ECLI:NL:RBDHA:2024:7641

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 mei 2024
Publicatiedatum
22 mei 2024
Zaaknummer
C/09/664620 / KG ZA 24-341
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ongeoorloofde vergelijkende reclame en misleidende uitingen in kort geding tussen Arpa Industriale S.P.A. en Stylam Nederland B.V.

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 17 mei 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Arpa Industriale S.P.A. en Stylam Nederland B.V. Arpa, een Italiaanse producent van HPL-panelen, vorderde een verbod op ongeoorloofde vergelijkende reclame door Stylam, die ook HPL-panelen op de markt brengt. Arpa stelde dat Stylam misleidende uitingen deed door te claimen dat haar panelen nanotechnologie bevatten en daardoor krasbestendiger zijn. De voorzieningenrechter oordeelde dat Stylam niet aannemelijk had gemaakt dat haar panelen daadwerkelijk nanotechnologie bevatten en dat de uitingen misleidend waren. De voorzieningenrechter legde Stylam een verbod op om deze uitingen te doen en verplichtte haar tot rectificatie. De vordering van Arpa werd toegewezen, en Stylam werd veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK Den Haag

Team handel - voorzieningenrechter
Zaaknummer: C/09/664620 / KG ZA 24-341
Vonnis in kort geding van 17 mei 2024
in de zaak van
ARPA INDUSTRIALE S.P.A.te Bra (Italië),
eisende partij,
hierna te noemen: Arpa,
advocaat: mr. L.E. Fresco te Amsterdam,
tegen
STYLAM NEDERLAND B.V.te Waalwijk,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Stylam,
advocaten: mr. S. van der Hoeven en mr. D. Wouters te Tilburg.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 23 april 2024, met producties en aanvullende producties (totaal 15);
- de conclusie van antwoord, met producties en een aanvullende productie (totaal 16).
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 6 mei 2024. De advocaten van partijen hebben ter zitting pleitnotities gehanteerd en overhandigd die in het dossier zijn opgenomen. Verder heeft Arpa twee HPL-panelen getoond.
1.3.
Arpa heeft bezwaar gemaakt tegen productie 16 van Stylam (GP16), omdat deze de opinie van een octrooigemachtigde bevat en Arpa door het late tijdstip van indiening ervan (vrijdag 3 mei 2024 om 09:05 uur) niet meer in staat is om hierop te reageren. Ter zitting heeft de voorzieningenrechter beslist dat GP16 deel uitmaakt van het procesdossier en dat de indiening ervan niet in strijd is met de goede procesorde. Hiertoe heeft de voorzieningenrechter overwogen dat GP16 (rekening houdend met werkdagen) meer dan 24 uur vóór de zitting is ingediend, dat Arpa ondanks de technische inhoud van deze productie voldoende tijd heeft gehad om er kennis van te nemen en er ter zitting op te reageren, wat zij ook heeft gedaan.
1.4.
Vonnis is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
Arpa is een in Italië gevestigde ontwerper en producent van interieuroppervlakte- materialen, waaronder panelen van
High Pressure Laminate(HPL).
2.2.
Een HPL-paneel is samengesteld uit verschillende lagen (van bijvoorbeeld papierpulp) die onder hoge druk samen worden geperst en voorzien van een beschermende toplaag. HPL-panelen worden onder meer gebruikt in keukens en badkamers.
2.3.
Sinds 2013 brengt Arpa een productlijn op de markt onder de naam FENIX NTM. NTM is een door Arpa gebruikte afkorting voor de eveneens door haar gebruikte aanduiding “Nano Tech Mat”. De producten van deze lijn kenmerken zich door de toepassing van verschillende technologieën, onder meer nanotechnologie in combinatie met acrylhars en een
Electron Beam Curing process. Hierdoor hebben deze producten onder meer een sterke krasbestendigheid en een mat oppervlak. Bij de presentatie van haar producten legt Arpa de nadruk op de innovatieve toepassing van nanotechnologie en op de krasbestendigheid.
2.4.
Arpa is houdster van onder meer de volgende merken: het Uniewoordmerk FENIX NTM (registratienummer 011699493) en het Uniebeeldmerk FENIX NTM (registratienummer 011699824), beide aangevraagd op 28 maart 2013 en geregistreerd op 9 augustus 2013 voor waren en diensten in de klassen 17 en 20. Deze merken worden hierna gezamenlijk aangeduid als de FENIX NTM-merken
2.5.
