ECLI:NL:RBDHA:2024:7231
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig nemen van besluit inzake aanvraag machtiging tot voorlopig verblijf
In deze zaak heeft eiseres, mede namens haar minderjarige kinderen, beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op haar aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf. De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris geen verweerschrift heeft ingediend en heeft op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. Eiseres heeft verzocht om vrijstelling van het griffierecht wegens betalingsonmacht, wat door de rechtbank voorlopig is toegewezen.
De rechtbank heeft overwogen dat het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit, en dat eiseres haar aanvraag op 24 mei 2023 heeft ingediend. De staatssecretaris had op grond van de Vreemdelingenwet 2000 binnen 90 dagen moeten beslissen, maar heeft de beslistermijn met drie maanden verlengd, waardoor de deadline op 22 november 2023 viel. Aangezien er geen besluit is genomen, heeft eiseres de staatssecretaris op 5 december 2023 in gebreke gesteld en is het beroep op 29 januari 2024 ingesteld, wat tijdig is.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de staatssecretaris binnen twee weken na deze uitspraak een besluit moet nemen, en in dit geval is er reden om een langere termijn van twintig weken op te leggen. Tevens is bepaald dat de staatssecretaris een dwangsom van € 100 per dag verbeurt voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de staatssecretaris € 1.442 aan bestuurlijke dwangsommen heeft verbeurd en heeft verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 437,50.
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het niet tijdig nemen van een besluit vernietigd, en verweerder opgedragen om binnen de gestelde termijn alsnog een besluit bekend te maken. Deze uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, rechter, en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.