ECLI:NL:RBDHA:2024:725
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een opvolgende asielaanvraag wegens niet-ontvankelijkheid
Op 18 januari 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een opvolgende asielaanvraag van eiser, die niet-ontvankelijk is verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat de asielaanvraag van eiser, die eerder op 19 december 2022 was afgewezen, opnieuw is beoordeeld. Eiser heeft aangevoerd dat zijn Egyptische nationaliteit inmiddels is bevestigd en dat dit nieuwe elementen met zich meebrengt die de kans op internationale bescherming vergroten. De rechtbank oordeelt echter dat eiser geen bewijs heeft geleverd van deze bevestiging en dat zijn verklaring niet substantieel verschilt van zijn eerdere asielaanvraag. Hierdoor is er geen nieuw element dat de kans op internationale bescherming aanzienlijk vergroot.
Daarnaast heeft eiser een beroepsgrond ingediend die stelt dat vertrek en terugkeer naar Egypte onmogelijk is, en dat er daarom geen terugkeerbesluit en inreisverbod kan zijn. De rechtbank oordeelt dat deze beroepsgrond niet is onderbouwd en geen zelfstandige betekenis heeft, aangezien de aanvraag terecht niet-ontvankelijk is verklaard. De rechtbank concludeert dat de eerdere besluiten van 19 december 2022 nog steeds van toepassing zijn.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en verweerder hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en er kan binnen een week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.