De producten van Arpa worden via een distributienetwerk wereldwijd op de markt gebracht, onder meer in Nederland.
2.6.
Stylam is een in Nederland gevestigde onderneming die nu ongeveer twee jaar eveneens HPL-panelen op de markt brengt.
2.7.
De door Stylam verhandelde HPL-panelen worden geleverd door de in India gevestigde Stylam Industries Ltd. Op de website van Stylam Industries Ltd staat vermeld dat bij de vervaardiging van de panelen gebruik wordt gemaakt van het zogeheten “Hot Coating Process” (
UV Curing) en dat daarbij gebruik wordt gemaakt van techniek van het (Duitse) bedrijf Kleiberit en de (Spaanse) machinefabrikant Barberan.
2.8.
Stylam biedt onder meer panelen aan met gebruikmaking van de term “NTM Nano Techniek Mat”. Op haar website [website] en op LinkedIn heeft zij over deze panelen onder meer meegedeeld dat de panelen vervaardigd zijn met gebruikmaking van nanotechnologie, waardoor deze onder meer een “kras vaster oppervlakte” zouden hebben. Op de website van Stylam staat onder meer het volgende:
2.9.
Bij brief van 22 januari 2024 heeft Arpa Stylam gesommeerd om bij het aanprijzen van haar HPL-panelen het gebruik van de aanduiding “NTM”, de verwijzingen naar nanotechnologie en het gebruik van de kleurenbenamingen die (vrijwel) identiek zijn aan die van Arpa te staken en gestaakt te houden. Hierbij heeft Arpa zich op het standpunt gesteld dat de uitingen van Stylam misleidende en ongeoorloofde vergelijkende reclame zijn in de zin van artikel 6:194 en 6:194a BW. Daarnaast heeft zij gesteld dat Stylam met het gebruik van de benaming NTM inbreuk maakt op de FENIX-NTM-merken.
2.10.
Naar aanleiding van de sommatie heeft Stylam de door haar gebruikte kleurenbenamingen aangepast. Stylam heeft geen gehoor gegeven aan de sommatie om het gebruik van “NTM” en/of de verwijzing naar nanotechnologie te staken.
2.11.
Arpa heeft het aan haar gelieerde Nemho Innovations B.V. (hierna: NEMHO) opdracht gegeven om een sample van een HPL-paneel van Stylam te onderzoeken. In een door hem ondertekende verklaring van 24 april 2024 heeft de heer [naam 1] , directeur van NEMHO en CTO (Chief Technology Officer) van (onder meer) Arpa met verwijzing naar een bijgevoegd rapport verklaard dat in het paneel van Stylam geen nanodeeltjes zijn aangetroffen en dat de uitgevoerde “scratch test” een score van 1 Newton opleverde, daar waar het als referentie gebruikte FENIX-paneel een score van 5 (Newton) behaalde.
2.12.
In een op 2 mei 2024 ondertekende opinie van Patentwerk B.V. (hierna: Patentwerk) heeft ir. [naam 2] , Europees en Nederlands octrooigemachtigde met een mastergraad in Chemical Engineering, afstudeerrichting nanotechnologie, het standpunt ingenomen dat het
UV-curing processdat gebruikt wordt bij de vervaardiging van de panelen van Stylam “aan een pijler van de nanotechnologie voldoet, namelijk het gebruiken en bewerken van moleculen in de nanoschaal” en dat deze bewerking volgens Patentwerk daarom als nanotechnologie aangemerkt kan worden. In deze opinie heeft Patentwerk onder meer het standpunt ingenomen dat de bij het
UV curing processgebruikte foto-initiatoren een afmeting in de nanoschaal hebben.

3.Het geschil

3.1.
Arpa vordert, samengevat:
Stylam te bevelen ieder on- of offline gebruik van de in de dagvaarding bedoelde Claims of varianten daarop te staken, waaronder ieder gebruik van uitingen of benamingen waarmee ten onrechte een verband wordt gelegd tussen de producten van Stylam en nanotechnologie, en/of waarmee ten onrechte wordt gesuggereerd dat de producten van Stylam een krasvast(er) oppervlak hebben, en/of waarmee de producten van Stylam op ongeoorloofde wijze worden vergeleken met die van Arpa met gebruikmaking van onderscheidende kenmerken van (de producten van) Arpa;
Stylam te bevelen om voor een duur van ten minste twee maanden, de navolgende rectificatie op de in de dagvaarding vermelde wijze te plaatsen boven aan de [website] homepagina en het Linkedin-account van Stylam:
“Rectificatie
De voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag heeft op [datum] bepaald dat
Stylam zich schuldig heeft gemaakt aan ongeoorloofde reclame-uitingen. Het
betreft onjuiste suggesties dat nanotechnologie is toegepast in HPL-panelen van
Stylam en dat die panelen krasbestendig zijn. Stylam heeft de desbetreffende
uitingen gestaakt en de benaming van de panelen aangepast”;
een en ander op straffe van een dwangsom en met veroordeling van Stylam in de proceskosten.
