ECLI:NL:RBDHA:2024:8061

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 mei 2024
Publicatiedatum
28 mei 2024
Zaaknummer
AWB 23_10114
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging tijdelijke bescherming op grond van Richtlijn 2001/55/EG

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 22 mei 2024 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, die zijn recht op tijdelijke bescherming op grond van Richtlijn 2001/55/EG heeft verloren, heeft op 1 september 2023 beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat zijn tijdelijke bescherming beëindigde. Verzoeker vroeg de voorzieningenrechter om te bepalen dat hij in Nederland mag blijven wonen en werken totdat er op zijn beroep is beslist.

De rechtbank heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. In de overwegingen van de uitspraak werd verwezen naar een eerdere uitspraak (AWB 23/10113) die op dezelfde dag was gedaan, waarin het beroep van verzoeker werd behandeld. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat de rechtbank al op het beroep had beslist.

De voorzieningenrechter heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S.E. van de Merbel, in aanwezigheid van mr. S.S. van der Velde als griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummers AWB 23/10114

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], verzoeker,

V-nummer: [v-nummer]
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

In het besluit van 15 augustus 2023 heeft verweerder aan verzoeker meegedeeld dat zijn recht op tijdelijke bescherming op grond van Richtlijn 2001/55/EG wordt beëindigd.
Verzoeker heeft tegen dit besluit op 1 september 2023 beroep ingesteld. Hij heeft daarbij de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen waarin wordt bepaald dat hij in Nederland mag blijven wonen en werken tot tenminste 4 weken nadat op zijn beroep is beslist.
De rechtbank doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, AWB 23/10113, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.E. van de Merbel, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S.S. van der Velde, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
Deze uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.