ECLI:NL:RBDHA:2024:7892

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
27 mei 2024
Publicatiedatum
24 mei 2024
Zaaknummer
AWB - 22 _ 7677
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag WIA-uitkering met verkorte wachttijd en beoordeling medische situatie

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een WIA-uitkering met een verkorte wachttijd. De aanvraag werd door de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) afgewezen op 9 mei 2022, en het bezwaar werd ongegrond verklaard op 18 oktober 2022. Eiseres, die lijdt aan een ernstige vorm van CVS/ME en fibromyalgie, had medische informatie ingediend van haar huisarts en cardiologen, maar de verzekeringsarts concludeerde dat verbetering van haar belastbaarheid niet uitgesloten was, wat leidde tot de afwijzing van de aanvraag.

De rechtbank oordeelt dat de medische beoordeling niet zorgvuldig was, omdat eiseres niet door een verzekeringsarts was onderzocht in de primaire fase. Na een aanvullend onderzoek op 16 mei 2023 door verzekeringsarts b&b Ramautar, waarbij de klachten van eiseres werden besproken, concludeert de rechtbank dat de verzekeringsarts b&b op overtuigende wijze heeft aangetoond dat de voorgestelde multidisciplinaire behandeling kan leiden tot verbetering van de functionele mogelijkheden van eiseres. De rechtbank vernietigt het besluit van 18 oktober 2022, maar laat de rechtsgevolgen in stand, wat betekent dat eiseres geen recht heeft op een WIA-uitkering met verkorte wachttijd. Eiseres krijgt wel een vergoeding voor griffierecht en proceskosten.

De rechtbank benadrukt dat de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid op basis van rapporten van verzekeringsartsen moet voldoen aan zorgvuldigheidseisen. De rechtbank concludeert dat de verzekeringsarts b&b de situatie van eiseres correct heeft beoordeeld en dat er geen aanleiding is om aan de conclusies van de verzekeringsartsen te twijfelen. De rechtbank wijst erop dat de medische situatie van eiseres op de datum in geding, 19 juni 2022, bepalend is voor de beoordeling van haar recht op een WIA-uitkering met verkorte wachttijd.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 22/7677

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 mei 2024 in de zaak tussen

[eiseres], te Alphen aan den Rijn, eiseres

(gemachtigde: mr. D.G.M.J.M. Deijle),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), verweerder
(gemachtigde: C. Schravesande).

Inleiding

In deze uitspraak beoordeeld de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een WIA-uitkering met een verkorte wachttijd [1] .
Verweerder heeft deze aanvraag met het primaire besluit van 9 mei 2022 afgewezen. Met het bestreden besluit van 18 oktober 2022 heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen dit besluit beroep ingesteld. Verweerder heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
Verweerder heeft vervolgens aanvullend verweer gevoerd en een rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep (b&b) overgelegd. Dit rapport van 16 juni 2023 is opgesteld nadat in beroep alsnog een medisch onderzoek heeft plaatsgevonden.
In de brief van 21 augustus 2023 heeft eiseres hierop gereageerd.
Verweerder heeft vervolgens een nader rapport van de verzekeringsarts b&b van
23 november 2023 overgelegd.
De rechtbank heeft het beroep op 5 april 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van verweerder.

