als zijnde Al-Shabaab is een bevestiging dat de mannen bij Al-Shabaab horen. [naam] heeft door eiser na het gebeuren kort te omhelzen onbedoeld de omstanders laten zien dat het eiser was, die hem had gewaarschuwd. Dit hebben spionnen van Al-Shabaab gezien, zodat Al-Shabaab erachter is gekomen dat het eiser was die had gewaarschuwd. Uit het doen en laten van [naam] en uit wat eiser heeft opgemaakt uit telefoongesprekken die [naam] voerde, vermoedt eiser dat [naam] een geheim agent is. Het is dan ook niet vreemd dat hij een doelwit van Al-Shabaab was. Omdat er veel schietincidenten in Mogadishu plaatsvinden wordt niet over elk incident bericht. Dat over dit incident geen nieuwsbericht is te vinden doet aan de geloofwaardigheid niet af.
Verder hecht de staatssecretaris ten onrechte geen waarde aan de door eiser overgelegde documenten over het overlijden van zijn broertje. Uit de documenten blijkt dat zijn broertje door Al-Shabaab is doodgeschoten. Dit blijkt uit informatie van de politie. Eiser heeft uitgelegd hoe hij aan de documenten is gekomen. Dat veel documenten uit Somalië vals zijn, betekent niet dat deze documenten dat ook zijn.
Ook heeft eiser van zijn vrouw vernomen dat zij en hun kind op 20 december 2023 zijn mishandeld door Al-Shabaab vanwege eiser. Eiser heeft foto’s van een bezoek aan de medische post overgelegd.
Ten slotte heeft eiser van een vriend gehoord dat zijn vrouw op 5 maart 2024 door Al-Shabaab is gemarteld en ontvoerd toen zij vergezeld door deze vriend een geboorteakte wilde ophalen. Ook dit bevestigt dat eiser in de bijzondere negatieve aandacht van Al-Shabaab staat.
6.2.
Verder stelt eiser dat hij vanwege zijn stamafkomst in aanmerking komt voor bescherming. De leden van zijn stam worden in Somalië blootgesteld aan ernstige discriminatie, maatschappelijke uitsluiting, stigmatisering en geweld. Daarnaast worden zij gemarginaliseerd.
Eiser heeft ook zelf discriminatie ondervonden, die dermate ernstige beperkingen van zijn bestaansmogelijkheden hebben opgeleverd dat het voor hem onmogelijk is geworden om in zijn land van herkomst op maatschappelijk en sociaal gebied te functioneren. Zo is eiser ontslagen en kon hij alleen nog maar werken als schoenpoetser. Een schoenpoetser verdient niet genoeg om enigszins normaal te leven. De autoriteiten van zijn land bieden aan leden van minderheidsstammen geen steun of bescherming. Ook de mishandelingen door zijn stiefvader tonen de minderwaardige positie van de Midgan aan.
Ter onderbouwing van zijn stelling heeft eiser bij de zienswijze het rapport van Immigration and Refugee Board of Canada “Somalia: The Gabooye (Midgan) people, including the location of their traditional homeland, affiliated clans, and the risks they face from other clans” van 4 december 2012 overgelegd. Volgens eiser geldt dit rapport nog steeds, omdat de positie van de Midgan sindsdien niet is verbeterd.
Overwegingen
Al-Shabaab
7. De rechtbank stelt in de eerste plaats vast dat de gemachtigde van de staatssecretaris ter zitting heeft verklaard dat hij de tegenwerping in het bestreden besluit dat eiser onduidelijk heeft verklaard over de aanwezigheid van [naam] in of bij het restaurant niet meer handhaaft.
8. De rechtbank is van oordeel dat de staatssecretaris zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat eiser zijn gestelde problemen met Al-Shabaab niet aannemelijk heeft gemaakt.
8.1.
