ECLI:NL:RBDHA:2024:7159
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-tijdig beslissen op asielaanvraag en verzoek om proceskostenvergoeding
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 21 februari 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een asielaanvraag. De eiser, vertegenwoordigd door mr. R. Hijma, heeft beroep ingesteld omdat de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet tijdig heeft beslist op zijn asielaanvraag. De eiser heeft op 23 oktober 2023 beroep aangetekend, maar op 17 november 2023 heeft de verweerder alsnog een beslissing genomen. Na deze beslissing heeft de eiser het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten, aangezien de verweerder niet heeft gereageerd op dit verzoek.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verweerder aan de eiser tegemoet is gekomen door alsnog een besluit te nemen. Gezien het feit dat de verweerder niet heeft gereageerd op het verzoek om proceskostenvergoeding, heeft de rechtbank de verweerder veroordeeld in de proceskosten van de eiser. De kosten zijn vastgesteld op € 437,50, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij de rechtbank oordeelt dat het beroep van licht gewicht is, omdat het enkel gaat om de overschrijding van de beslistermijn.
De uitspraak is gedaan door rechter R.J.A. Schaaf, in aanwezigheid van griffier D.D. Bijlhout, en is openbaar gemaakt op 21 februari 2024. De eiser heeft de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan indien hij het niet eens is met deze uitspraak, binnen vier weken na verzending van de uitspraak.