ECLI:NL:RBDHA:2024:7622
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet met beroep gegrond verklaard
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 januari 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een inwoner van Den Haag, en het college van burgemeester en wethouders van Rijswijk. Eiser had op 19 september 2021 een aanvraag ingediend voor een bijstandsuitkering op basis van de Participatiewet (Pw), welke op 29 november 2021 door verweerder werd afgewezen. Eiser had eerder bijstand ontvangen, maar na een ongeval in juni 2020 en een aanzienlijke storting op zijn bankrekening, werd zijn bijstandsbehoevendheid ter discussie gesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser onvoldoende informatie had verstrekt over zijn financiële situatie, wat leidde tot de afwijzing van zijn aanvraag. Echter, de rechtbank oordeelde dat verweerder ten onrechte had gesteld dat eiser niet had aangetoond in een bijstandsbehoevende situatie te verkeren. De rechtbank concludeerde dat de overboekingen door eiser niet voldoende waren onderzocht en dat er geen bewijs was dat hij over de overgeboekte bedragen beschikte. Daarom werd het bestreden besluit vernietigd en het beroep gegrond verklaard. Eiser heeft recht op vergoeding van de proceskosten en het griffierecht.