ECLI:NL:RBDHA:2024:7745
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H. Hanssen - Telman
- Rechtspraak.nl
Beoordeling asielaanvraag en interstatelijk vertrouwensbeginsel in het kader van Dublin-regelgeving
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn asielaanvraag beoordeeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag op 12 februari 2024 niet in behandeling genomen, omdat Frankrijk verantwoordelijk zou zijn voor de aanvraag. De rechtbank heeft op 16 mei 2024 de zaak behandeld, waarbij eiser, zijn gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat het besluit van de staatssecretaris om de aanvraag niet in behandeling te nemen in stand blijft. De rechtbank baseert haar oordeel op de Dublinverordening, die bepaalt dat een asielaanvraag niet in behandeling wordt genomen als een andere lidstaat verantwoordelijk is. In dit geval heeft Nederland een verzoek om terugname aan Frankrijk gedaan, dat is aanvaard. De staatssecretaris heeft zich op het standpunt gesteld dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel van toepassing is, en eiser heeft niet kunnen aantonen dat hij bij overdracht aan Frankrijk een reëel risico loopt op schending van zijn rechten.
Eiser heeft aangevoerd dat de opvangsituatie in Frankrijk problematisch is, vooral in het licht van de Olympische Spelen in 2024, maar de rechtbank oordeelt dat deze argumenten niet voldoende zijn om aan te nemen dat er bij overdracht aan Frankrijk sprake is van een reëel risico. Eiser heeft ook gesteld dat hij bijzonder kwetsbaar is vanwege zijn medische en psychische aandoeningen, maar de rechtbank oordeelt dat hij dit niet voldoende heeft onderbouwd. De staatssecretaris hoefde daarom geen aanvullende garanties van Frankrijk te vragen.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat er geen bijzondere individuele omstandigheden zijn die de overdracht aan Frankrijk zouden belemmeren. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten en de uitspraak is openbaar gemaakt.