Overwegingen

Feiten en omstandigheden
1.1
Eiseres werkte als ADL assistent bij de Stichting [bedrijfsnaam] (werkgever) voor gemiddeld 11,53 uur per week. Zij meldde zich op 9 januari 2021 ziek voor dit werk met lichamelijke en psychische klachten. Bij eiseres is sprake van een ernstige vorm van CVS/ME en fibromyalgie. Eiseres heeft op 10 april 2022 (in de vijfenzestigste week na haar ziekmelding) een aanvraag ingediend om met toepassing van een verkorte wachttijd in aanmerking te komen voor een WIA-uitkering. De wachttijd kan niet eerder eindigen dan tien weken nadat de aanvraag is ingediend, hetgeen in dit geval 19 juni 2022 is.
Eiseres heeft bij haar aanvraag medische informatie van haar huisarts, van cardioloog C.M.C. van Campen en van cardioloog F.C. Visser, beiden werkzaam bij Stichting Cardiozorg, ingediend. In deze informatie staat - kort samengevat - beschreven dat eiseres een ernstige vorm van CVS/ME heeft, herstel van belastbare mogelijkheden niet mogelijk is en ook geen doel is, en dat de prognose slecht is. Cardioloog Visser heeft diverse lifestyle adviezen gegeven.
Totstandkoming van het bestreden besluit
1.2
In verband met de aanvraag van eiseres heeft de verzekeringsarts het dossier en de beschikbare medische informatie bestudeerd. Ook heeft de verzekeringsarts kennis genomen van het expertiserapport van Ergatis van 26 november 2021. Dit rapport is op verzoek van de werkgever opgesteld om zodoende in het kader van de Wet verbetering poortwachter de re-integratiemogelijkheden van eiseres in kaart te brengen. De verzekeringsarts komt kort gezegd tot de conclusie dat verbetering van de belastbaarheid niet is uitgesloten. Door Ergatis wordt namelijk een multidisciplinair behandeltraject geadviseerd. De volledige arbeidsongeschiktheid waarvan bij eiseres sprake is, wordt daarom niet als duurzaam beschouwd. Toekenning van een IVA-uitkering [2] met een verkorte wachttijd is niet aan de orde. In lijn hiermee heeft verweerder in het primaire besluit de aanvraag van eiseres afgewezen, onder de overweging dat eiseres niet volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is.
1.3
Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen de afwijzing. Hierna is een onderzoek door verzekeringsarts b&b Sijben verricht. Hij is op basis van bestudering van het dossier, het bezwaar van eiseres en het verslag van de hoorzitting, tot de conclusie gekomen dat verbetering van de belastbaarheid in absolute zin niet is uit te sluiten.
2. In het bestreden besluit heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard. Aan het besluit ligt het standpunt van verweerder ten grondslag dat eiseres niet voldoet aan de criteria voor een IVA-uitkering met verkorte wachttijd. Om voor een dergelijke uitkering in aanmerking te komen, moet sprake zijn van volledige arbeidsongeschiktheid die blijvend is. Eiseres voldoet niet aan de voorwaarde dat verbetering van de arbeidsmogelijkheden in absolute zin totaal is uitgesloten, aldus verweerder. Verweerder heeft daarbij verwezen naar het rapport van
verzekeringsarts b&b Sijben van 17 oktober 2022.
3. Gebleken is dat inmiddels aan eiseres een IVA-uitkering is toegekend, omdat zij volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is in de zin van artikel 4 van de Wet WIA.
Standpunten van partijen
4. De beroepsgronden van eiseres komen er - kort samengevat - op neer dat de verzekeringsartsen van het Uwv ten onrechte meer waarde toekennen aan het rapport van Ergatis dan aan de beschikbare medische informatie van cardioloog Visser, de fysiotherapeut en de bedrijfsarts. Zowel cardioloog Visser als de bedrijfsarts zien niet in dat er nog behandelmogelijkheden zijn waardoor de belastbaarheid van eiseres zou kunnen verbeteren. Ergatis heeft in het rapport geen concrete behandelmethode vermeldt die kan leiden tot verbetering van de belastbaarheid van eiseres. De gemachtigde van eiseres heeft op de zitting toegelicht dat de klachten van eiseres alleen maar verslechteren. Het grootste gedeelte van de dag ligt eiseres op bed of wordt zo voortgeduwd in een rolstoel. Eiseres heeft al 17 jaar klachten waarvoor zij diverse behandelingen heeft ondergaan, echter zonder dat dit tot verbetering heeft geleid. Eiseres wijst erop dat zij niet in staat is om nog een behandeltraject aan te gaan. Eventuele behandelingen zullen verder alleen gericht zijn om te leren omgaan met haar ziekte en om verslechtering te voorkomen.
5. Verweerder ziet in wat eiseres naar voren heeft gebracht geen aanleiding om een ander standpunt in te nemen. Eiseres voldoet niet aan de voorwaarden voor een IVA-uitkering met een verkorte wachttijd. Verbetering van de belastbaarheid is niet uitgesloten omdat er binnen het reguliere behandelingscircuit nog onderzoeks- en behandelmogelijkheden zijn. Verweerder verwijst in dit verband naar de nadere rapporten van verzekeringsarts b&b Ramautar van 16 juni 2023 en 23 november 2023.

Waarover het gaat in deze zaak

6. Op grond van artikel 23, eerste lid, van de Wet WIA geldt een wachttijd van 104 weken voordat de verzekerde aanspraak kan maken op een WIA-uitkering. Op grond van het zesde lid van dit artikel, stelt verweerder op aanvraag van de verzekerde een verkorte wachttijd vast indien de verzekerde volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is als bedoeld in artikel 4, tweede lid, en bij de aanvraag artikel 66 in acht is genomen. Het einde van een verkorte wachttijd wordt niet eerder vastgesteld dan tien weken na de dag waarop de aanvraag daartoe is ingediend. Daarom is de datum in geding 19 juni 2022.
7. De vraag die de rechtbank moet beantwoorden is of verweerder terecht stelt dat eiseres niet volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is en dat zij daarom geen recht heeft op een WIA-uitkering met verkorte wachttijd. De rechtbank moet die vraag beantwoorden aan de hand van wat eiseres daartegen in heeft gebracht. Belangrijk punt is dat het gaat om de medische toestand van eiseres op 19 juni 2022. Het feit dat aan eiseres inmiddels een IVA-uitkering is toegekend kan daarom geen rol van betekenis spelen in deze zaak.

