Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De bewijsbeslissing
(09/175982-23)tenlastegelegde en tot bewezenverklaring van het bij dagvaarding II
(09/252565-22), III
(09/295289-23)en IV
(09/029675-24)tenlastegelegde.
(09/175982-23)ten laste gelegde feit van oordeel dat dit feit niet wettig en overtuigend is bewezen, nu ten laste is gelegd het aanwezig hebben van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, terwijl het in deze zaak ketamine betreft en ketamine niet op lijst I voorkomt.
(09/252565-22), III
(09/295289-23)en IV
(09/029675-24)ten laste gelegde feiten van oordeel dat deze feiten wettig en overtuigend zijn bewezen. De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
hij op 2 oktober 2022 te Wassenaar opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 16,7 gram, van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
hij op 2 oktober 2022, te Wassenaar een geldbedrag
(van 8.498,85 euro
)
- voorhanden heeft gehad
hij op tijdstippen in de periode van 30 juli 2021 tot en met 1 oktober 2022 te Leiden en Noordwijk opzettelijk heeft verkocht en afgeleverd en opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
hij op 8 november 2023 te Delft om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet,
te weten
- het opzettelijk verkopen en afleveren
- voorwerpen, vervoermiddelen, gelden en:
- 33 bolletjes en/of ponypacks met daarin cocaïne (in totaal 24,6 gram) en
- een of meerdere telefoons en
- een voertuig (personenauto) met een ANPR hit en
- een (grote) hoeveelheid geldbedragen (briefjes) en kleine coupures
waarvan hij, verdachte, wist of ernstige reden had om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit;
hij op 8 november 2023 te Delft opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 24,6 gram van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
hij, op 26 januari 2024 te Rijnsburg, binnen de gemeente Katwijk, opzettelijk heeft verkocht en afgeleverd een hoeveelheid cocaïne, (telkens) zijnde cocaïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
hij, op 26 januari 2024 te Rijnsburg, binnen de gemeente Katwijk, opzettelijk aanwezig heeft gehad een of meerdere ponypacks bevattende cocaïne, zijnde cocaïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De strafoplegging
(09/295289-23)(de handel en het aanwezig hebben van harddrugs).
7.De inbeslaggenomen voorwerpen
bijlage 2), te weten € 8.498,85, € 195,00 en een blauwe iPhone zullen worden verbeurdverklaard en dat € 743,65 en een zwarte iPhone zullen worden teruggegeven aan de verdachte.
8.De vordering tot tenuitvoerlegging
9.De toepasselijke wetsartikelen
10.De beslissing
(09/175982-23)ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
15 (VIJFTIEN) MAANDEN;
5 (VIJF) maanden, niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op twee jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
50 (VIJFTIG) UREN, subsidiair
25 (VIJENTWINTIG) DAGENvervangende hechtenis.
hij op of omstreeks 2 oktober 2022 te Wassenaar, althans in Nederland, opzettelijk heeft vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 16,7 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hij op of omstreeks 2 oktober 2022, te Wassenaar, althans in Nederland, (van) een geldbedrag (van 8.498,85 euro), althans een of meer voorwerpen
- heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet, en/of
- gebruik heeft gemaakt
terwijl hij, verdachte, wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf;
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 30 juli 2021 tot en met 1 oktober 2022 te Leiden en/of Noordwijk en/of (elders) in Nederland, opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, (telkens) een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hij op of omstreeks 8 november 2023 te Delft om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet,
te weten
- het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren, en/of
- het opzettelijk vervaardigen van een of meerdere hoeveelheden cocaïne, zijnde cocaïne in elk geval een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet voor te bereiden en/of bevorderen, voorhanden heeft gehad:
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen, namelijk:
- 33 bolletjes en/of ponypacks met daarin cocaïne (in totaal 24,7 gram) en/of
- een of meerdere telefoons en/of
- een voertuig (personenauto) met een ANPR hit en/of
- een (grote) hoeveelheid geldbedragen (briefjes) en/of kleine coupures
waarvan hij, verdachte, wist of ernstige reden had om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit;
hij op of omstreeks 8 november 2023 te Delft opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 24,7 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hij, op of omstreeks 26 januari 2024 te Rijnsburg, binnen de gemeente Katwijk, opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, (telkens) zijnde cocaïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hij, op of omstreeks 26 januari 2024 te Rijnsburg, binnen de gemeente Katwijk, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer (bruto) 41,5 gram, althans een of meerdere ponypacks, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.