ECLI:NL:RBDHA:2024:7563
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- D. Bruinse - Pot
- S.M. Hampsink
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot Dublin-regelgeving
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, beoordeelt de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekers, bestaande uit een moeder en haar minderjarige kinderen, naar aanleiding van een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Dit besluit, gedateerd 27 maart 2024, houdt in dat de aanvraag van verzoekers voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling wordt genomen, omdat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublin-regelgeving. Verzoekers hebben tegen dit besluit beroep ingesteld en tegelijkertijd verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 22 april 2024 behandeld, waarbij zowel verzoekster als de gemachtigden van verzoekster en de staatssecretaris aanwezig waren. In de uitspraak van vandaag, die ook betrekking heeft op een andere zaak (NL24.13535), heeft de rechtbank al uitspraak gedaan op het beroep van verzoekers. Hierdoor is de noodzaak voor een voorlopige voorziening komen te vervallen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen, met de overweging dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. D. Bruinse - Pot, in aanwezigheid van griffier mr. S.M. Hampsink, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.