De beoordeling door de rechtbank

8. Verweerder mag besluiten over iemands arbeidsongeschiktheid baseren op rapporten van verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen. Deze rapporten moeten dan wel aan een aantal voorwaarden voldoen: zij moeten op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen, ze mogen geen tegenstrijdigheden bevatten en de rapporten moeten begrijpelijk zijn. Het is aan eiseres om aannemelijk te maken dat de rapporten die over haar zijn opgesteld niet aan deze voorwaarden voldoen.
Is de medische beoordeling zorgvuldig geweest?
9.1
Eiseres is in de primaire fase niet door een verzekeringsarts onderzocht en in bezwaar evenmin. Tussen partijen is niet in geschil dat de medische beoordeling hierdoor niet aan de zorgvuldigheidseisen voldoet. Dit betekent dat het beroep gegrond is en het bestreden besluit van 18 oktober 2022 moet worden vernietigd.
9.2
De rechtbank stelt vast dat op 16 mei 2023 alsnog een spreekuurcontact met verzekeringsarts b&b Ramautar heeft plaatsgevonden. Tijdens dit spreekuur zijn de klachten en aandoeningen waarmee eiseres kampt besproken en heeft een psychisch onderzoek plaatsgevonden. Naar het oordeel van de rechtbank heeft het onderzoek daarom alsnog op zorgvuldige wijze plaatsgevonden. Het gebrek in de besluitvorming is hiermee hersteld. Dit betekent dat de rechtbank moet beoordelen of de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand kunnen worden gelaten. Dat is het geval als er geen andere gebreken aan het bestreden besluit kleven.
Duurzame arbeidsongeschiktheid bij verkorte wachttijd
10. Op grond van vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) is het uitgangspunt dat alleen in een onomkeerbare situatie sprake kan zijn van een verkorte wachttijd. [3] Dit betekent dat verweerder in het kader van een aanvraag om een verkorte wachttijd slechts dient te beoordelen of sprake is van een stabiele of verslechterende medische situatie. Als herstel van de arbeidsmogelijkheden mogelijk is, kan geen sprake zijn van toekenning van een verkorte wachttijd. [4] De systematiek van de Wet WIA brengt mee dat de beoordeling of een verkorte wachttijd aan de orde is, dus wordt gedaan op basis van een strikter criterium dan wanneer de volledige wachttijd van 104 weken is verstreken.
11.1
Verzekeringsarts b&b Sijben is - kort samengevat - tot de conclusie gekomen dat verbetering van de belastbaarheid van eiseres zeer onwaarschijnlijk is. Echter, in absolute zin is verbetering niet uit te sluiten omdat eiseres in theorie zou kunnen deelnemen aan een multidisciplinair behandeltraject, hetgeen kan worden afgeleid uit het rapport van Ergatis.
11.2
Verzekeringsarts b&b Ramautar is in zijn rapport van 16 juni 2023 tot een gelijkluidende conclusie gekomen. Hij heeft hieraan toegevoegd dat eiseres alleen is gezien en behandeld door cardioloog Visser. Een uitgebreide beoordeling en behandeling in het reguliere circuit is niet ingezet of uitgeprobeerd. Gezien de complexiteit van het geheel is minstens een multidisciplinaire aanpak nodig, aldus verzekeringsarts b&b Ramautar. Hij sluit hierbij aan bij het advies van Ergatis. Hij neemt hierbij in aanmerking dat voor een IVA-uitkering met verkorte wachttijd er in het geheel geen zicht meer dient te zijn op een behandeling of verbetering van de belastbaarheid. Hiervan was in het geval van eiseres geen sprake.
11.3
In het nadere rapport van 23 november 2023 heeft verzekeringsarts b&b Ramautar hieraan toegevoegd dat het onderzoek van Ergatis zeer uitgebreid en zorgvuldig is verricht. Er zijn meerdere disciplines ingeschakeld voor de beoordeling. Hieruit komt naar voren dat de klachten en beperkingen niet adequaat werden behandeld en dat een multidisciplinaire behandeling is geïndiceerd. Met een dergelijke behandeling zou bij eiseres een verbetering mogelijk zijn tussen de zes en twaalf maanden. De verwachte verbetering van de belastbaarheid bij een adequate behandeling zou een verbetering op alle rubrieken geven. Hierbij gaat het om de cognitieve aspecten, de energetische en fysieke aspecten en ook de duurbeperking.
12. De rechtbank is van oordeel dat de verzekeringsarts b&b hiermee op overtuigende wijze heeft toegelicht dat de door Ergatis voorgestelde multidisciplinaire behandeling kan leiden tot verbetering van de functionele mogelijkheden van eiseres. Eiseres heeft gesteld dat zij in de afgelopen 17 jaar diverse behandelingen heeft gevolgd, maar dat blijkt niet uit de stukken. Het rapport van Ergatis is het enige document in het dossier waarin door artsen (verzekeringsarts, internist en psychiater) volgens de methodes van de reguliere geneeskunde een beoordeling is gegeven. De rechtbank kan zich daarom verenigen met het feit dat beide verzekeringsartsen b&b meer waarde toekennen aan dat rapport dan aan de medische informatie van cardioloog Visser waarin met name lifestyle adviezen zijn gegeven in plaats van behandeladviezen. Ook de verwijzing van eiseres naar de uitspraak van de CRvB van 21 april 2022 (ECLI:NL:CRVB:2022:1010) leidt niet tot een ander oordeel over de juistheid van de medische beoordeling. In die zaak had de betrokkene een intake gehad bij een regulier revalidatiecentrum om te bezien of het aangeboden multidisciplinair programma passend zou zijn bij zijn ziektebeeld, hetgeen niet zo bleek te zijn. Vaststond dat betrokkene de multidisciplinaire behandeling niet kon volgen. Dit stond ook vermeld in een brief van het betreffende revalidatiecentrum. Die situatie is niet een-op-een vergelijkbaar met de situatie van eiseres. Eiseres heeft na het door Ergatis gegevens advies over deelname aan een multidisciplinair revalidatietraject geen pogingen ondernomen om dit traject op te starten. Anders dan in de zaak van de CRvB is dan ook geen informatie van een reguliere medicus beschikbaar waaruit blijkt dat de voorgestelde multidisciplinaire behandeling vanwege de klachten van eiseres niet opgestart kon worden of dat een dergelijke behandeling afgeraden wordt. De rechtbank kan daarom de verzekeringsarts b&b volgen in zijn redenering dat (op de datum in geding) niet is uitgesloten dat de voorgestelde multidisciplinaire behandeling resultaat kon opleveren welke mogelijk tot verbetering van functionele mogelijkheden zou kunnen leiden. Eiseres heeft ook niet onderbouwd dat een dergelijke behandeling in haar geval alleen gericht zou zijn op het leren omgaan met haar ziekte en om verslechtering te voorkomen. Gelet op het voorgaande heeft verweerder terecht bepaald dat eiseres geen recht heeft op een WIA-uitkering met een verkorte wachttijd.