Ter zitting is gebleken dat de staatssecretaris, onder verwijzing naar het algemeen ambtsbericht over Somalië van 2023, niet betwist dat er in Mogadishu incidenten met Al-Shabaab plaatsvinden. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de staatssecretaris zich echter niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat dit feit nog niet maakt dat eisers asielrelaas aannemelijk is. Zo heeft de staatssecretaris zich niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat uit eisers verklaringen niet blijkt hoe [naam] of zijn vrouw wisten dat de gedode mannen in het restaurant leden van Al-Shabaab waren. De staatssecretaris heeft zich verder op het standpunt mogen stellen dat het afbreuk doet aan de geloofwaardigheid van eisers verklaringen dat hij pas in de zienswijze aangeeft dat hij heeft gehoord dat de drie mannen in het restaurant over [naam] als een ‘afvallige’ spraken en [naam] op basis daarvan concludeerde dat het zou gaan om leden van Al-Shabaab. Ook heeft de staatssecretaris erop mogen wijzen dat niet alleen Al-Shabaab het woord ‘afvallige’ gebruikt en niet inzichtelijk is waarom eiser hierdoor wist dat het om Al-Shabaab ging. Verder heeft de staatssecretaris het opmerkelijk mogen achten dat eisers vrouw, hun zoontje en eisers broertje op het adres zijn blijven wonen na het krijgen van de gestelde doodsbedreigingen door Al-Shabaab. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de staatssecretaris niet ten onrechte tegengeworpen dat deze verklaringen afbreuk doen aan de geloofwaardigheid van eisers asielrelaas.
8.2.
Verder heeft de staatssecretaris eiser niet ten onrechte tegengeworpen dat hij oppervlakkig en onduidelijk heeft verklaard over de schietpartij en over wat er daarna gebeurde. Zo heeft de staatssecretaris mogen verwijzen naar ontwijkende antwoorden over wat er na de schietpartij gebeurde en hoe eiser is weggekomen. [1] Omdat de schietpartij de reden is dat eiser uit Somalië is gevlucht, heeft de staatssecretaris van eiser meer gedetailleerde verklaringen hierover mogen verwachten. De staatssecretaris heeft erop mogen wijzen dat eiser met zijn verklaring dat [naam] hem na de schietpartij omhelsde, nog niet aannemelijk heeft gemaakt hoe Al-Shabaab te weten is gekomen dat eiser [naam] heeft gewaarschuwd voor de moordplannen van Al-Shabaab. Dat eiser niet gedetailleerder kan verklaren doordat hij getraumatiseerd is geraakt door de gebeurtenis is, zoals de staatssecretaris terecht heeft gesteld, niet gebleken uit de (medische) stukken in het dossier. Daarnaast heeft eiser zijn gestelde trauma ook niet met medische stukken onderbouwd. Verder heeft de staatssecretaris mogen tegenwerpen dat er in openbare bronnen geen informatie is te vinden over de schietpartij, terwijl dit wel voor de hand had gelegen omdat het gaat om een dodelijke schietpartij in een druk restaurant in een druk gebied in Mogadishu.
8.3.
De staatssecretaris heeft eiser verder mogen tegenwerpen dat hij niet veel heeft verklaard over [naam] en dat dit wel van hem verwacht mocht worden, gelet op de rol die [naam] in zijn leven speelt. Eiser stelt zich in de zienswijze op het standpunt dat dit te maken heeft met zijn vermoeden dat [naam] een geheim agent is. De staatssecretaris heeft zich niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat het slechts vermoedens van eiser zijn dat [naam] een geheim agent is. De staatssecretaris heeft niet ten onrechte op basis van de enkele vaststelling dat [naam] telefoongesprekken privé (buiten het gehoor van eiser) wilde voeren, het niet aannemelijk hoeven achten dat iemand voor een geheime dienst werkt. Bovendien heeft de staatssecretaris het onwaarschijnlijk mogen achten dat een geheim agent, gezien de aard van zijn werk, zijn telefoongesprekken zou voeren in de aanwezigheid van anderen, ongeacht of iemand meeluistert of niet.
8.4.
