Op 25 april 2024 heeft de kinderrechter in de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven over de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2019. De minderjarige was eerder onder toezicht gesteld op 26 oktober 2023, en het verzoek om verlenging van deze ondertoezichtstelling werd gedaan door de Raad voor de Kinderbescherming, regio Haaglanden. De kinderrechter heeft de moeder, die belast is met het ouderlijk gezag, als belanghebbende aangemerkt. Tijdens de mondelinge behandeling waren de moeder, haar advocaat, en vertegenwoordigers van de Raad en de gecertificeerde instelling aanwezig. De Raad heeft het verzoek gemotiveerd door te wijzen op de onrust in de thuissituatie van de minderjarige en de overbelasting van de moeder door recente gebeurtenissen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder goed samenwerkt met de hulpverlening en dat er vooruitgang is geboekt, maar dat er nog steeds risico's zijn voor de ontwikkeling van de minderjarige. De kinderrechter heeft daarom besloten de ondertoezichtstelling te verlengen voor de duur van zes maanden, tot 26 oktober 2024. De kinderrechter heeft ook de erkenning van de moeder voor de eerdere onterechte uithuisplaatsing benadrukt en het belang van waarheidsvinding in dergelijke zaken onderstreept. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.