Conclusie en gevolgen

13. Nu pas in beroep sprake is van een zorgvuldig medisch onderzoek, bestaat aanleiding het beroep gegrond te verklaren en het bestreden besluit te vernietigen wegens strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht. Omdat het gebrek door verweerder is hersteld en er verder geen gebreken aan het bestreden besluit kleven, bepaalt de rechtbank dat de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand blijven. Dit betekent dat eiseres geen recht heeft op een WIA-uitkering met een verkorte wachttijd.
14. Omdat het beroep gegrond is, moet verweerder het griffierecht aan eiseres vergoeden en krijgt eiseres ook een vergoeding voor haar proceskosten. Verweerder moet deze vergoeding betalen. Deze vergoeding bedraagt € 1.750,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting, met een waarde per punt van
€ 875,- en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het besluit van 18 oktober 2022;
- bepaalt dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand blijven;
- bepaalt dat verweerder het griffierecht van € 50,- aan eiseres moet vergoeden;
- veroordeelt verweerder tot betaling van € 1.750,- aan proceskosten aan eiseres.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D.R. van der Meer, rechter, in aanwezigheid van
S.J.W. Stort, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 27 mei 2024.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Voetnoten

1.Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA)
2.Inkomensverzekering voor volledig en duurzaam arbeidsongeschikten
3.Zie als voorbeeld de uitspraken van 26 januari 2012, ECLI:NL:CRVB:2012:BV2014 en 8 februari 2012, ECLI:NL:CRVB:2012:BV6266.
4.Zie de uitspraak van de CRvB van 1 mei 2015, ECLI:NL:CRVB:2015:3999.