ECLI:NL:RBDHA:2024:7563

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 mei 2024
Publicatiedatum
21 mei 2024
Zaaknummer
NL24.13536
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • D. Bruinse - Pot
  • S.M. Hampsink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot Dublin-regelgeving

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, beoordeelt de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekers, bestaande uit een moeder en haar minderjarige kinderen, naar aanleiding van een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Dit besluit, gedateerd 27 maart 2024, houdt in dat de aanvraag van verzoekers voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling wordt genomen, omdat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublin-regelgeving. Verzoekers hebben tegen dit besluit beroep ingesteld en tegelijkertijd verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 22 april 2024 behandeld, waarbij zowel verzoekster als de gemachtigden van verzoekster en de staatssecretaris aanwezig waren. In de uitspraak van vandaag, die ook betrekking heeft op een andere zaak (NL24.13535), heeft de rechtbank al uitspraak gedaan op het beroep van verzoekers. Hierdoor is de noodzaak voor een voorlopige voorziening komen te vervallen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen, met de overweging dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. D. Bruinse - Pot, in aanwezigheid van griffier mr. S.M. Hampsink, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.13536

uitspraak van de voorzieningenrechter van 17 mei 2024 in de zaak tussen

[verzoekster], v-nummer: [nummer], verzoekstermede namens haar minderjarige kinderen[kind 1], v-nummer: [nummer],[kind 2], v-nummer: [nummer],[kind 3], v-nummer: [nummer],en [kind 4], v-nummer: [nummer],

samen: verzoekers
(gemachtigde: mr. N.D. Schraa),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

(gemachtigde: mr. J.P. Guérain).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening van verzoekers vanwege het besluit van 27 maart 2024, waarin de staatssecretaris de aanvraag van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
1.1.
Verzoekers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
1.2.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL24.13535, op 22 april 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoekster, de gemachtigde van verzoekster en de gemachtigde van de staatssecretaris.

Overwegingen

2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.13535, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D. Bruinse - Pot, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S.M. Hampsink, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.