ECLI:NL:RBDHA:2024:7724

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
27 februari 2024
Publicatiedatum
22 mei 2024
Zaaknummer
NL 24.4400
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met betrekking tot verantwoordelijkheid Bulgarije

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 27 februari 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoeker, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd, kreeg te maken met een afwijzing van zijn aanvraag door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De afwijzing was gebaseerd op de stelling dat Bulgarije verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag.

De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 20 februari 2024, waarbij de verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. F.S. Boedhoe. De Staatssecretaris werd vertegenwoordigd door mr. C.J. Ohrtmann. Tijdens de zitting is het verzoek om voorlopige voorziening samen met een andere zaak behandeld.

De voorzieningenrechter heeft in zijn uitspraak van 27 februari 2024 geoordeeld dat, gezien de uitspraak in de andere zaak (NL24.4399), er geen noodzaak meer was voor een voorlopige voorziening. Het verzoek is daarom afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, in aanwezigheid van griffier mr. M.A.W.M. Engels, en is openbaar gemaakt op dezelfde datum.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL24.4400
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. F.S. Boedhoe), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. C.J. Ohrtmann).

Procesverloop

Bij besluit van 2 februari 2024 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Bulgarije verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL24.4399, op 20 februari 2024 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde.
Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.4399, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.A.W.M. Engels, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
27 februari 2024

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.