Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam] , verzoekster,
[naam 2],
Rechtbank Den Haag
In de zaak tussen [naam], verzoekster, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 15 mei 2024 uitspraak gedaan. Verzoekster had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure, welke door de staatssecretaris op 14 juli 2023 niet-ontvankelijk was verklaard. Tegen dit besluit heeft verzoekster beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 14 december 2023 in Groningen, waar verzoekster en haar gemachtigde aanwezig waren, terwijl de staatssecretaris werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er op dezelfde dag ook uitspraak is gedaan in een andere zaak (NL23.20754) die verband houdt met het beroep van verzoekster. Aangezien er inmiddels een uitspraak is gedaan op het beroep, is de noodzaak voor een voorlopige voorziening komen te vervallen. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.Y.B. Jansen, in aanwezigheid van griffier mr. M.A. Buikema, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.