3.2.
Arpa legt aan de vordering het volgende ten grondslag.
Stylam maakt zich schuldig aan misleidende en ongeoorloofde vergelijkende reclame.
Arpa heeft zeer veel tijd en geld besteed (en doet dat nog steeds) aan de ontwikkeling en de productie van de FENIX-materialen, waarvoor zij de aanduiding NTM gebruikt. Op haar website en op social media prijst Stylam haar HPL-panelen aan onder de naam “NTM” en “Nano Techniek Mat”. Daarbij claimt zij dat de materialen geproduceerd zijn met “nanotechnologie”, waardoor haar panelen een “kras vaster oppervlak” zouden hebben. Door te verwijzen naar nanotechnologie haakt Stylam aan bij Arpa, de enige grote speler in de markt die bekend staat om het gebruik van nanotechnologie in HPL-panelen. Uit het onderzoek van NEMHO blijkt dat aan de panelen van Stylam geen nanotechnologie te pas komt en dat zij uitermate slecht scoren op de zogeheten “scratch test” die is uitgevoerd conform de toepasselijke NEN-standaard. Aangezien de misleidende uitingen van Stylam invloed kunnen hebben op de aankoopbeslissing van potentiële afnemers, heeft Arpa bij haar vordering een spoedeisend belang.
3.3.
Stylam voert verweer. Stylam concludeert tot afwijzing van de vorderingen van Arpa, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Arpa in de kosten van deze procedure, waaronder de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Bevoegdheid en toepasselijk recht
4.1.
Gelet op de vestigingsplaats van Arpa heeft deze zaak internationale aanknopingspunten. De voorzieningenrechter dient daarom ambtshalve zijn bevoegdheid vast te stellen. Arpa baseert haar vorderingen op onrechtmatig handelen (misleidende en/of onrechtmatig vergelijkende reclame). Aangezien Stylam gevestigd is in Nederland is de voorzieningenrechter op grond van artikel 4 Brussel I bis-Vo internationaal bevoegd om kennis te nemen van de vorderingen van Arpa. Stylam heeft de bevoegdheid overigens ook niet bestreden. Aangezien partijen de discussie uitsluitend gevoerd hebben naar Nederlands recht, begrijpt de voorzieningenrechter dat de vorderingen van Arpa beperkt zijn tot Nederland. Op het gevorderde is Nederlands recht van toepassing.
Beoordelingskader
4.2.
Tussen partijen is in geschil of Stylam haar HPL-panelen mag aanprijzen met gebruikmaking van de benaming “NTM” en “Nano Techniek Mat” en of zij in het openbaar mag meedelen dat haar producten geproduceerd zijn met “nanotechnologie” en dat haar producten daardoor een “kras vaster oppervlak” hebben. In dit kort geding ligt ter beoordeling voor of de betreffende uitingen – vooruitlopend op een eventuele bodemprocedure – zijn aan te merken als misleidende en/of ongeoorloofde vergelijkende reclame die onrechtmatig zijn jegens (concurrent) Arpa. Indien dat het geval is, moet beoordeeld worden of oplegging van het gevorderde bevel en de rectificatie gerechtvaardigd zijn. Gelet op het voorlopige karakter van het kort geding, kan de voorzieningenrechter alleen een voorlopig oordeel geven over de rechtsverhouding tussen partijen.
4.3.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter zijn de uitingen van Stylam over het gebruik van nanotechnologie en de krasbestendigheid van haar panelen en het gebruik van de aanduiding “NTM” en/of “Nano Techniek Mat” in de gegeven omstandigheden aan te merken als ongeoorloofde vergelijkende reclame. Daartoe wordt het volgende overwogen.
(On)geoorloofde vergelijkende reclame en misleidende reclame
4.4.
