ECLI:NL:RBDHA:2024:7442

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 mei 2024
Publicatiedatum
17 mei 2024
Zaaknummer
NL23.16959
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen terugkeerbesluit en inreisverbod

In deze zaak heeft eiser op 9 juni 2023 beroep ingesteld tegen een aan hem opgelegd terugkeerbesluit en inreisverbod. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, heeft in deze uitspraak geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Dit oordeel is gebaseerd op het feit dat eiser geen kopie van het bestreden besluit heeft overgelegd bij zijn beroepschrift, ondanks een verzoek van de rechtbank om dit verzuim binnen vier weken te herstellen. Eiser heeft binnen deze termijn geen documentatie aangeleverd, waardoor het onduidelijk is gebleven tegen welk besluit het beroep is gericht.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen verontschuldiging is voor het niet tijdig indienen van de benodigde documenten. Hierdoor is de rechtbank genoodzaakt om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren, wat betekent dat er geen inhoudelijke beoordeling van de zaak plaatsvindt en het bestreden besluit in stand blijft. De rechtbank heeft ook aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is gedaan door mr. A.C.J. van Dooijeweert, rechter, en is openbaar gemaakt op 13 mei 2024.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.16959

uitspraak van de enkelvoudige kamer

[Naam], eiser

V-nummer: [Nummer]
(gemachtigde: mr. M.K. Bhadai),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Inleiding

1. Eiser heeft op 9 juni 2023 beroep ingesteld tegen een aan hem opgelegd terugkeerbesluit en inreisverbod.
1.1.
In deze uitspraak beslist de rechtbank over het beroep dat eiser heeft ingesteld. Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank komt tot het oordeel dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De rechtbank legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel komt.
Toetsingskader
3. Iemand die beroep instelt, moet bij zijn beroepschrift zo mogelijk een kopie van het bestreden besluit bijvoegen. [1] Als dat niet gebeurt, kan de rechtbank – na een herstelmogelijkheid – het beroep niet-ontvankelijk verklaren. [2]
Heeft eiser tijdig een kopie van het bestreden besluit aan de rechtbank gestuurd?
4. De rechtbank stelt vast dat eiser geen kopie van het bestreden besluit heeft overgelegd. De rechtbank heeft eiser in haar bericht van 12 juni 2023 verzocht om binnen vier weken dit verzuim te herstellen. Eiser heeft binnen die termijn geen kopie van het bestreden besluit aan de rechtbank gestuurd. Het is niet duidelijk geworden tegen welk besluit het beroep is gericht.
Is het niet tijdig insturen van een kopie van het bestreden besluit verontschuldigbaar?
5. Eiser heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken.

Conclusie en gevolgen

6. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk. Dit betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en dat het bestreden besluit in stand blijft. Voor een proceskostenvergoeding bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.C.J. van Dooijeweert, rechter, in aanwezigheid van S.A. Sewratan, griffier, en openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over verzet
Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Dit staat in artikel 6:5, tweede lid, van de Awb.
2.Dit staat in artikel 6:6 van de Awb.