Op 3 mei 2024 heeft de Rechtbank Den Haag mondeling uitspraak gedaan in de zaak van eiser, vertegenwoordigd door mr. C.G. Matze, tegen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Tijdens deze zitting is een kennelijke misslag in het proces-verbaal van de mondelinge uitspraak vastgesteld. Het proces-verbaal vermeldde abusievelijk een onjuist zaaknummer op de tweede pagina, terwijl de inhoud van het proces-verbaal zelf correct was. De rechtbank heeft geoordeeld dat deze misslag eenvoudig te herstellen is.
In de hersteluitspraak van 8 mei 2024 heeft de rechtbank besloten het proces-verbaal aan te passen door het onjuiste zaaknummer te wijzigen in het correcte nummer NL24.14094. De rechtbank heeft verder bepaald dat de uitspraak voor het overige ongewijzigd blijft. Deze beslissing is genomen door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, in aanwezigheid van N.A. D’Hoore, griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de Rechtspraak.
Tegen deze hersteluitspraak staat geen rechtsmiddel open en deze uitspraak heeft geen invloed op de termijn voor hoger beroep tegen de oorspronkelijke uitspraak.