Stylam heeft erkend dat Arpa de eerste leverancier was die bij de vervaardiging van HPL-panelen gerichte nanotechnologie heeft toegepast met als resultaat een HPL-paneel met zowel een hoge krasbestendigheid als een mat uiterlijk. Verder heeft Stylam erkend dat deze panelen in de markt bekend zijn onder de naam FENIX NTM, waarbij NTM staat voor “nano tech mat”. Ook staat vast dat Arpa hiermee al jarenlang adverteert en dat de FENIX NTM-panelen in de markt bekend zijn om hun krasbestendigheid en geassocieerd worden met nanotechnologie. Arpa heeft onweersproken gesteld dat nanotechnologie in de markt synoniem staat met de FENIX NTM-panelen en de bijzondere eigenschappen van het materiaal. Door te verwijzen naar nanotechnologie in combinatie met krasbestendigheid en door gebruikmaking van een deel van de door Arpa gebruikte benaming, is aannemelijk dat het relevante publiek (de (professionele) afnemers van Arpa en Stylam) bij de uitingen van Stylam denken aan de panelen van Arpa. Deze mededelingen, zeker in onderlinge samenhang bezien, zijn daarom aan te merken als (impliciete) vergelijkende reclame in de zin van artikel 6:194a BW. Stylam kan dus niet worden gevolgd in haar betoog dat zij op geen enkele manier naar de producten van Arpa verwijst.
4.5.
Op grond van artikel 6:194a lid 2 BW is vergelijkende reclame alleen onder bepaalde voorwaarden geoorloofd. Zo mag vergelijkende reclame niet misleidend zijn (sub a in verbinding met artikel 6:194 BW), er niet toe leiden dat de goederen van de adverteerder worden verward met die van de concurrent (sub d) en mag de reclame geen oneerlijk voordeel opleveren door de bekendheid van een merk, handelsnaam of andere onderscheidende kenmerken van een concurrerend product (sub g). Op grond van artikel 6:195 BW rust de bewijslast van de juistheid en volledigheid van de gedane mededelingen op Stylam.
Nanotechnologie en krasbestendigheid
4.6.
De uitingen van Stylam houden in dat haar panelen door de toepassing van nanotechnologie krasbestendiger zijn dan panelen waarbij geen nanotechnologie is toegepast. Bij de toetsing van deze uitingen gaat het erom of de panelen de eigenschappen hebben die het relevante publiek op grond van die uiting mag verwachten. Anders dan Stylam kennelijk meent, is het daarbij niet aan de voorzieningenrechter om een keuze te maken tussen de door partijen aangedragen definities van “nanotechnologie”. Een feitelijke mededeling over het gebruik van een techniek valt ook buiten de (toegestane) overdrijving die aan reclame vaak eigen is.
4.7.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft Stylam de juistheid van haar mededeling over de toepassing van nanotechnologie onvoldoende aannemelijk gemaakt. Stylam baseert deze mededelingen op de bij de vervaardiging van haar panelen toegepaste technieken (het “
Hot Coating Process” dan wel
UV Curing). De – door Stylam aangedragen en door Arpa betwiste – verklaring van Patentwerk die erop neerkomt dat deze technieken als nanotechnologie
kunnenworden aangemerkt volstaat niet. Tegenover de stellingen van Arpa had van Stylam mogen worden verwacht dat zij minst genomen aannemelijk zou maken dat deze langer bestaande technieken door het relevante publiek daadwerkelijk als nanotechnologie worden aangemerkt. In dit verband is van belang dat de betreffende leveranciers van de panelen, Stylam Industries Ltd en Kleiberit, dat in ieder geval niet doen. De uiting over de toepassing van nanotechnologie is daarom misleidend, zeker indien daarbij een relatie wordt gelegd met betere krasbestendige eigenschappen.
4.8.
