ECLI:NL:RBDHA:2024:7257
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig nemen van besluit inzake aanvraag machtiging tot voorlopig verblijf
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf voor haar referent, Zaher Qasem Hussein Ali. De rechtbank heeft op 8 mei 2024 uitspraak gedaan zonder zitting, op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiseres had op 17 mei 2023 de aanvraag ingediend, en verweerder had op grond van de Vreemdelingenwet 2000 binnen 90 dagen moeten beslissen. De beslistermijn was verlengd met drie maanden, maar het besluit was niet tijdig genomen. Eiseres heeft verweerder op 15 november 2023 in gebreke gesteld en het beroep is op 29 november 2023 ingesteld, wat tijdig was.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep gegrond is, omdat verweerder niet op tijd heeft beslist. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen twintig weken na de uitspraak alsnog een besluit bekend te maken. Tevens is er een dwangsom van € 100 per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500. Eiseres heeft ook verzocht om vaststelling van de verbeurde bestuurlijke dwangsommen, die zijn vastgesteld op € 1.442. De rechtbank heeft verweerder ook veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 437,50.
De uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, rechter, en is openbaar gemaakt. Eiseres heeft de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak, binnen zes weken na verzending.