De staatssecretaris heeft zich ook niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat zijn broertje om het leven is gebracht, omdat Al-Shabaab eiser niet kon vinden. Eiser heeft bij de zienswijze ter onderbouwing twee kopieën overgelegd: een overlijdensakte van 24 augustus 2023 afgegeven door het Hamar-weine District Court en een overlijdensakte van 20 mei 2023 van het Jazeera Specialist Hospital. Op de zitting heeft de gemachtigde van eiser aangegeven dat hij de originele documenten al bij de zienswijze in zijn bezit heeft en dat deze onderzocht kunnen worden op echtheid. Eiser heeft op de zitting nadere uitleg gegeven hoe en wanneer hij aan deze documenten is gekomen. De gemachtigde van de staatssecretaris stelt zich op het standpunt dat ook wanneer deze documenten echt zijn, dit de gestelde problemen van eiser met Al-Shabaab nog niet aannemelijk maakt. Naar het oordeel van de rechtbank betrekt de staatssecretaris daarbij terecht dat uit deze documenten geen verband volgt tussen de gestelde problemen van eiser en de dood van zijn broertje. Dat de gemachtigde van eiser op de zitting wijst op de zinsnede in de overlijdensakte van 24 augustus 2023 dat eisers broertje “died due to a gunshot wound by Al-Shabaab”, maakt dit niet anders. Zoals de staatssecretaris op de zitting terecht aangeeft maakt dit het gestelde verband tussen eisers gestelde problemen met Al-Shabaab en de dood van zijn broertje niet aannemelijk.
8.5.
Ten slotte heeft de staatssecretaris zich niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat uit de foto’s van de medische post en uit eisers verklaringen over de ontvoering en marteling van zijn vrouw, geen verband is gebleken met eisers gestelde problemen met Al-Shabaab. Eiser heeft het gestelde verband verder ook niet onderbouwd.
Midgan-stam
9. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de staatssecretaris zich terecht op het standpunt gesteld dat er geen sprake is van discriminatie in de zin van dusdanig ernstige beperkingen van eisers bestaansmogelijkheden, dat het voor hem onmogelijk is geworden om in Somalië op maatschappelijk en sociaal gebied te functioneren. De rechtbank overweegt dat eiser de motivering van het standpunt van de staatssecretaris in het bestreden besluit niet heeft betwist. De staatssecretaris heeft er terecht op gewezen dat eiser heeft verklaard dat hij werk heeft gehad (als aluminiumwerker en als schoenpoetser) en de school van zijn broertje heeft betaald. Ook heeft de staatssecretaris terecht bij zijn besluit betrokken dat niet is gebleken dat eiser vanwege zijn stamafkomst is uitgesloten van toegang tot medische zorg of onderwijs. Zo heeft eiser verklaard dat zijn vader, die ook behoort tot de Midgan-stam, is opgenomen in het ziekenhuis. Daarnaast heeft eiser verklaard dat zijn broertje onderwijs heeft gekregen en dat eiser niet naar school is gegaan omdat hij hiervoor geen geld had. Uit eisers verklaringen blijkt niet dat hij niet naar school kon vanwege het behoren tot de Midgan-stam. Verder heeft de staatssecretaris er terecht op gewezen dat de door eiser overgelegde informatie over de Midgan niet op eiser persoonlijk betrekking heeft en daarnaast uit 2012 dateert. In meer recente bronnen, zoals het ambtsbericht over Somalië van 2023, wordt de Midgan-stam niet benoemd als een groep die ernstige discriminatie ondervindt. Voor zover eiser heeft gesteld dat uit de mishandeling door zijn stiefvader de minderwaardige positie van de Midgan blijkt, heeft de staatssecretaris er terecht op gewezen dat eiser in het nader gehoor over zijn stiefvader heeft verklaard dat hij al heel lang geen contact meer met hem en zijn moeder heeft en dat hij ook niet meer voor hen vreest.
Uit het voorgaande volgt dat de staatssecretaris zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat er geen sprake is van discriminatie als bedoeld in het Vluchtelingenverdrag.

Conclusie en gevolgen

10. De staatssecretaris heeft de aanvraag terecht afgewezen als ongegrond.
Het beroep is ongegrond. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. V.A.G. van Dijk, rechter, in aanwezigheid van
mr. M.J.C. ten Hoopen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 4 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Pagina 21 van het nader gehoor.