Door mededelingen te doen over nanotechnologie in relatie tot een betere krasbestendigheid wekt Stylam de indruk dat haar HLP-panelen een krasbestendigheid hebben die vergelijkbaar is met die van de panelen van Arpa. Arpa heeft met verwijzing naar het onderzoek van NEMHO, de door haar ter zitting getoonde geteste samples en de door haar overgelegde
product technical sheetvan Stylam Industries Ltd gesteld dat de HPL-panelen van Stylam slecht scoren op krasbestendigheid en aanzienlijk slechter dan de Fenix-NTM-panelen. Hiertegenover heeft Stylam niet aannemelijk gemaakt dat haar panelen door de toepassing van de gebruikte technieken beschikken over een bovengemiddelde krasbestendigheid. Bij de mondelinge behandeling heeft Stylam voorts erkend dat haar HPL-panelen, in ieder geval op dit moment, minder krasbestendig zijn dan die van Arpa. De mededeling dat de HPL-panelen van Stylam door de toepassing van nanotechnologie een “krasvaster oppervlak” hebben is daarom misleidend in de zin van artikel 6:194 BW en ongeoorloofd vergelijkend in de zin van artikel 6:194a lid 2 sub a BW.
Gebruik “NTM” en/of “Nano Techniek Mat”
4.9.
Mede gelet op al het voorgaande is het gebruik van de benamingen “NTM” en/of “Nano Tech(niek) Mat” naar het oordeel van de voorzieningenrechter eveneens ongeoorloofd. Nog daargelaten dat Stylam door het gebruik van deze benamingen de misleidende indruk wekt dat in het betreffende product nanotechnologie is toegepast, vormen de benamingen ook een nodeloze verwijzing naar de producten van Arpa. De voorzieningenrechter licht dit toe als volgt.
4.10.
Tussen partijen is niet in geschil dat de panelen van Arpa in de markt en onder handelaren bekend zijn onder de naam FENIX-NTM en dat NTM een door Arpa gebruikte afkorting is voor “Nano Tech Mat”. Het verweer van Stylam dat NTM zonder toevoeging van FENIX voor het relevante publiek niet herkenbaar is, dat Arpa de benaming “Nano Tech Mat” niet (prominent) gebruikt en dat het een beschrijvende aanduiding betreft, overtuigt niet. Gelet op de door Arpa overgelegde bescheiden, waaronder de google-resultaten van de zoektermen HPL in combinatie met “NTM” en “nanotech” acht de voorzieningenrechter het voldoende aannemelijk dat “NTM” en “nanotech” in de relevante HPL-markt alleen gebruikt wordt voor FENIX -NTM-panelen en de panelen van Stylam. Ter zitting heeft Stylam weliswaar betoogd, dat ook andere partijen vindbaar zijn onder de zoekterm “HPL nanotech”, maar daaruit volgt niet dat die partijen de term “nanotech” ook gebruiken voor andere producten dan die van Arpa.
4.11.
Gelet op het voorgaande is voldoende aannemelijk dat de aanduidingen “NTM en/of “Nano Tech(niek) Matt” kunnen worden opgevat als een verwijzing naar de FENIX-panelen van Arpa. Door dit gebruik versterkt Stylam de onterechte indruk dat haar panelen net als die van Arpa met toepassing van nanotechnologie vervaardigd zijn en daardoor over een bovengemiddelde krasbestendigheid beschikken. Het gebruik van deze naar Arpa verwijzende benamingen is misleidend en levert een ongeoorloofd voordeel op als bedoeld in artikel 6:194a sub g BW. Of Stylam met dit gebruik ook inbreuk maakt op de FENIX-merken, is bij de beoordeling niet van belang. Hetzelfde geldt voor de reden waarom Stylam voor deze benaming heeft gekozen en voor de vraag of deze in de visie van Stylam beschrijvend is. Overigens valt niet in te zien waarom Stylam niet voor een andere (beschrijvende) benaming met meer afstand tot die van Arpa had kunnen kiezen of dat alsnog kan doen.
Tussenconclusie
4.12.
Het voorgaande leidt tot de slotsom dat de uitlatingen van Stylam over de toepassing van nanotechnologie in relatie tot krasbestendigheid en de benaming “NTM” en/of “Nano Tech(niek) Mat” niet geoorloofd zijn op grond van artikel 6:194 en 6:194a BW. Daarmee zijn deze uitlatingen naar het oordeel van de voorzieningenrechter onrechtmatig jegens Arpa. Het verweer van Stylam dat zij de sommatie en de opstelling van Arpa ervaart als “powerplay” tegen een relatieve nieuwkomer op de HLP-markt, neemt het onrechtmatige karakter van de uitingen van Stylam niet weg.
Vorderingen
4.13.
Op grond van artikel 6:196 BW kan de rechter een partij die zich schuldig maakt aan ongeoorloofde (vergelijkende) reclame (onder andere) verbieden om zodanige reclame openbaar te maken en om over te gaan tot rectificatie.
4.14.
De voorzieningenrechter ziet aanleiding voor oplegging van een verbod op uitingen met de strekking dat de HPL-panelen van Stylam door de toepassing van nanotechnologie “een krasvaster oppervlak” hebben en/of die waarin zij bij het aanbieden en aanprijzen van haar producten gebruik maakt van de benamingen “NTM” en/of “Nano Techniek Mat”. Voor oplegging van een ruimer verbod zoals door Arpa gevorderd is in dit kort geding geen plaats, nu niet iedere verwijzing naar Arpa of nanotechnologie op voorhand als onrechtmatig kan worden beschouwd. Het gevorderde gebod om bepaalde uitingen te staken zal worden geformuleerd als een verbod om de hiervoor onrechtmatig bevonden uitingen openbaar te maken. De termijn waarbinnen het verbod ingaat, en de betreffende uitingen dus moeten zijn gestaakt, wordt bepaald op 48 uur na betekening van dit vonnis.
4.15.
Arpa heeft belang bij een rectificatie, ook al kan nu niet worden aangetoond dat potentiële klanten zich door de uitingen van Stylam hebben laten beïnvloeden bij hun aankoopbeslissing. Ondenkbaar is dit niet. Een rectificatie is een passende remedie tegen de mogelijke verwarring die is ontstaan bij het publiek dat heeft kennis kunnen nemen van de onrechtmatig bevonden uitingen. Een rectificatie op de homepagina van de website van Stylam moet voldoende worden geacht om aan de belangen van Arpa tegemoet te komen. Mede gelet op het beperkte aantal volgers van Stylam op LinkedIn, acht de voorzieningenrechter een rectificatie langs die weg overbodig. De rectificatie zal worden beperkt tot de uitingen waarvoor het verbod wordt opgelegd. Verder wordt vermeld dat het een oordeel in kort geding betreft. De duur van de rectificatie wordt bepaald op 30 dagen na betekening van dit vonnis.
Dwangsom, slotsom en proceskosten
4.16.
Ondanks de toezegging van Stylam om zich te conformeren aan een toewijzend vonnis, acht de voorzieningenrechter oplegging van een dwangsom aangewezen, als extra prikkel tot nakoming van de gegeven beslissing. Indien Stylam haar toezegging nakomt, heeft zij van de dwangsom geen last. De dwangsom wordt gemaximeerd zoals vermeld in de beslissing.
4.17.
De slotsom is dat de vorderingen van Arpa op de hierna te vermelden wijze worden toegewezen. Stylam is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Arpa worden begroot op:
- dagvaarding
139,42
- griffierecht
688,00
- salaris advocaat
1.107,00
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
2.112,42

5.De beslissing

De voorzieningenrechter:
5.1.
verbiedt Stylam binnen 48 uur na betekening van dit vonnis in het openbaar uitingen te doen die inhouden dat de door haar aangeboden HPL-panelen door de toepassing van nanotechnologie een “krasvaster oppervlak” hebben en om bij het aanbieden of aanprijzen van deze HPL-panelen gebruik te maken van de benamingen “NTM” en/of “Nano Tech(niek) Mat”;
5.2.
beveelt Stylam om binnen één week na betekening van dit vonnis op de homepage van de website [website] , gedurende 30 dagen de volgende rectificatie te plaatsen, in zwart op een witte achtergrond, in een duidelijk leesbaar lettertype en grootte en zonder toevoeging en/of commentaar:

De voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag heeft bij vonnis in kort geding van 17 mei 2024 bepaald dat Stylam zich schuldig heeft gemaakt aan ongeoorloofde reclame-uitingen. Het betreft de uiting dat nanotechnologie is toegepast in HPL-panelen van Stylam en dat die panelen daardoor een krasvaster oppervlak hebben. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat wij deze claim onvoldoende kunnen onderbouwen. Stylam heeft de desbetreffende uitingen gestaakt en de benaming van de panelen aangepast”;
5.3.
veroordeelt Stylam om aan Arpa een dwangsom te betalen van € 2.000,00 per overtreding van de veroordeling onder 5.1 en 5.2 en € 1.000,00 voor iedere dag dat de overtreding voortduurt, tot een maximum van € 100.000,00 is bereikt;
5.4.
veroordeelt Stylam in de proceskosten van € 2.112,42, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als Stylam niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.J. Vetter en in het openbaar uitgesproken op 17 mei 2024.
WJ